Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Raadselachtige actie met dodelijk verloop

(voor Emily Wilding Davison (1872 - 1913))

Je bent geboren op 11 oktober 1872 in Blackheath, Londen. Je ouders waren Charles Davison en Margaret Caisley.
Vanaf je twaalfde studeerde je aan de Kensington High School. Op je negentiende studeerde je literatuur aan het Royal Holloway College.
Op je twintigste overleed je vader en moest je met je studie stoppen, want je moeder kon de 30 pond per trimester niet betalen. Je werd gouvernante voor de dochters van de familie Moorhouse in Spratton.
Daarna was je lerares in Edgbaston en Worthing. Door je salaris studeerde je literatuur, Engelse taal, biologie en chemie. Je slaagde cum laude aan het St.Hugh's College in Oxford, maar je kreeg als vrouw geen universitaire titel.
Daarna behaalde je een diploma aan de University of Londen.

Op je 33-ste werd je lid van de Woman's Social and Political Union, die drie jaar eerder was opgericht door Emmeline Pankhurst en haar dochters Christabel en Sylvia. Deze suffragette-beweging streed voor vrouwenkiesrecht, ook met geweld. Ze belandden herhaaldelijk in de gevangenis.
Je was een felle strijdster en op je 35-ste stopte je met werken om je full-time voor de vrouwenrechten in te zetten. Je was een gewelddadige campagneleidster, je verstoorde bijeenkomsten, je gooide met stenen en je stichtte brand in brievenbussen. Je beukte in op een man van wie je dacht, dat hij David Lloyd George was, de minister van Financiën. Je zat negen keer in de gevangenis, waarbij je in hongerstaking ging, waarna je gedwongen werd om te eten.

In 1909 ging je voor een maand dwangarbeid naar de Strangeways Prison in Manchester, omdat je stenen naar het vervoer van kanselier David Lloyd George had gegooid. Je protesteerde 49 keer tegen de dwangvoeding. Een cipier werd zo kwaad, omdat je de deur blokkeerde, dat hij de cel bijna compleet onder water zette. Je werd net op tijd gered en je aanklacht werd beloond met 40 shilling.

Op 2 april 1911 zat je een hele nacht verstopt in een kast in het Palace of Westminster. Er was een volkstelling gaande en zodoende gaf jij de House of Commons op als je woonadres. Je werd in een crypte gevonden en er is een gedenkplaat op die plaats gekomen, dankzij de politicus Tony Benn.

In juni 1912 deed je een poging tot zelfdoding door van een gevangenistrap te springen. Je viel tien meter omlaag. Je wilde het lijden van je mede-suffragettes en jezelf laten stoppen, met name die dwangvoedingen. Je ruggengraat was beschadigd, wat je laatste levensjaar pijnlijk bleef. In 1913 wist je met een bom het huis van David Lloyd George in Surrey grotendeels te verwoesten.

Op 14 juni 1913 was je toeschouwer bij de Epsom Derby. Terwijl de race aan de gang was, liep je ineens de rijbaan op en probeerde je een vlag met 'Votes for Women' aan een paard te bevestigen. Het was toevallig Anmer, het paard van koning George de Vijfde. Anmer botste tegen jou aan en jullie vielen, waarna jij werd vertrapt door zijn hoeven. Je raakte dodelijk gewond en de jockey Herbert Jones werd ook gewond, maar hij herstelde, al was hij getraumatiseerd door het zien van jouw gezicht. Op zijn 70-ste heeft hij zichzelf vergast. Er zijn schokkende filmbeelden van jouw wanhoopsdaad bewaard gebleven. Je wilde duidelijk iets aanreiken. Het was geen bewuste zelfdoding, maar wel zeer roekeloos en gevaarlijk gedrag. Een paard in uiterste galop een sjaal aanbieden, is uiterst riskant. Blijkbaar waren de vrouwenrechten je meer waard dan je leven, of je nu wel of niet een dodelijke botsing had voorzien.

Op 8 juni 1913 overleed je in het Epsom Cottage Hospital. Je werd veertig jaar. Je bent begraven op het kerkhof van Saint Mary the Virgin in Morpeth, in het familiegraf van je vader.
Op je graf staat vrouwmoedig 'Deeds not Words'.

Schrijver: Joanan Rutgers, 17 februari 2014


Geplaatst in de categorie: idool

5.0 met 1 stemmen 55



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)