Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Exquise Eugénie

Via de Volkskrant wees mijn Facebookvriend Arjan Peters mij op een nieuw verschenen, vertaalde dichtbundel van de grote dichter Paul Verlaine, de stimulator van de nog grotere dichter Arthur Rimbaud.
In zijn artikeltje 'Een kaars voor Verlaine' (Sir Edmund, 24 dec. 2016) vertelde hij de Volkskrantlezers over de Biblio-sonnetten van Paul Verlaine, die door Martin Hulsenboom in het Nederlands vertaald zijn en die bij Stichting Cultureel Brabant zijn verschenen. Het gaat hierbij om de laatste dertien sonnetten, die Paul nog heeft kunnen schrijven. Ze werden voor het eerst in 1913 gepubliceerd en wel als 131 exclusieve exemplaren. Het is inclusief een voor- en nawoord en met een decadent leeslint. Het unieke gevalletje kost je 29 euro, maar je kunt ook wachten tot het in de openbare bibliotheek verschijnt en de gedichten dan voor iets van 1 euro kopiëren, want dat is meer in de stijl van de armzalige, verachte, continu bezopen, weggeteerde Paul.

Op 10 februari 1895 ging Paul op rue Saint-Victor in Parijs samenwonen met de 25-jaar jongere, in zijn ogen bevallige Eugénie Krantz. Zij was een ex-music-hall-danseres en ze was mager, maar goed gevormd. Verder was ze elegant en had ze een pony-kapsel. Ze verzorgde het huishouden, ze waste Pauls kleren en ze bracht een zekere orde in zijn rommelige, ontwortelde, uitgeholde bestaan. Aan de andere kant was zij weer blij met zijn dichtersroem, die haar belabberde status als prostituee ook een beetje opkrikte. Op een bepaald moment verhuisden ze naar rue Descartes, waar Paul een kamer op de tweede verdieping had. Daar hipten twee bruine zangvogeltjes in een kleine kooi.

'In een der huizen in de rue Descartes waar hij woonde, datgene waar een gedenksteen is aangebracht, had hij twee kamers en een keuken, met een bed, een tafel en stoelen die hem toebehoorden. Men heeft Eugénie, die daar zijn gezellin was, een kwade vrouw, een heks genoemd, omdat zij nors, boosaardig over hem waakte als over een laatste bezit. Doch zij was meer voor hem dan ooit een vrouw geweest was, een betere troost dan de enige die hij nooit vergat - Zij was de laatste vrouw in wie hij geloofde.'

(uit: 'Verlaine, het leven van een dichter', Arthur van Schendel, uitgeverij J.M. Meulenhoff, 1927)

Jaren geleden zat ik vooraan bij een voordracht van Joost Zwagerman, die even enthousiast als altijd het woord voerde. De gespreksleider was de oud-politicus Aad Kosto, die dat op flamboyante wijze deed. Ik slurpte wat van mijn biertje en ik hing aan de lippen van de erudiete, aimabele Joost. Maar toen Joost Paul Verlaine een volstrekte homoseksueel noemde, leek het alsof er een gier in mijn hart begon te pikken. Tijdens het vragenmoment stak ik getergd mijn arm omhoog en wist ik Joost te vertellen, dat Paul biseksueel was, daar hij afgezien van zijn huwelijk met Mathilde, waar hun zoon George uit voortkwam, aan het einde van zijn getormenteerde leven samenleefde met een prostituee, die zijn minnares was. Daar hoef je immers niet zoveel fantasie voor te gebruiken met een Paul, die ongeveer het libido van een heel garnizoen soldaten had, wat in zijn geval alleen maar in stootkracht toenam. Joost leek wat verbaasd en hij verontschuldigde zich als een echte heer en zei dat hij ook niet alles kon weten. Aad grapte nog, dat ik waarschijnlijk directe familie van de Verlaines ben.

Arjan Peters schreef in zijn artikeltje: 'In de rue Descartes, waar Verlaine woonde met zijn maîtresse Eugénie Krantz...'. Hij is dus ook op de hoogte.
De laatste liefdesrelatie van Paul was, net als alle anderen, turbulent en gewelddadig. Hij liep met een foto van Eugénie in zijn jaszak en hij kon niet zonder haar, wat claimende vormen aannam. Hij vloekte tegen haar en hij sloeg haar in haar gezicht. Zij stuurde hem soms de straat op en dan kwam hij op hangende hondenpootjes terug en vroeg hij haar om vergeving, die hij dan kreeg, want zij was net zo afhankelijk van hem. Beiden waren wrakken, die samen het hoofd boven water probeerden te houden, maar Paul was al snel zinkende.

Op 2 januari 1896 overleed hij in helse pijnen. Hij werd 52 jaar en de overlijdensdienst was in de kerk Saint-Etienne-du-Mont, waar ik nog eens in rond heb gescharreld.
Het samenwonen van Paul en Eugénie heeft ruim elf maanden geduurd en dat was lang voor Pauls doen, wat weer alles over de innemende charme van Eugénie zegt.

Schrijver: Joanan Rutgers, 27 december 2016


Geplaatst in de categorie: literatuur

4.3 met 3 stemmen 93



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)