Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Het gebroken hart afgebroken

(voor Deborah Leah Sugarbaker (1950 - 2009))

Je bent geboren op 6 februari 1950 in Jefferson City.
Je vader Everett was een arts van een kankerkliniek. Je moeder Genève was een verpleegster.
Je bent van Nederlandse afkomst en je bent van huis uit Baptist.
In je jeugd was je gefrustreerd over de dagelijkse rolpatronen als zesde van tien kinderen.
Met je moeder bezocht je een vrouwengevangenis, waar dan vrome liederen werden gezongen en er werd gebeden met de gevangenen. Je was bang voor die gevangenen en je ging gebukt onder een religieus zondebesef, want je nam al die religieuze geboden en verboden serieus. Daar kwam bij dat je overgevoelig was en het hakte er dus dubbel in, deze verwoestende religie, die kinderharten mangelt.

Je studeerde aan de University of California-Riverside, waar je een Bachelor of Arts graad behaalde. Op de University van Missouri behaalde je een Masters graad.

Op je negentiende trouwde je met Charles Digges, een piloot in opleiding. Jullie eerste zoon Charles junior werd geboren.
Je verhuisde naar Californië, maar Charles vloog veel weg. Op je twintigste begon je gedichten te schrijven.
Jullie zoon Stephen werd geboren. Op je tweeëntwintigste zijn Charles en jij gescheiden.

Op je vierentwintigste volgde je de Iowa Writers Workshop, waar je een Master of Fine Arts behaalde. Je was lerares Engels aan de New York University, de University of Boston, de Columbia University en de Tufts University in Medford.
In de jaren zestig wist je je eigen identiteit en je scherpe blik te ontwikkelen.

Op je vijfendertigste ben je met de dichter Stanley Plumby getrouwd, maar die was ook vaak afwezig, wat je tenslotte opbrak en na acht jaar huwelijk ben je van hem gescheiden. Eindelijk kon die onbewuste, poëtische rivaliteit ook stoppen. Stephen was begaafd en gefrustreerd. Hij begon drugs te gebruiken en hij kocht wapens. Ook had hij aanvaringen met de politie. Zijn geniale vragen hebben je extra aan het denken gezet.
Je schreef 'The Stardust Lounge: Stories from a Boy's Adolescence' over zijn moeizame tienerjaren. Momenteel is hij een uitstekende fotograaf.
Je schreef ook het autobiografische 'Fugitive Spring'.
Je werkte als vrijwilliger bij de Dakin Animal Shelter in Leverett en je reisde vaak naar Oost-Afrika, waar je werkte voor de kinderen in het Tumaini Weeshuis nabij Mount Kenya.

Op je vijftigste ben je getrouwd met Franklin Louw, een joodse leraar, die drie jaar later overleed door kanker. Je woonde aan de Blue Hills Road in Amherst. In elke kamer stond een grote vaas met seringen en de keuken was betegeld met namaak Delfts blauw-en-wit.

Als hooglerares Engels aan de Tufts University was je zeer geliefd en gerespecteerd. Je was verzot op het denkwerk van de filosoof Gaston Bachelard. Je schreef over bannelingen, vluchtelingen en isolatie. Je voordrachtkunst en zelfs de inhoud en de opbouw van je gedichten doen sterk denken aan Sylvia Plath. Je was even emotioneel geladen en net zo verdrietig en intens verbonden met de betekenis van de dichtwoorden.

Je schreef vier dichtbundels: 'Vesper Sparrows', 'Late in The Millennium', 'Rough Music' en 'Trapeze'.
'Vesper Sparrows' kreeg de Delmore Schwartz Memorial Prize for Poetry en voor 'Rough Music' kreeg je de Kingsley Tufts Poetry Award, wat je 50.000 dollar opleverde. Je won twee keer de Pushcart Prize.
Je vertaalde de gedichten van Maria Elena Cruz Varela, een Cubaanse dichteres, getiteld 'Ballad of the Blood'. Zij was tegen Fidel Castro en ze hebben haar op brute wijze twee jaar gevangen gezet.
Je publiceerde achttien gedichten in 'The New Yorker' en je werkte aan een historische roman over Sarah Winchester.

Op 10 april 2009 nam je je auto en reed je naar het McGuirk Alumni Stadion van de University of Massachusetts in Amherst. Je werd bovenin de tribunes gesignaleerd door sporters en een politieagent. Je bent van het hoogste punt van de tribune naar beneden gesprongen. Men vond je liggend in het gras en je bent nog naar het Cooley Dickinson Hospital gebracht, maar je was al overleden.

Je motief is misschien in je poëzie terug te vinden. Je schreef immers veel over je verleden. Je zoon Charles geloofde niet dat je zelfdoding pleegde, omdat je van het leven en de natuur hield. Blijkbaar was hij één van de velen, die je niet vertelde over je sombere keldergeheimen.

Postuum verscheen de dichtbundel 'The Wind blows through The Doors of my Heart'. Je verborgen eenzaamheid en je moedig gedragen, kwetsbare leed sloegen de bittere handen ineen en balden zich tot een dubbele vuist om de totale krankzinnigheid af te wenden. Zonder te gillen of mooie woorden te prevelen, viel je razendsnel naar beneden, want er was niets poëtisch aan, je vond het verschrikkelijk, maar je zag geen andere uitweg meer. De kranten kopten terecht 'Een groot verlies voor de Amerikaanse literatuur'.

'The wind through my heart blows all my candles out'.

Schrijver: Joanan Rutgers, 11 maart 2013


Geplaatst in de categorie: idool

4.3 met 6 stemmen 540



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)