Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Met dank aan de familieverhalen van jouw moeder

(voor Trygve Emanuel Gulbranssen (1894 - 1964))

Jij bent geboren op 15 juni 1894 in de Molstad boerderij op de Enebakkveien 39 in Valerenga, Oslo. Jouw ouders waren de timmerman/bouwmeester Christen Gulbrandsen (1863 - 1943) en Alette Antonsdatter Dahl (1863 - 1941). Jij was hun derde zoon. Jouw broers waren Birger en Alfred en jouw jongere zussen waren Camilla, Ragnhild Margrethe en Tora Elvira. Jouw grootouders van vaderskant waren de boer/meestertimmerman Johan Gulbrandsen (1826 - 1871) en Petrine Pedersdatter Noklebye (1828 - 1909), die van boerenfamilies in Trogstad afstamden. Jouw moeder is op de Vestre Dahl boerderij in Skogbygda opgegroeid. Haar ouders waren de boer/vrachtschipkapitein Johan Anton Jorgensen Strandengen, overleden in 1899, en Bolette Olsdatter Skau. Jij was door de familie van jouw moeder verbonden aan de dorpen in het district Follo. Jouw vader kocht herenhuizen, renoveerde deze en verkocht ze door. In 1899 kwam daar een kentering in en was er gebrek aan renovatieprojecten en verloor hij al zijn eigendommen en spaargeld. Hij werd makelaar in onroerend goed en hij had aanzienlijk minder te besteden. Het was afzien, maar jullie gingen wel steeds mooier wonen. Door de vele verhuizingen verloor jij jouw vrienden en werd jij eenzaam. In 1901 overleed jouw 2-jarige zus Ragnhild Margrethe door dysenterie vanwege vervuild bronwater. In 1906 werd de boerderij van opa Johan Anton verkocht, wat een hard gelag was.

Door het gebedenboek 'D. Jens Dinnyson Jersins Tvende Opbyggelige Skrifter' van jouw betovergrootvader Ole Christophersen Biornebecks kreeg jij interesse in jouw familiegeschiedenis. Jouw moeder vertelde jou veel familieverhalen, die jij later in jouw boeken verwerkte. Op jouw 9-de werd jij een koerier en deed jij boodschappen voor o.a. fournituren, slagers, schoenmakers, zuivelfabrieken, vishandelaren en kolenhandelaren. Zo hielp jij mee om eten op tafel te krijgen. In 1906 bezorgde jij eten van een delicatessenzaak bij de familie van Henrik Ibsen in de Arbinsstraat. Ze vroegen jou of jij de overleden schrijver op zijn sterfbed wilde zien. Jij werd bang en jij rende hard de trap af. Henrik was op 23 mei 1906 overleden en hij werd 78 jaar. Zijn vrouw Suzannah Thoresen overleed op 3 april 1914. Hun zoon Sigurd Ibsen was schrijver en premier van Noorwegen (1903 - 1905). Sigurd was getrouwd met de mezzosopraan Bergliot Bjornson, de dochter van de schrijver Bjornstjerne Martinius Bjornson en Karoline Reimers. Hun kinderen waren de militair/vliegenier/filmregisseur Tancred Ibsen (1893 - 1978) en de (toneel)schrijfster Irene Ibsen Bille (1901 - 1985), getrouwd met de Deense, adellijke schrijver Steen Andersen Josias Christopher Bille. Tancred trouwde met de danseres/actrice Sofie Parelius Monrad Krohn.

Jij zat op de Uranienborg School in Briskeby en jij hebt deze vakschool met topcijfers voltooid. Overal waar het maar kon, ging jij lezen. Vanaf jouw 12-de ging jij naar enkele tekenscholen. Op jouw 15-de verschenen jouw humoristische tekeningen in een Deens humortijdschrift. In 1909 ging jij naar de Koninklijke Noorse Nationale Academie voor Ambacht en Kunstnijverheid, opgericht in 1818. Jij studeerde tot 1916 aan deze nachtschool, minus 1911. Een professor leerde jou dat eenvoud de grootste kunst van het leven is. Jij ging samen met Trygve Marentsius Davidsen (1895 - 1978) naar de kunstacademie. Trygve maakte reclametekeningen, boekillustraties en kerstkaarten en hij was een schrijver. Op 31 maart 1908 begon jij al als assistent bij de Excelsior Glue Factory, Inc. te werken. Jij bleef tot jouw 19-de assistent. Naast diverse cursussen en nachtscholen deed jij een 2-jarige bedrijfscursus aan de Christiania Municipal School of Continuing Education voor jongens (1910 - 1913) en cursussen in boekhouding en Engels. Jij werkte nog 3,5 jaar als boekhouder/kassier bij Excelsior Glue. Jij zag de zware activiteiten van de arbeiders, die dierlijke lijm maakten, en diverse gruwelijke ongelukken en tragedies. In de herfst van 1908 verhuisden jullie naar Brugata 1, waar veel leerlooiers en leerbewerkers woonden. Vanuit het appartement op de vijfde verdieping observeerde jij de boerenmarkten aan de overkant. Jij bleef hier tot 1928 wonen.

Jij ging vaak naar de Deichman Bibliotheek, die door een schenking van de boekenverzamelaar/filantroop Carl Deichman in 1785 geopend werd. In 1912 veranderde jij jouw achternaam van Gulbrandsen naar Gulbranssen. In 1913 overleed jouw broer Alfred, die 23 jaar werd. De hoofdbibliothecaris Haakon Nyhuus (van 1898 tot dec. 1913) vernieuwde de Deichman Bibliotheek volgens de Carnegie-bibliotheken in Amerika. Er staat een buste van Nyhuus voor de oude bibliotheek. De nieuwe bibliotheek is in 2020 geopend en staat naast het Oslo Opera House, in 2008 geopend, en het Munch Museum, dat in 2021 is geopend. Op 30 november 1928 trouwde jij in de Trefoldighetskirken op Akersgata 60 in Hammersborg, Oslo, met Lilly Ragna Haneborg. Deze kerk staat pal naast de oude Deichman Bibliotheek en jij bent daar in 1909 als evangelisch-luthers bevestigd. De trouwreceptie was in Hotel Bristol aan de Karl Johans gate. Lilly kwam van de Lie boerderij in Oymark en haar ouders waren de landeigenaar Petter Asbjorn Aarnes Haneborg (1873 - 1955) en Ragna Slang (1879 - 1965). Op jouw 34-ste verhuisde jij van jouw ouderlijk huis naar een tweekamerappartement aan de Damplassen bij Ulleval Hageby, met twee bovenste dakramen. In het voorjaar van 1929 gingen jullie naar een driekamerappartement aan de Tyrihans-straat 22 in Vestre Aker. Daar verzamelde jij al jouw jeugdaantekeningen in drie boeken.

In 1930 werd Ragna geboren en in 1933 Per. In 1933 verscheen het eerste deel van de Bjorndalstrilogie 'En eeuwig zingen de bossen', in 1934 'Winden waaien om de rotsen' en in 1935 'De weg tot elkander'. Jij schreef 's avonds en 's nachts en in 1935 verhuisden jullie naar een villa op Eventyr-straat 40 in Blindern. Daar had jij de beschikking over een eigen werkkamer, die op slot kon. In 1939 verschafte jij onderdak aan de uit Duitsland gevluchte, Duits-Noorse schrijver/uitgever Max Tau. Max werd jouw levenslange vriend en in 1950 won hij als eerste de Friedenpreis des Deutschen Buchhandels. Max stichtte een Vredesbibliotheek en de eerste publicatie was 'The Future in Your Hands' van A. den Doolaard en de fotograaf Cas Oorthuys. Dankzij een recensie van jou vond Max ook een Duitse uitgever, die het wilde uitgeven. Op 9 april 1940 kwamen de nazi's en gingen jullie naar de boerderij van jouw schoonvader in Lie, Marker. Op 13 april gingen jullie te paard naar een jachthut aan het Frone-meer en op 18 april gingen jullie naar Lie terug. Nadat de boel wat rustiger werd, gingen jullie naar Oslo terug. Jij verkocht jouw belang in de tabakshandel en tijdens Kerstmis 1940 verhuisden jullie naar een boerderij in Hobol, in de parochie Eidsberg. Jij liet de boerderij uit 1910 renoveren en jij had een lasser, een agronoom, een huishoudster, een kok, een dienstmeisje en twee boerenknechten in dienst. Volgens de schrijfster Eugenia Marie Kielland wilden de nazi's jou aan hun kant krijgen, maar bleef jij weerstand bieden. Jij gaf hulpbehoevenden tabak, geld en dieren. Verder steunde jij het Noorse verzet.

Jouw uitgeverij Aschehoug wilde graag nieuwe boeken van jou. Aschehoug is opgericht in 1872 door de neven Hieronymus en Halvard Aschehoug als boekhandel op Egertorget in Oslo. Jij had te maken met Mads Wiel Nygaard, de zoon van William Martin Nygaard, die in 1888 samen met de boekhandelaar Thorstein Aschehoug Lambrechts de uitgeverij en boekhandel kocht. De huidige directeur is nog steeds een Nygaard, Mads. Het hoofdkantoor staat aan het Sehesteds plass in Oslo, net als het hoofdkantoor van Gyldendal Norsk Forlag. Toen Ragna vanwege de middelbare school naar Oslo wilde verhuizen, riep jij: 'Dan ga ik ook verhuizen!'. Jouw huwelijk verliep slecht en Lilly en jij hadden slaapkamers op aparte verdiepingen. Elke nacht deed jij de deur van jouw schrijfkamer op slot en werkte jij tot ongeveer 4.15 uur. Jij sliep tot rond 9.00 uur. Na de oorlog ging jij het contact met jouw uitgevers herstellen, ook in het buitenland, waar jouw romans soms zonder jouw toestemming waren gedrukt, en zonder betaalde royalty's. In 1950 reisde jij met jouw dochter Ragna naar diverse, Europese uitgevers. In 1958 werden al jouw dieren verkocht, net als bij veel andere boeren in Ostfold. Jullie werden gedwongen om alleen nog graan te produceren. Jij had diverse prijswinnende koeien en het viel jou erg zwaar om de veeteelt en melkproductie op te moeten geven. Het werd naargeestig stil op jouw spookboerderij. Uiteindelijk ging jouw gezondheid achteruit. Jij werd doof en jij leed aan bloedneuzen. Jij bent op 10 oktober 1962 in Eidsberg overleden. Jij had een longontsteking en jouw arts wilde jou naar het ziekenhuis sturen, maar jij wilde eerst met jouw kinderen praten. Voordat jij naar bed ging, kreeg jij een injectie penicilline. Ragna was er niet en Per vond jou overleden in bed. Jij werd 68 jaar.

Jouw Nederlandstalige trilogie is door Dr. Annie Posthumus uit het Noors vertaald. Ik heb een 51-ste druk met bij een foto van jou een handgeschreven tekst van jou. Er staat: 'I know a good deal about "bookwork", and know what it means to master all details up to a so perfect result as this book. Thank you very much. Trygve Gulbranssen'. Het is met zwarte inkt geschreven en het kan origineel zijn. Mogelijk kan iemand, die ook een 51-ste druk bezit, mij daar uitsluitsel over geven. Of het is een bedankbriefje van jou aan de uitgever van de Zuid-Hollandsche Uitgeversmaatschappij in den Haag en de uitgever besloot het erbij af te drukken. In 2023 verscheen er een nieuwe, Nederlandstalige uitgave van jouw trilogie bij uitgeverij Karmijn, vertaald door Lammie Post-Oostenbrink.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
11 maart 2023


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 58



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)