Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Psychisch verstikt door schizofrenie

(voor Stig Dagerman (1923 - 1954))

Je bent geboren in Älvkarleby, in de Zweedse provincie Uppsala County. Daar ben je in de kleine boerderij van je opa en oma opgegroeid, de ouders van je vader. Hij en je moeder waren ongehuwd en na je geboorte is je moeder, een telegrafiste, er voorgoed vandoor gegaan. Een uiterst slechte start voor een baby. Je vader was een reizende dagloner en hij was ook in geen velden of wegen te bekennen. Je vader had tot je elfde geen middelen of talent om je op te voeden, maar toch vond je je kinderjaren de gelukkigste jaren van je leven, al heb je nooit beter gekend natuurlijk en zul je heel wat verdrongen hebben. Toch was het reuzegezellig bij je opa en oma en op je elfde woonde je bij je vader in Stockholm, waar hij zich eindelijk gesetteld had. Via hem ontdekte je het anarchisme en het syndicalisme. Scholen vond je mensonderdrukkende gevangenissen. Je werd er nerveus en angstig van. Je werd lid van de Syndicalistische Jeugd Federatie en op je negentiende werd je redacteur van de krant van deze politieke beweging, 'Storm'. Op je twintigste trouwde je met Annemarie Götze, een achttienjarige, Duitse vluchtelinge. Haar ouders, Elly en Ferdinand, waren belangrijke Anarcho-Syndicalisten, die op de vlucht voor de nazi's zich aansloten bij de beweging in Barcelona, maar ze moesten weer vluchten en zo kwamen ze in het neutrale Zweden terecht. Je woonde samen met Annemarie bij je schoonouders, waar je vele vluchtelingen zag, wat je een actueel gewichtig medegevoel gaf. In de loop van je twintiger jaren zag je voor het eerst je biologische moeder. Op je tweeëntwintigste was je culturele redacteur van 'De Arbeider', het dagblad van deze beweging. Naast je vele artikelen schreef je ook meer dan duizend satirisch-realistische gedichten. Dit dagbladwerk was je geestelijke bron van je schrijfkunst. Je debuutroman 'De Slang' verscheen, een anti-oorlogsverhaal met angsten als rode draad. Door alle lof zei je 'De Arbeider' vaarwel en werd je fulltime schrijver, met al gauw de publicatie van je tweede roman 'Het Eiland van de Gedoemden', waarin zeven schipbreukelingen gedoemd zijn om te sterven en allen zoeken naar een vorm van verlossing. Onbewust putte je veel uit je psychische labiliteit. Je kanaliseerde existentialistische angstgevoelens, vervreemding en zinloosheid in de na-oorlogse tijd en de beklemmende Koude Oorlogssfeer. Je werd vergeleken met Albert Camus, Franz Kafka, William Faulkner en Eyvind Johnson (1900 - 1976). In 1947 verschenen 'Duitse Herfst' en 'De Spelen van de Nacht'. Je zag de kern van oorlogen in de anonimiteit van de massa-organisaties, die empathie en individuele verantwoordelijkheid smoren. 'De Spelen van de Nacht' bevat verhalen over je kindertijd op de boerderij van je opa en oma. Ook verscheen je eerste toneelstuk 'De Terdoodveroordeelde', wat alom geprezen werd. Het werd opgevolgd door 'Judas Drama's; Niemand gaat vrijuit'. Films hadden een sterke invloed op je schrijfstijl. In 1948 verscheen 'Het verbrande kind', over een jongeman, die verliefd is op de minnares van zijn vader. Persoonlijk vind ik dat je beste werk. Ik las het rond mijn vijfentwintigste. Je verbleef drie maanden in Frankrijk. In 1949 verscheen je vierde roman 'Trouwerij met zorgen', waarin je weer terugkeek op je leven met je opa en oma en waar je op zoek gaat naar vergeving en verlossing. Je traumatische verleden was gek genoeg een bliksemafleider van het levensbedreigende onweer in je psyche. Men verwachtte steeds meer van je enorme schrijftalent en jijzelf ook, maar je kampte met vreselijke depressies en bovendien kreeg je een pijnlijke writer's block. Je inspiratie doofde steeds meer uit, daar de verwoestende bosbranden in je geest weinig vruchtbare gebieden overlieten. Je ontgroeide aan de familie Götze en je stortte je op het theaterleven als toneelschrijver/regisseur. Je verwijderde je meer en meer van Annemarie en jullie zonen en uiteindelijk ben je van haar gescheiden, waarna je opnieuw trouwde met de bejubelde actrice Anita Björk (1923, Tällberg), die in het Koninklijk Dramatisch Theater te Stockholm in meer dan honderd stukken speelde. Ze speelde ook in thrillers en misdaaddrama's en ze speelde de hoofdrol in 'Miss Julie', naar een toneelstuk van August Strindberg. Ze was eerder getrouwd met Olof Bergström. Je kreeg samen met haar een dochter. Je kreeg emotionele en financiële problemen, incluis schuldgevoelens naar je ex-gezin, die je met moeite wist te onderhouden, maar je nieuwste boek zou je wel van je opgelopen schulden bevrijden. Je leed echter aan veel ernstiger zaken, namelijk de persoonlijkheid verwoestende, ongeneeslijke schizofrenie, gepaard gaande met een diepe, chronische depressie. Je stagneerde en je was moegestreden (de mensheid is door schrijverij niet te verbeteren), zodat je naar je auto in de garage sjokte, waar je door koolmonoxidevergiftiging een einde aan je psychische lijden maakte. Dat was in Enebyberg nabij Stockholm. Anita kreeg later nog een relatie met de (toneel)schrijver Graham Greene (1904 - 1991), die manisch-depressief was. Hij heeft nog eerbiedwaardige woorden over jouw schrijverschap geuit.

Schrijver: Joanan Rutgers, 4 september 2012


Geplaatst in de categorie: literatuur

0.2 met 8 stemmen 129



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)