Ons sociaal kapitaal
Het afgelopen verkiezingsjaar(2024) zijn de obligate, heftige debatten niet van de lucht geweest. Bits gepalaver in vele media dat niet altijd veel bruikbare info oplevert voor de twijfelende kiezer. Soms gaat het ook over verschillende maatschappijmodellen. In verkiezingstijden kunnen de discussies al eens ideologisch gekleurd zijn. Velen slagen er in respectvol van gedachten te wisselen. Bij bepaalde mensen zie je dat ze de zienswijze van de tegenstander verafschuwen. Soms wordt het zodanig persoonlijk dat ze niet door 1 deur kunnen. Wat eigenlijk tamelijk potsierlijk is, want een geslaagd georganiseerd meningsverschil is ook een gevolg van een compromis tussen links en rechts. Na verkiezingen, als er moet bestuurd worden, slagen succesvolle bestuurders erin de verschillende belangen van burgers en machtsgroepen in een bruikbare mal te gieten die voor velen werkt. Het blijkt steeds weer cruciaal het eigen grote gelijk in vraag te stellen en vooral om voortdurend aanpassingen door te voeren die de boel voor iedereen vooruit helpen. De recente en vroegere geschiedenis is er een gestage illustratie van. Ons sociaal gecorrigeerd, succesvol marktmodel van na WOII, wortelde slechts na grote maatschappelijke reuring. Het zijn niet de ideologiën op zich die zaligmakend zijn, maar wel de soepelheid pragmatisch tot burgerdienende compromissen te willen komen. Niet het eigen gelijk primeert, wel het vermogen dat gelijk aan andere gelijken te toetsen. Ook in de politiek heeft de draak die waarheid heet vele koppen. Dat vormt een constante in de wereldgeschiedenis en dat wordt ook geïllustreerd door grote maatschappelijke verschuivingen in de vorige en de huidige eeuw.
De twintigste eeuw is het toneel geweest van sociale verschuivingen die een enorme invloed hadden op alle wereldburgers. Door de grote industriële ontwikkelingen en toepassingen sinds de 19de eeuw gebeurde dat steeds vlotter mondiaal grootschaliger. Sinds de val van de muur in 1989 wordt het kapitalisme als de enige zalig makende kracht beschouwd om welvaart en voorspoed te ontwikkelen. Maar verschillende crises tonen dat zonder sociale correcties, het kapitaal niet humaan wordt beheerd. En communistische, socialistische regimes moeten ook via handel materiële gewin voor alle kameraden voorzien.
Zowel in oost, west, zuid en noord blijkt een soepele verhouding tussen sociale en mercantiele beginselen, menselijk te werken. Zo vond nog niet zo lang geleden in China een welvaartsrevolutie plaats. Net als in het Westen na de Tweede Wereldoorlog, was er eerst een gruwelijke, maatschappelijke disruptie nodig om tot een werkbaar compromis te komen tussen theorie en praktijk. Mao sprak van de grote sprong voorwaarts maar hij maakte in de praktijk een ferme duik in de afgrond. China evolueerde onder zijn bewind naar een maatschappij waar ieder jaar miljoenen mensen stierven van de honger. Net als de rest van de wereld had hij natuurlijk af te rekenen met de belabberde naoorlogse economische toestand. Ondertussen slaagden andere landen er wel in zich uit dat economisch moeras te trekken. Het is bijvoorbeeld merkwaardig dat de 2 grote verliezers van de tweede wereldoorlog: Duitsland en Japan, in de jaren '60 al tot de grootste economische wereldmachten behoorden. Ze hadden van hun overwinnaars het "cadeau" gekregen dat ze niets in militair potentieel mochten steken. Als gevolg konden ze massa's geld investeren in andere maatschappelijke domeinen en ze navenant laten floreren. Het zegt toch iets over het nut van oorlog voeren, als verliezers na hun nederlaag daarna relatief vlug zichzelf opstoten in de vaart der volkeren. Je kan dus sociaal-economisch winnen door militair te verliezen.
Ook in China keerde het tij, Deng Xiaoping slaagde er wel in China voorwaarts te doen springen. Hij zette opportunistisch in op meer handel drijven met de wereld om het binnenlandse armoedeprobleem aan te pakken. Op spectaculair korte tijd zorgde hij voor een Chinees wirtschaftswunder door vanaf de jaren '80 de grootste, goorste hongersnood in zijn land uit de wereld te helpen. In een communistisch systeem kwam net als in kapitalistische systemen in Europa, Amerika en Japan na WOII, een nooit geziene materiële en maatschappelijke vooruitgang op gang. Honderden miljoenen mensen werden in Oost en West uit de armoede getild.
Sindsdien evolueerde China tot één van de economische grootmachten in de wereld. Terwijl er tot een paar decennia geleden vooral fietsers te zien waren in de Chinese steden. Zie de clip van "9 million bycicles in Bejing". De geschiedenis toont zo volop aan dat je van handel drijven in binnen- en buitenland je maatschappelijke taart zodanig kan vergroten dat er heel veel mensen en sectoren kunnen van profiteren. Hoe meer er van de taart genieten hoe meer lachende gezichten je ziet. Over alle ideologieën heen kan je zien aan oude en nieuwe wereldmachten en landen dat in het kielzog van florerende economiën, maatschappijen ontstaan die hun burgers wat te bieden hebben op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg, verkeersinfrastructuur, sport en cultuur. Zodat er veel burgers kunnen opstaan die hun samenlevingen rijker en voorspoediger kunnen maken. Een sneeuwbaleffect.
Je zou kunnen zeggen dat China kapitalistischer werd en het Westen socialistischer en dat ze er allebei beschaafder van werden. Dat ze op moeilijke, scharniermomenten in de geschiedenis van hun welvaartsmodellen de moed hadden over hun eigen schaduw te springen. Les extrèmes peuvent se toucher. Maatschappijen zijn geen roestige machines die onvermijdelijk moeten stilvallen. Zeker niet in deze eeuw, met haar ongeziene, technologische mogelijkheden.
Beide op het eerste zicht diametraal aan elkaar tegengestelde stromingen haalden een immense massa mensen uit de armoede, Niet door zich halstarrig in hun eigen grote gelijk te blijven wentelen, maar net door elementen uit de verschillende ideologie over te nemen. Zowel het kapitalisme als het communisme kennen voorbeelden van platvloers, nietsontziend geldgewin én van de sociale correcties daarop. Beide ideologieën kennen hun versies van het Marshallplan. Succesvolle samenlevingen zijn een soort verstandshuwelijken tussen socialisme, liberalisme, nationalisme, globalisme en kapitalisme. Het zal toch nog kloppen dat men zijn vijanden moet leren koesteren.
19 december 2024
Geplaatst in de categorie: politiek