Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De heroïsche moed van een waanzinnig genie

(voor Oskar Panizza (1853 - 1921))

Jij bent geboren als Leopold Hermann Oskar Panizza op 12 november 1853 in het kuuroord Bad Kissingen in Beieren. Jouw vader Karl Panizza (1808 - 1855) kwam uit een Italiaanse vissersfamilie aan het Comomeer. Jouw moeder Mathilde Speeth (1821 - 1915) kwam uit de aristocratische hugenotenfamilie De Mesière. Zij was een schrijfster, die het pseudoniem Siona gebruikte. Jouw zussen en broers waren: Maria (1846 - 1925), Felix (1848 - 1908), Karl (1852 - 1916) en Ida (1855 - 1922). Er waren godsdienstige ruzies tussen jouw ouders en jouw roomse vader overleed in 1855 door de buiktyfus. Hij werd 46 of 47 jaar. Op zijn sterfbed gaf hij jouw moeder de toestemming om de kinderen protestants op te voeden en na een jarenlange ruzie vond koning Maximiliaan II van Beieren dat ook goed. Jouw moeder was de eigenares van Hotel Russischer Hof, wat zij in 1850 had gekocht. Er kwamen veel Russische adel en andere hoge gasten.

Jij was een moeilijk en opstandig kind en op jouw 9-de ging jij naar een piëtische kostschool in Korntal. Op jouw 15-de ging jij naar het humanistische gymnasium im Schweinfurt. Op jouw 17-de studeerde jij in München verder, maar jij verliet de school voortijdig en jij had een korte zangcarrière. Na jouw dienstplicht was jij ernstig ziek door de cholera en daarna ging jij naar het gymnasium in Schweinfurt terug, waar jij op jouw 24-de jouw diploma behaalde. Jij studeerde medicijnen aan de Ludwig Maximilian Universiteit van München en in 1880 slaagde jij met een proefschrift over micro-organismen in sputum. Na een paar maanden in Parijs, waar jij met psychiatrie en dichtkunst bezig was, werd jij in München de assistent van de bekende psychiater Johann Bernhard Aloys von Gudden, die neurologisch onderzoek deed. In die twee jaar was jij de collega van de psychiater Emil Kraepelin. De psychiaters Franz Nissi, Auguste Forel en Sigbert Ganser studeerden ook bij Von Gudden.

Op jouw 31-ste kreeg jij financiële bijstand van het vermogen van jouw moeder, die haar hotel had verkocht. Jij stopte als arts en jij deed alleen nog literaire werkzaamheden. Jij was bang om gek te worden. Jouw zus Ida had twee zelfdodingspogingen gedaan. Jouw oom Ferdinand Speeth overleed in 1884 in een religieuze waan in het krankzinnigengesticht van het Juliusspital Würzberg en een andere oom Speeth had zichzelf doodgeschoten. Jij was ernstig depressief en jij ontdekte de heilzame en therapeutische werking van het schrijven. In 1886 verscheen jouw dichtbundeldebuut 'Düstre Lieder'. In 1887 verscheen 'Londoner Lieder' en in 1889 'Legendäres und Fabelhaftes'. De invloed van Heinrich Heine liet zich gelden. In 1890 verscheen jouw verhalenbundel 'Dämmrungsstücke'. Je ontmoette Frank Wedekind, Otto Julius Bierbaum, Max Halbe en Michael Georg Conrad, de uitgever van het tijdschrift 'Die Gesellschaft', waar jij ruim 40 artikelen in publiceerde, zoals toneelrecensies en beschouwingen over prostitutie. Jij was lid van het Gesellschaft für modernes Leben.

In 1891 hield jij de lezing 'Genie und Wahsinn', beïnvloed door het werk van de criminoloog/psychiater Cesare Lombroso. Jij sprak over hallucinaties, psychoses, hasjiesj en de hallucinatoire basis van religie. In 1892 verscheen 'Aus dem Tagebuch eines Hundes'. Jouw dierbare, snoezige hond heette Puzzi, met wie je in 1897 bent vastgelegd. In 1893 verscheen 'Die unbefleckte Empfängnis der Päpste', wat fel anti-rooms was, net als het in 1894 verschenen 'Der teutsche Michel und der römische Papst'. Deze werken werden door de justitie in beslag genomen en in het Duitse Keizerrijk verboden. In 1894 verscheen ook 'Das Liebeskonzil. Eine Himmels-Tragödie in fünf Aufzügen', waardoor jij een literaire beroemdheid werd. Het gaat over een syfilisepidemie in 1495, de wraak van God op de seksueel hyperactieve mensen, vooral nabij paus Alexander VI, Rodrigo Borgia. Jij beschreef God als een seniele, oude gek, Jezus Christus als een onbenullige slappeling en Maria als een slet, die met de duivel konkelde. Satan moet een geschikte straf bedenken, die wel de lichamen van de zondaars verwoest, maar zodanig dat hun ziel nog verlost kan worden. Samen met Salome, een door de duivel verwekte, prachtige vrouw, moeten zij het giftige virus onder de nietsvermoedende mensen verspreiden.

De officier van justitie in München veroordeelde jou op 93 punten van godslastering. Veel schrijvers mengden zich in de discussie, o.a. Theodor Fontane en Thomas Mann. In april 1895 kreeg jij een jaar gevangenisstraf, die jij in Amberg hebt uitgezeten. In augustus 1896 werd jij vrijgelaten en ging jij naar Zürich, waar jij het tijdschrift 'Zürcher Diskussionen' oprichtte, waarvan er 32 nummers verschenen, met jouw artikelen vaak onder pseudoniemen afgedrukt, o.a. 'Een psychopathologische bespreking van Christus' en 'Het varken in zijn poëtische, mythologische en cultureel-historische aspecten'. In Zwitserland werd jouw geestelijke gezondheid steeds slechter en jouw taalgebruik steeds afwijkender. Eind 1898 werd jij plotseling zonder echte reden Zwitserland uitgewezen. Er heerste wel een algemene angst voor buitenlandse anarchisten. Verder had de 15-jarige prostituee Olga, die jouw fotomodel was geweest, een aanklacht tegen jou ingediend, maar dat kon het niet zijn. Samen met jouw 10.000 boeken ging jij naar Parijs.

In 1898 verscheen 'Parisjana. Deutsche Verse aus Paris', 97 uiterst venijnige, anti-Duitse gedichten, waarin jij jouw persoonlijke vijand keizer Wilhelm II als een publieke vijand van de mensheid en de cultuur opvoerde. Jij werd aangeklaagd wegens majesteitsschennis en jouw totale bron van inkomsten werd in beslag genomen. Je kon de huur niet meer betalen en in april 1901 ging jij naar München en heb jij jezelf aangegeven. Je werd een aantal maanden opgesloten en psychisch onderzocht in hetzelfde instituut, waar jij 20 jaar geleden als dokter werkte. Jij kreeg de diagnose 'algehele paranoia', wat nogal vaag is en meer een symptoom van iets anders, mogelijk paranoïde schizofrenie. Vanwege jouw krankzinnigheid werden alle strafrechtelijke aanklachten ingetrokken. Jij ging naar Parijs terug, waar jouw paranoia en auditieve hallucinaties toenamen. In 1904 ging jij naar München terug en deed jij een poging tot zelfdoding, omdat jij in een psychiatrisch ziekenhuis wilde worden opgenomen. Jouw 84-jarige moeder wilde jou niet zien en in oktober 1904 liep jij bewust alleen in een onderhemd door de drukbevolkte Leopoldstrasse. Je wilde gearresteerd worden en in 1905 werd je in de luxe inrichting Mainschloss Herzoghöhe aan de Kulmbacher Strasse opgenomen.

Deze inrichting stond in een buitenwijk van Bayreuth en hij is in 1894 in opdracht van de Joodse arts Albert Würzburger gebouwd. Het gebouw is helaas in 1959 afgebroken. Er is als schrale troost nog wel een Würzburger Strasse, waar Albert na middernacht geregeld op en neer spookt, wanhopig op zoek naar zijn sanatorium. Jij werd ontoerekeningsvatbaar verklaard en de verpleger Friedrich Lippert hield toezicht over jou. Tijdens jouw gevangenistijd in Amberg is Friedrich jouw vriend geworden. Jij verbleef 16 jaar in Herzogshöhe en op 28 september 1921 overleed jij daar door een hersenbloeding. Jij werd 67 jaar en jij bent in het stadskerkhof van Bayreuth begraven.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
17 november 2021


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 43



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)