Schipperen tussen pro of contra Rusland

(voor Maria Mikhailovna Shkapskaya (1891 - 1952))

Je bent geboren op 15 oktober 1891 in Sint-Petersburg. Je was de jongste van vijf kinderen. Je ouders hadden gestudeerd en het waren nette mensen. Het was moeilijk rondkomen met het kleine pensioen van je vader, wat hij kreeg vanwege zijn geestesziekte. Je moeder was verlamd. Je ging naar het gymnasium op het eiland Vasilyevsky in Sint-Petersburg. Op je negende schreef je een eerste gedicht. Op je elfde begon je al te werken. Je deed de was, je schreef adressen op het postkantoor en je hielp de actrices van een Oekraïens bedrijf. Op school werd je politiek gevormd. Je was lid van een studentikoze leesgroep en je publiceerde gedichten in het studentenblad. Op je achttiende behaalde je het gymnasium-diploma.

In 1910 trouwde je en samen met je man woonde je in Pskov, de oude stad van de kabbelende wateren. Alexander Poesjkin is in een oud klooster nabij Pskov begraven. Je schoonvader organiseerde een studie van het merengebied, waar jij aan meedeed. Je deed interviews en enquêtes. Je hebt een lijst van ruim tweehonderd dialecten verzameld. Hier had je later als journaliste veel profijt van. Je man en jij waren lid van een plaatselijke, marxistische groep. Je publiceerde een fabel in de krant 'Narva folder' en in 'Pskovian Life' verscheen je gedicht over het overlijden van Leo Tolstoy.

Je studeerde een jaar geneeskunde aan het Sint-Petersburg Psycho-Neurologisch Instituut. In 1912 werd je twee keer gearresteerd, eerst voor het meedoen met een demonstratie en later samen met je man voor deelname aan een politieke studentenorganisatie. Je man en jij werden tot drie jaar ballingschap veroordeeld. Door een filantropische handelaar konden jullie tijdens die ballingschap blijven studeren. Jullie verbleven drie jaar in Frankrijk en jij volgde in 1914 een studie literatuur aan de Universiteit van Toulouse. En je volgde colleges aan de School voor Oosterse Talen in Parijs. Ondertussen publiceerde je gedichten in Sint-Petersburgse tijdschriften, op aanbeveling van de schrijver/journalist/mensenrechten-activist Vladimir Korolenko, die je in Parijs ontmoette.

Je kwam ook in contact met de dichter Maximilian Voloshin en de schrijver/journalist Ilya Ehrenburg, die de schilders Picasso, Modigliani en Rivera kende. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was je lid van een organisatie, die de Belgische en de Franse vluchtelingen hielp. Je publiceerde vier essays over wat je allemaal zag.

In 1916 ging je naar Rusland terug, waar je schrok van de corruptie en de hebzucht. Je publiceerde diverse essays over het verschil tussen Frankrijk en Rusland, ten voordele van Frankrijk. Tijdens de Russische Burgeroorlog ervoer je rode en witte terreur. Je man en jij kregen twee zonen. In 1920 werd je lid van de Petrograd Dichters Unie en in 1921 werkte je samen met de dichter Alexander Blok. Je poëtische thema's waren het geloof, het moederschap en de verloren liefde. In 1923 verscheen je bundel 'Bloed-Metaal', die door de schrijver Maxim Gorki werd geprezen, omdat je de vrouw een nieuwe stem gaf. In 1925 verscheen je laatste dichtbundel 'De Aardse Kunstvaardigheden'. Vanaf 1925 werkte je acht jaar als journaliste voor de Rode Krant. Je werd geprezen om je filmische schrijfstijl en je werk verscheen in de krant Pravda en in belangrijke bladen.

In 1927 noemde de dichteres Vera Inber jou één van de vier beste Sovjet-journalisten. In 1928 werd jullie dochter geboren. Na 1929 werd je poëzie in Rusland niet meer gepubliceerd. In 1934 nam je afstand van je vroegere poëzie, omdat je sociaal ongeïnformeerd was, zei je. In 1937 verhuisde je naar Moskou. Na 1945 was je redacteur voor het Anti-Fascistische Comité van de Sovjet-vrouwen. Je jongste zoon werd in 1950 naar een werkkamp gestuurd.

Op 7 september 1952 overleed je in Moskou en je werd zestig jaar.

Maria Mikhailovna Sh Vladimir Korolenko Ilya Ehrenburg

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

1.0 met 2 stemmen 891