Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Het uitzicht werd een spiegel

(voor Christiane Pflug (1936 - 1972))

Je bent geboren als Sybille Christiane Schütt op 20 juni 1936 in Berlijn, waar je bent opgegroeid. Toen je vier jaar was, overleed jouw vader. Jouw moeder Regina was een mode-ontwerpster, die tijdens de Tweede Wereldoorlog als een verpleegster bij het Rode Kruis werkte. Jouw moeder stuurde jou op jouw vierde naar veiliger woonplekken. Je zat in jouw jeugd grotendeels in pleeghuizen in Bavaria, Duitsland en Oostenrijk. Van jouw zevende tot jouw twaalfde jaar woonde jij in het Oostenrijkse stadje Kitzbühel, bij een dominante weduwe. Enkele familieleden en vrienden verbleven daar ook. Plus de weduwe van de Oostenrijkse volksdichter Petzold. Jullie schuilden daar om de aan de bombardementen op Berlijn te ontsnappen. Daarna ging jij naar jouw moeder in Frankfurt terug.

Rond 1950 hertrouwde jouw moeder in Frankfurt en werd jouw halfzuster Michaela geboren. Jouw moeder stimuleerde jou om creatief en artistiek te zijn. In de late jaren veertig werkte jij in het mode-atelier van jouw moeder. Jouw familie emigreerde naar Canada en jij ging in 1953 naar Parijs om aan het Fashion Institute of École Baziot mode-design te gaan studeren. In de trein richting Parijs ontmoette jij op Nieuwjaarsdag 1954 Michael Pflug, een jonge dokter, die ook naar een kunstacademie was geweest. In Parijs waren Michael en jij bevriend met de abstractioniste Marie Helena Vieira da Silva en haar man, de abstracte schilder Árpád Szenes. Michael stimuleerde jou om buiten te gaan schilderen. Je bezocht veel musea en in het voorjaar van 1954 schilderde jij gouaches van Parijse stadsgezichten, een zelfportret en stillevens. Michael beïnvloedde jouw kunstcarrière.

In 1956 zijn Michael en jij getrouwd en vlak daarna gingen jullie naar Tunesië, waar Michael een medische stage liep. In Tunis maakte je stillevens, zoals 'Vogelkooi met peren' en 'Tunesische interieur'. Je bestudeerde Picasso en Goya. In 1958 werd jullie dochter Esther geboren en later werd jullie dochter Ursula geboren. In 1959 verhuisde jij met Esther en Ursula naar Toronto, waar jouw moeder al woonde. Michael volgde in 1960 en hij begon een medische praktijk in Toronto. Jullie woonden in huizen met bewust mooie uitzichten, zodat jij die kon schilderen. Van 1960 tot 1962 woonde je aan Yonge Street, waar je vanuit jouw huisraam stadsgezichten maakte. Van 1962 tot 1967 woonde je aan Woodlawn Avenue, waar je keukendeuren en poppen in de vensterbanken of op een stoel maakte, zoals 'Op de zwarte stoel II'.

Jij maakte portretten van jouw dochters en jouw kunsthandelaar Avrom Isaacs. En je maakte interieurs met de poppen van jouw dochters en stadslandschappen. In Canada had jij veel succes. De Nederlandse schilder/kunstenaar Anton van Dalen gaf jou een kooi met twee duiven erin, zodat jij die kon schilderen. Anton woont sinds 1971 in East Village, NYC, waar hij nog steeds een duiventil op zijn dak heeft. In 1987 maakte hij 'The Pigeon Car'. Hij is nog steeds verliefd op witte duiven. In 1961 schilderde je 'Pigeons and Cage'. Je maakte diverse werken van die gekooide duiven. Het was een sombere spiegel, die jij kreeg voorgeschoteld. Van 1962 tot 1967 exposeerde jij in Avrom Isaacs' Gallery, naast werk van Joyce Wieland en Michael Snow. Verder had je retrospectieve exposities van jouw schilderijen en tekeningen in de Winnipeg Art Gallery in 1966, in Hart House in 1969 en in de Sarnia Art Gallery in 1971. In jouw werk 'probeerde je een zekere duidelijkheid te bereiken, die in het echt niet bestaat'.

Jouw dochters en hun speelgoed waren geregeld jouw schilderonderwerpen. Je schilderde magisch-realistisch, haarscherp en geheimzinnig, zoals op 'Keukendeur en Esther' uit 1965 en 'Keukendeur in de winter II'. Esther leest in een boek van Hans Christian Andersen. Je werkte zes uur per dag negen maanden lang aan één schilderij, waarop je de diverse seizoenen tegelijkertijd afbeeldde. Op 'Keukendeur met Ursula' uit 1966 leest Ursula in de keukendeurruiten een boek in de lente, terwijl de rest in de wintersfeer is geschilderd. Je woonde in hartje Toronto en van 1967 tot 1972 op jouw laatste adres aan Birch Avenue, een zijstraat van Yonge Street, waar je stadslandschappen schilderde. Jouw woning stond tegenover de Cottingham School. Op de achtergrond zag je de hoge New City flatgebouwen. In 1968 schilderde je 'Cottingham School in Winter'. In 1971 schilderde je 'Stadsgezicht met zwarte vlag', terwijl je eerder 'Stadsgezicht met gele vlag' had gemaakt. Dat waren de Canadese vlaggen, maar de keuren heb je volgens mij zelf bedacht of het moet daar de gewoonte zijn. Die zwarte vlag is achteraf gezien wel alarmerend geweest.

Je was namelijk zwaar depressief, al jarenlang, vanaf jouw eerste zwart-witte zelfportret, waarop je melancholisch via een raam naar buiten kijkt. Het vroege overlijden van jouw vader en het heen en weer geslinger naar pleeghuizen en het verstoken zijn van moederlijke aandacht zal zijn tol hebben geëist. Je bleef een gevangene in jezelf, snakkend naar de vrije buitenwereld, maar te kwetsbaar om die stap te kunnen maken. Tenslotte zag je jezelf in het raam zitten. Je zag meer en meer hoe eenzaam en gevangen je in wezen was. 'Het leven is veel makkelijker zonder schilderen!', zei je.

Op 4 april 1972 pleegde jij zelfdoding door een overdosis Seconal te nemen. Dit deed je op het strand van Harlan's Point op Toronto Island. Dat was één van jouw meest geliefde schilderplekken. Je werd 35 jaar. Vermoedelijk ben je in de Mount Pleasant Cemetery aan 375 Mount Pleasant Road begraven.

Schrijver: Joanan Rutgers, 15 januari 2020


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 34



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)