Vele malen dieper geworteld dan Israël
(voor Esther Raab (1894 - 1981))
Jij bent geboren op 25 april 1894 in Petah Tikva, Palestina, een moshava, een landelijke Joodse nederzetting, destijds onderdeel van Ottomaans Syrië. Het is opgericht door de Oude Yishuv, grotendeels religieuze, orthodoxe Haredi-Joden en landbouwers. Jouw ouders Juda Yehuda en Leah Raab waren stichtende bewoners van Petah Tikva. Alle grond en eigendommen zijn er privébezit. Petah Tikva is in 1878 opgericht en gefinancierd door de Hovevei Zion-beweging. Het werd in 1883 een permanente nederzetting met geld van baron Edmond James de Rothschild, getrouwd met zijn nicht Adelheid von Rothschild, met wie hij 3 kinderen kreeg; James Armand Edmond, Maurice Edmond Karl en Miriam Caroline Alexandrine. Edmond James en Adelheid zijn in Ramat HaNadiv begraven, nabij Zichron-Yaakov. Maurice trouwde met Noémie Halphen, met wie hij de zoon Edmond Adolphe kreeg. Adolphe kreeg samen met de actrice/schrijfster Nadine Lhopitalier de zoon Benjamin (1963 - 2021), die met Ariane Langer 4 dochters kreeg; Noémie, Alice, Eve en Olivia. Nadine was het model van de schilder Jean-Gabriel Domergue, de achterneef van Henri de Toulouse-Lautrec en getrouwd met de beeldhouwster Odette Maugendre-Villers. Jean-Gabriel en Odette zijn in de tuin van hun Villa Domergue op 15, avenue Fiesole in Cannes begraven, in een door Odette gemaakt Etruskisch mausoleum.
Jouw opa was een immigrant uit Szentistván, Hongarije, die in 1876 met zijn zoon naar Jeruzalem verhuisde. Jij was de tweede van vier kinderen. Jouw broers waren: Elazar, Benjamin en Baruch (1887 - 1960). Eind 1909 werd jouw school in Petah Tikva voor meisjes én jongens, waardoor jij van jouw vader niet meer naar school mocht, wat jou veel pijn deed. Eind 1913 verliet jij jouw ouderlijke huis en verhuisde jij naar de kibboets Kvutzat Degania Alef, die in 1910 is begonnen, aan de zuidkant van het Meer van Galilea. Jouw vriendin, de dichteres Rachel Bluwstein, was één van de eersten, net als Moshe Barsky, die op 22 november 1913 als eerste Joods-zionistische pionier door een Arabier werd vermoord. Hij werd 18 jaar. Hij was op een muilezel naar Menahemia gereden om medicijnen voor zijn vriend Shmuel Dayan op te halen. Hij is in de kibboetsvelden door Arabische plunderaars in zijn rug geschoten. Het wordt beschouwd als de eerste islamitische terreuraanslag. Er zaten pioniers van de Tweede Aliyah (1904-1914) en jij ging in 1914 naar Petah Tikva terug. In 1921 ging jij naar Caïro, waar jij jouw neven Green bezocht. In december 1921 trouwde jij met jouw neef Yitzhak Green. Jullie woonden vijf jaar in de voorstad Hilwan van Caïro. Daarna gingen jullie naar Brits Palestina. Jullie gingen in Tel Aviv wonen en jullie huis was een literaire salon.
In 1930 verscheen jouw dichtbundeldebuut 'Distels' (Kimshonim), opgedragen aan Yitzhak, die in 1930 overleed. Jij schreef erotische gedichten en jij hield van vrouwelijke mannen en mannelijke vrouwen. Jij was hopeloos verliefd op jouw neef Avraham Haim Green. Jij was een leerlinge van de schrijver Yaakov Rabinovitz. Yitzhak was de oudere broer van Avrahim Haim en een agent voor een Duits, farmaceutisch bedrijf. Jullie luxueuze huis in Tel Aviv is door Ze'ev Rechter ontworpen. Van 1 november 1932 tot 1935 was jij met de kunstenaar Arieh Alwei (1901 - 1967) getrouwd. Arieh is in Bobrka opgegroeid en hij is gevlucht voor de pogroms en naar Wenen gegaan. Hij was lid van de zionistische jeugdbeweging Hashomer Hatzair en in 1920 ging hij naar Eretz Israël. Als kibboets landbouwpionier hielp hij met de oprichting van de kibboets Bitanya Illit. Zijn vriend Dov Ofer werd in Tiberias door een rover vermoord, terwijl Dov zijn plaats had ingenomen en een kapotte revolver bij zich had. Twee-en-een-halve maand later, op 16 november 1920, pleegde Natan Ikar zelfdoding. Arieh ontwierp de grafstenen voor Dov en Natan. Arieh ging terug naar Wenen, waar hij aan de Weense Academie schilderkunst studeerde en voltooide. Van 1921 tot 1925 studeerde hij aan de Kunstgewerbeschule. Daarna ging hij naar Israël terug. Zijn dochters zijn Ruth Sperling en Nava Rosenfeld.
Van 1924 tot 1928 was Arieh lid van de Kunstschau-groep rond Gustav Klimt en Egon Schiele. In 1926 ging hij via Parijs en Italië naar Israël terug. Hij was mede-oprichter van het Tel Aviv Art Museum en het Midrasha Art Teachers College. Hij overleed in 1967 door een hartaanval. In 1945 ging jij naar Petah Tikva terug. Jij studeerde voor onderwijzeres en jij werkte in het onderwijs en in de landbouw. In 1963 verscheen 'Poëzie van Esther Raab', in 1964 verscheen de dichtbundel 'Laatste Gebed' (Tefila Achrona) in 1976 verscheen 'Het Geruis van Wortels' en in 1983 verscheen 'Een Vernietigde Tuin: geselecteerde verhalen en zeven gedichten'. Het belangrijkste thema van jouw in vrije versvorm geschreven gedichten is de natuur van Israël. Jij overleed op 4 september 1981. Jij werd 87 jaar en op jouw grafsteen staat: 'De kluiten van uw grond waren zoet voor mij, thuisland, als de wolken in uw luchten', een regel uit jouw gedicht 'Neerslag' (Neshoret). In 1988 verscheen 'Collected Poems' en in 2001 'Collected Prose', geredigeerd door jouw neef Ehud Ben-Ezer, die ook jouw biografie 'Dagen van Gal en Honing' uit 1998 schreef. De schrijver/docent/redacteur/columnist Ehud is geboren op 3 april 1936 in Petah Tikva. Zijn ouders zijn de landbouwer Binyamin en Devora Lipsky. Hij trouwde op 31 augustus 1969 met Anat Fienberg en zij zijn in 1972 gescheiden. Op 24 september 1974 trouwde hij met de verpleegster Yehudit Tomer, met wie hij de zoon Benjamin kreeg. Ehud is lid van de kibboets Ein Gedi aan de Dode Zee. Hij heeft ook jeugdboeken en prentenboeken geschreven, zoals 'Hosni de Dromer: Een Arabisch verhaal', 'Het Meisje uit de Zee' en 'Zeilen in een watermeloenschelp'. Vervolgens hierbij in mijn vertaling:
Ogen als fakkels bij de poort
Ogen als fakkels bij de poort,
dit is waar wij binnenkomen,
er zijn hier geen muzikanten,
alleen een continu neuriënd geluid,
zoals een getsjirp van sprinkhanen
op zomermiddagen.
Ik begraaf mijn gezicht in het zand,
als een kameel die verloren routes zoekt;
ik strek een lang been uit
voorbij de grenzen van het zijn -
twee fakkels bij de poort,
en op de top zoals voorgeschreven
'Kom, kom binnen'
zoals sprinkhanen zwaar met sap
springen we binnen de poort
waar al een wit eenzaam pad
slingert.
Een landschap niet van deze plek
Ik en hij - gewoon met z'n tweeën -
en een wereld helemaal leeg
alleen ik en hij
en wij hebben geen vorm -
alleen een blauwachtige flikkering -
en een essentie van dansende zielen
even gloeiend springen,
meedoen en kijken naar elkanders
duidelijke gestalten in transparante blouses,
en elk in de armen van de ander getrokken -
en de armen - zijn letters, letters van licht
die zich aan elkaar vastklampen - beide lachend -
met een lach niet van deze plek
het horizonsignaal
in alle kleuren van de regenboog -
en niemand nadert
alleen de saffier van een ver oog
die gloeit van eeuwig vuur.
Zo zal je van me houden
Zo zal je van me houden
en dag na dag verscheurt jouw hart voor mij -
want ik zal nooit jouw geliefde zijn;
want alleen op hoogten-van-verdriet
rusten wij
en wij zullen niet afdalen
naar de basis van banken in kamers
want ik lig nog steeds op de loer
onder de warme eucalyptusbomen -
gek van liefde.
Kokkelbur doorboorde rode leem
Stekelnootplant doorboorde rode leem
en gemorst als melk
over de grond;
en bij nacht likt een maan
schotels van melk die op slanke
stengels wuiven,
de wolken verlengen hun spoor van wit,
duiken in het schuim van bloeiende,
overstromende kokkelbur,
en groene massa's bijeneters
rochelen en worden woest,
vullen hun buiken met zwermende insecten
in schotels van witte kokkelbur;
schroefbonen smoren kokkelbur
zodat het ook het zand verovert;
de geur van zachte schroefboon,
lekt en ruikt springende kokkelbur -
de een aan de ander stevig vasthoudend,
en vullend uitgestrekt plat rood schuim
in zijn kluiten.
Lied van de vrouw
Gezegend is hij die mij tot een vrouw maakte -
dat ik aarde en Adam ben,
een tedere rib;
Gezegend is hij die mij maakte tot
cirkels op cirkels -
zoals de banen van planeten
en de bollingen van fruit -
die mij levend vlees gaf
dat bloesemt,
en mij tot een veldplant maakte -
die fruit draagt;
zodat uw wolk vervaagt,
glijdt als zijde
over mijn gezicht en dijen;
en ik ben gegroeid
en ik wil een meisje zijn,
huilend van verdriet,
en lachend, en luid zingend,
dunner dan dun -
als de kleinste krekel
in het sublieme koor
van jouw cherubijnen -
de kleinste van de kleinsten -
ik speel
aan jouw voeten -
mijn Schepper!
Esther Raab
11 januari 2023
Geplaatst in de categorie: idool