Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Getraumatiseerde mensen voeren oorlog.

'We geloven niet in het kwaad tot het kwaad is geschied', heeft een Franse schrijver uit de zestiende eeuw, Jean de La Fontaine gezegd. Dat dit waar is, heb ik ondervonden. En dat een mens dit zelf wil ondervinden. Van het kwaad dat een ander is overkomen, leert men meestal niets, want men gelooft het niet.
Ik heb een narcistische moeder. Vijftien jaar geleden begon dat aan het licht te komen, met grote gevolgen die ik heden nog ervaar. Men geloofde mij niet als ik vertelde wat ze mij aandeed. Er werd over mij gepraat en niet met mij. Ik trok me terug.

Hoe snel mensen wel de leugens geloven heb ik, meer dan me lief is, moeten ervaren. Voor de tweede keer ga ik over de tong. Ik had hem gevraagd geen vertrouwelijkheden aan derden te geven, toen hij het contact met mij verbrak. Hij schreef geen antwoord terug.
Ik schijn iets verkeerds te hebben gezegd over het sjamanisme. Hij is een sjamaan. En hij was een kennis en de enige die ik dacht te kunnen vertrouwen.
Nu zal iedereen weten dat ik in de rechtbank heb gezeten tegen mijn narcistische moeder. Hij wist dat ik dit geheim wilde houden voor de buurt. Zoals ook de andere vertrouwde zaken die ik met hem deelde.
De eerste lafaard duikt al onder als ze mij ziet aankomen en de bruut duikt ongegeneerd op alsof ze de mogelijkheid tot leedvermaak ruikt. Het ziet eruit als een stomme film. Weer wordt er over mij gepraat in plaats van met mij.

Mijn leven lang ben ik als christen omgegaan met anders gelovigen of overtuigingen. Zo ben ik jarenlang bevriend geweest met een homoseksuele sjamaan. We maakten naast uitvoerbare plannen ook ruzies die we altijd weer bij legden. Uiteraard werd ook het geloof besproken. Zonder ruzie. De ruzies gingen over de liefde of beter gezegd het gebrek daaraan. Vooral onder invloed van alcohol. Hij was verslaafd aan de drank. Met zijn loslippigheid verloor hij af en toe mij en in één tel het contact met zijn allerbeste vriend. Ik zie hem nog zitten de volgende dag, met zijn magere benen in een slobberbroek, de knieën opgetrokken tot aan zijn oren, weggezakt in een diepe versleten fauteuil. Ontnuchterd en boordevol spijt. Ik leed met hem mee. Het is nooit meer geworden zoals het was.
Hij is inmiddels overleden aan corona. Hij was tweeënzeventig. Zijn vriend heeft de begrafenis geregeld. Ik moest het lezen uit de krant. Misschien dat ik daarom nooit heb kunnen rouwen om hem? Nog steeds is er geen traan terwijl ik toch veel van hem heb gehouden.

Zo had ik ooit contact met een moslima. Ik respecteer elke moslim, maar ik deel hun geloof niet. En zij het mijne niet. Ze maakte kleding voor moslima's. Ik heb een keer een modeshow gelopen voor haar. Met hoofddoek.
Zij was als joods meisje geboren in een protestantse pinkster familie en als volwassene moslim geworden. We wilden een discussie voeren over het geloof. Toen ik hiervoor eerst de hele koran had uitgelezen, stond ik verbaasd dat er mensen bestaan die werkelijk geloven wat er in dit boek geschreven staat. Dat zullen anderen van de bijbel vinden. Nou en?
Onze discussie strandde op de liefde. We wilden elkaar geen pijn doen. En we hadden niet eens wapens. Wel kinderen.

Het issue van de ex-kennis en sjamaan is de overtuiging van de enige ware God. Ja, ik geloof dat er maar één God is. Nou en? Wat kan het jou schelen dat ík dat geloof?
En daar ligt het probleem. Hij heeft zijn radicaal christelijke vader weer voor zich in plaats van mij en de realiteit. Hij voelt zich gedwongen om zich te verdedigen terwijl hij niet wordt aangevallen. Het gevecht met zijn vader is niet voorbij omdat hij het zelf levend houdt. Zijn vader is dood en herrezen in mijn gestalte als ik nog van niks weet. En nog steeds niet weet wat ik verkeerd heb gedaan of gezegd.

Zijn wilde lange haren dansten om hem heen terwijl hij zijn auto poetste tijdens het laatste contact. Ondanks de pensioenleeftijd kon ik geen grijze sliert vinden terwijl ik al wit ben. De vijandigheid lag al ongemakkelijk tussen ons, maar ik bevatte het nog niet. Ik zag dat het indruk op hem maakte, toen ik zei dat het te pas en te onpas vertellen van het evangelie, betekent dat de christen zelf te pas en te onpas bereid moet zijn om te getuigen als dit gevraagd wordt. Het geloof mag nooit worden opgedrongen.
We waren al jaren samen als lotgenoten. Hij had een narcistische vriendin gehad en ik streed tegen een narcistische moeder. Beiden dupeerden ons financieel. Beiden hadden we een bijstandsuitkering. Beiden gingen we door dezelfde hel, die hij nu, speciaal voor mij, zelf aansteekt.

Want net als mijn broers heeft hij het narcistische gedrag van de ouder overgenomen. Deze slachtoffers ontkennen dat ze slachtoffer zijn. Ze lijken op narcisten, maar zijn het niet. De narcist zit onder hun huid. Dat heet trauma. Trauma krijg je van de oorlog en daar komen nieuwe oorlogen van. Of dat nu achter het aanrecht is of aan het front, bij beiden sneuvelt eerst de waarheid en dan maken ze alles kapot wat mensen lief is.
Ik mocht hem graag. Deze vredige boeddhist en sjamaan met respect voor mens en dier. Hij gaf les in een oosterse vechtsport. Ik zag het als een plechtige dans. Nooit heb ik deze laaghartigheid van hem verwacht! Nooit!

Zijn vader heeft hem het christelijk geloof hardhandig opgedrongen. Ik beschuldig zijn vader voor dat gedrag ten opzichte van zijn zoon. Hij kan dat niet. Hij heeft zich genoodzaakt gevoeld om net zo radicaal te zijn als zijn vader, om zichzelf te redden. Hij denkt niet naar eigen zeggen. Hij leeft alleen op gevoel. En met dat gevoel zonder denken heeft hij feilloos de strategie van zijn vader overgenomen. Dit heb ik vaker opgemerkt bij getraumatiseerde vrienden en kennissen, die de confrontatie met de door de ouder veroorzaakte pijn niet aankonden. Onbewust nemen ze hetzelfde gedrag over in plaats van het gedrag van de ouder af te keuren.
Of ze nemen hun toevlucht tot het zichzelf beschuldigen van het narcistische gedrag van een ouder. Dit is voor hen gemakkelijker te dragen dan de waarheid dat de ouder slecht is en zij in zichzelf hun voorbeeld moeten afwijzen. Een ouder beschuldigen is voor velen zo onverteerbaar dat zelfs vreemde ouders moeten worden geëerd.

'Het is je moeder', verwijt men mij. Ja dat weet ik, dus waar bemoei jij je dan mee? En het zal je moeder maar zijn! Een ouder mag zich kennelijk als een hufter gedragen, het kind moet vergeven, eren en liefhebben. Doet het kind dat niet dan wordt het veroordeeld door de hele samenleving als was het de moeder van iedereen! En dan zoekt men een steen om mee te gooien.

Karen Armstrong, deskundige op het gebied van wereldreligies, schreef een boek met de titel 'In naam van God.' Zij legt uitgebreid uit dat de ware redenen voor geweld vaak weinig met religie te maken heeft, maar meer met sociale, economische en politieke redenen.
Ik heb me altijd afgevraagd waarom Israël en Palestina niet vredig naast elkaar wachten op ieder hun eigen redder. Mijn antwoord is dat het daar allang niet meer over gaat.

Schrijver: Susan
18 mei 2025


Geplaatst in de categorie: religie

5.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 11

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)