Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Sluiten geloof en wetenschap elkaar uit? (slot)

De verschillen tussen de theologie en de natuurwetenschappen laten zien dat ook het begrip ‘wetenschap’ maar een verzamelnaam is voor een heleboel disciplines die onderling sterk kunnen verschillen. De theologie als de wetenschap die allerlei verschijnselen, teksten en uitingen op het gebied van de religies bestudeert, mag gerust uitgaan van een geestelijke wereld, terwijl daar in bijna alle andere disciplines – de parapsychologie uitgezonderd – geen rekening mee hoeft te worden gehouden. De verschillen tussen geloof en wetenschap kom je dus in zekere zin ook binnen het terrein van de wetenschappen zelf tegen, al worden ze daar niet zo sterk als echte tegenstellingen gevoeld. Je kunt bv. ook theologie studeren zonder dat je in God gelooft; je bestudeert dan alleen uitingen van het geloof van anderen, zoals teksten en rituelen, en probeert daar theorieën over op te stellen.

Groter is de tegenstelling tussen de religies zelf en de meeste wetenschappelijke disciplines. Dat heeft vooral te maken met de bron van de kennis waar ze uit putten. Godsdiensten baseren zich op openbaringen, terwijl wetenschappen zich bezig houden met het verzamelen, beschrijven en klassificeren van kennis die door onderzoek is verkregen; daarbij mogen alleen methoden worden gebruikt die binnen die disciplines als geldig worden beschouwd.

Als je godsdienst puur opvat als de verzameling kennis die door openbaringen is verkregen, dan moet ook heel goed gekeken worden naar de eigenschappen, sterke en zwakke punten van de persoon die de openbaring heeft ontvangen. Ook de tijd en de cultuur waarbinnen de openbaringen zijn verkregen is van belang. Die menselijke factor mag nooit uitgeschakeld worden, maar ook niet overschat.

Zo heb ik de afgelopen jaren bv. gekeken in hoeverre de openbaringen van verschillende mystici over het heelal te rijmen zijn met natuurwetenschappelijk onderzoek. Daarbij kwam ik heel grote verschillen tegen: sommige mystici deden uitspraken over het heelal, die verrassend goed overeenkwamen met wat later door sterrenkundigen is ontdekt, terwijl anderen een beeld van de kosmos gaven dat daar sterk van afweek. In het laatste geval is er vaak sprake van het gebruik van allerlei symbolen en mogen de beschrijvingen niet letterlijk worden opgevat.

Als voorbeeld van het eerste wil ik o.a. mystici noemen als Lorber en Swedenborg; zij beschreven in de 18e en 19e eeuw structuren in het heelal, die sterk aan sterrenstelsels en clusters (groepen sterrenstelsels) doen denken. Ook wisten ze dat alles uit atomen is opgebouwd. Hildegard von Bingen, een Duitse mystica uit de 12e eeuw, gebruikte veel symbolen uit de toenmalige astrologie, waardoor haar uitspraken over de kosmos veel moeilijker toegankelijk zijn. Toch zit er een duidelijke systematiek in. Haar enorme kennis van de werking van geneeskrachtige kruiden, waarover zij veel heeft geschreven, laat zien dat ze een heel praktisch ingesteld iemand was. De symbolen zijn dan wel wat gedateerd, maar haar scherpe manier van denken doet toch heel modern aan.

Veel uitspraken van deze mystici kun je vrij goed verifiëren; ze zijn vaak betrouwbaar. Ook in deze tijd kun je ze nog wel toepassen. Toch zijn er ook wel openbaringen met een (voor mijn gevoel) dubieus karakter. Altijd blijkt dan weer dat de kwaliteit van een openbaring sterk afhankelijk is van de eigenschappen van de persoon die de openbaring ontvangt. Kortom: de geestelijke wereld heeft mensen nodig om zich kenbaar te maken, maar die openbaringen hullen zich dan wel in de gedaante van de tijd en de persoon in kwestie. Vaak wordt dat vergeten.

Dat brengt me meteen bij een ander punt, dat bij een vergelijking tussen wetenschappen en religies héél belangrijk is: de taal van openbaringen en van mystici verschilt sterk van de taal van wetenschappers. Een woord of begrip binnen de mystiek kan bv. een heel andere betekenis hebben dan in de natuurwetenschappen. Zo wordt binnen de mystiek onder de term ‘licht’ meestal het geestelijke licht – dus de wijsheid – verstaan, terwijl de natuurwetenschappen daarbij denken aan het fysieke licht van een aardse of kosmische bron.

Daar liggen nogal wat addertjes onder het gras. Om een simpel voorbeeld te noemen: de beide scheppingsverhalen in Genesis (er staan immers twee scheppingsverhalen in het Oude Testament) beschrijven het ontstaan van de wereld, waarbij elke fase een ‘dag’ wordt genoemd. Die dagen staan voor perioden of tijdperken, niet letterlijk voor een periode van 24 uur. Jammer genoeg zijn er hele volksstammen die toch vasthouden aan die letterlijke interpretatie. Het spreekt vanzelf dat dit op de buitenwacht heel ongeloofwaardig overkomt. Willen wetenschap en geloof ooit op een zinvolle manier met elkaar in gesprek raken, dan zal er allereerst gekeken moeten worden naar de taal en de betekenis van de begrippen die men hanteert, want daar zitten haast nog de grootste problemen.

Om te kijken in hoeverre religie en wetenschap elkaar verdragen op het internet, heb ik twee jaar geleden een rondje gemaakt langs verschillende forums over het Oude Egypte en over sterrenkunde. Wat me daarbij opviel, was dat noch sterrenkundige, noch archeologische sites uitingen met een religieus of politiek karakter accepteerden. Wie daarover begon, liep het risico dat zijn forumbericht werd verwijderd. Een discussie over de raakvlakken tussen geloof en wetenschap, spiritualiteit en rationaliteit, was daardoor onmogelijk.
Ik ben ook het tegenovergestelde tegengekomen, nl. dat op spirituele sites wetenschappelijke info - zeker als het in strijd was met de opvattingen van de beheerders - niet erg werd gewaardeerd. Ook uitingen met een christelijk karakter werden soms verwijderd.

In feite waren dat een paar steekproeven, maar helemaal toevallig was dat natuurlijk niet. Wat ik daarmee bedoel is, dat het vaak schort aan de wisselwerking tussen die twee. Men wil ófwel puur 'wetenschappelijk' blijven, maar neemt daarbij dan een houding aan van "Ben je religieus? Prima, maar doe dat dan maar bij een ander voor de deur", ófwel men blijft in spirituele sferen hangen, maar laat dan niet of slechts mondjesmaat gedegen informatie uit de hoek van de wetenschap toe. Men spreekt vaak niet met elkaar en houdt de boot zelfs af.
Dat vind ik jammer. Op die manier blijven het twee volkomen van elkaar gescheiden gebieden. Eigenlijk zou er véél meer uitwisseling en contact moeten zijn. Mijn hele leven ben ik al op zoek naar een synthese tussen die twee, naar een harmonisch evenwicht tussen verstand en gevoel, hoofd en hart, emotie en verstand, magie en rede. Ik denk wel dat zoiets mogelijk is, maar het is binnen spirituele kringen vaak verhipte moeilijk om de inhoud van een bepaald geloof te confronteren met wetenschappelijk onderzoek, zoals wetenschappers vaak ook de boot afhouden als het erom gaat hun kennis te vergelijken met de inhoud van religies.

De tijden lijken sinds de middeleeuwen niet echt veranderd. Nog steeds is er die kloof. Nog steeds is er veel onwil om de dialoog aan te gaan. Dat is jammer. Niet alleen voor mijzelf, maar vooral omdat er een tijd zit aan te komen waarin die kloof zal worden overbrugd. Ik geloof vast en zeker dat de komende transformatie van de aarde óók een transformatie van de wetenschap zal inhouden en dat er dan eindelijk wetenschap zal worden bedreven die een duidelijke ethiek kent en doordrongen is van het bestaan van een geestelijke wereld.

Er zullen technieken worden ontwikkeld om mensen sneller en effectiever te genezen. Misschien zullen ooit alle ziekten worden uitgebannen. Ook zullen er meer ontdekkingen in Egypte worden gedaan - ontdekkingen waardoor we sommige inzichten over die cultuur zullen moeten bijstellen. Het heelal zal beter in kaart worden gebracht. Nieuwe planeten zullen worden ontdekt, veraf en dichtbij, naast de ruim 300 die al door telescopen vanaf de aarde en in de ruimte (zoals de Hubble en de Spitzer) zijn waargenomen. Op den duur zal men ook met aardse instrumenten leven op andere planeten ontdekken. Het verleden zal steeds meer open voor ons komen te liggen en misschien zullen mensen ooit nog reizen ondernemen naar andere sterren.

Dat alles wordt pas mogelijk als éérst die kloof wordt gedicht, waardoor de wetenschap de geestelijke dimensie herontdekt, en ook de liefde met wijsheid wordt verbonden. Vaak is het nu óf het één, óf het ander. Beide polen – aarde en hemel, lichaam en geest – hebben elkaar nodig, horen onverbrekelijk samen. Pas als ze weer worden samengebracht krijgt ook de wetenschap de diepgang die nodig is om de mensheid verder te brengen. Door de eenzijdige gerichtheid op de materie staat ze nu immers nog vaak in dienst van allerlei kortzichtige doelen.

Schrijver: Hendrik Klaassens, 31 januari 2010


Geplaatst in de categorie: wetenschap

4.5 met 6 stemmen 434



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)