Toneelacademie Oranjehuis
Sommige beelden haken zich vast in mijn geheugen en doemen continu weer grotesk in mij omhoog. Zo is daar steeds weer dat journaalbeeld van koningin Máxima, waarin ze paus Franciscus ontmoet en een bevallige kniebuiging maakt. Dat knieknikje zie je amper nog in het straatbeeld, laat staan in theaterstukken, maar zij weet het opnieuw te introduceren, alsof het nooit is weggeweest.
Uit feministisch oogpunt is het ook niet echt wenselijk, daar het een zekere onderdanigheid van de vrouw symboliseert. Er was een tijd dat het een charmante handeling van de vrouw was, maar dat was ver voor de emancipatiegolf. Verder kun je zo'n sierlijk gebaar alleen maar in een koninklijk sprookje opvoeren, wat weer voor haar pleit en ook weer niet, want zo'n koninklijk sprookje staat ver weg van de algemene werkelijkheid en is zich al vaak terecht een reden van discussie of het nog langer in stand moet worden gehouden.
Máxima Zorreguieta is geboren op 17 mei 1971 in Buenos Aires, een wervelende stad boordevol evenementen en dranklokalen. Haar vader Jorge Horacio Zorreguieta was de staatssecretaris van Landbouw in het regime van generaal Jorge Videla, die velen heeft laten martelen en vermoorden. Máxima is van huis uit rooms-katholiek. De roomse godsdienstbeleving is ook al zo'n in zichzelf gelovende toneelvereniging vol verkleedkleren en tierlantijnen. Ze spelen hun klerikale rollen zo goed, dat je het nauwelijks van echt kunt onderscheiden. Alleen de allerbeste toneelspelers krijgen de hoofdrol als paus toebedeeld. Al is het publiek in de loop van de tijd flink uitgedund, op de diverse podia spelen ze gewoon door. Dát zijn pas echte toneelspelers, die nooit uit hun rollen vallen en geloven, dat ze hun rollenspel zijn.
Máxima is in grote rijkdom opgegroeid en de jaren voordat prins Willem-Alexander verliefd op haar werd, heeft ze flink de bloemetjes buiten gezet. De Nederlandse prins ontmoette ze op één van haar feesten in Spanje. Ze is van nature heel clever in het aanpasgedrag en de acteerprestaties, die daar bij worden verwacht. Iedere jonge, gretige, mooie vrouw zou heel voorzichtig en gewiekst zijn met zo'n grote, Alfa-bier minnende vis aan de haak.
Inmiddels is ze al jarenlang de vrouw van koning Willem-Alexander der Nederlanden en mag ze zichzelf koningin noemen, al spreek ik als overtuigd republikein liever van wanen. Nu was de koning niet bepaald een gemakkelijke leerling op de Oranjehuis Toneelacademie. 'Alle Nederlandse pers, opgerot!' blijft voor altijd in zijn blazoen hangen. Hij gaf soms ruiterlijk toe, dat hij niet zat te springen om de koningsrol. Eerlijk gezegd lijkt hij nog steeds op een boerenjongen met een kaashoofd en bierbuik, die te eerlijk is om aan volksverlakkerij te doen. Toch heeft zijn moeder hem nog voldoende weten klaar te stomen, om niet te zeggen te drillen, voor de rol van zijn leven, ook al speelt hij soms als een houten Klaas en als een gevangene in zijn peperdure maatpakken.
Naast de complimenteuze telefoontjes vanuit kasteel Drakensteijn wordt hij natuurlijk volop gepusht en gesuppord door zijn edele Lady Máxima, die niet schroomt om dure kledij en juwelen te dragen. Dat moet gezegd, ze speelt haar rol als koningin op superbe en charmante wijze. Toch is dat nu juist wat mij ook zo steekt, die academische gestileerdheid, dat als toeschouwer bijna nergens met je twijfels naartoe kunnen, dat vervloekte adembenemende van heel dat geraffineerde poppenkastgedoe.
En dat brengt me terug naar die elegante kniebuiging, die de verleidelijke Máxima voor haar van origine landgenoot paus Franciscus maakte. Op dat moment speelde ze dubbelspel, namelijk als belangrijke actrice in het doorzichtige Oranjehuistheater en als belangrijke figurant in het roomse variété-theater.
Ethisch gezien vind ik al die toneelpoespasbolwerken verfoeilijk en ongepast, maar als zuivere socialist heb ik dan ook niets met de over het paard getilde miljonairskringen, die blijkbaar zoveel spaargeld in hun Zwitserse bankkluizen hebben liggen, dat ze onbeschaamd en gewetenloos met hun geacteerde levens kunnen doorgaan. De volgende generatie is al in opleiding, maar ik vraag me dringend af hoelang we dat nog allemaal met zijn allen gaan pikken. Ik weet wel dat er altijd halvegaren zullen zijn, die met oranje, plastic vlaggetjes blijven zwaaien en die na een halve fles Oranjebitter denken dat ze deel uit maken van het Oranjetheater, maar laat ik één ding duidelijk heb mogen maken, op de Toneelacademie Oranjehuis spelen ze louter voor zichzelf, wat bij de Roomse Toneelacademie idem dito is.
Het lijkt misschien liefdadigheidswerk, maar in de kern is het de keiharde instandhouding van kapitalistisch gewin. En herinner je dan nog maar eens die ontzettende fake-kniebuiging van Máxima.
Geplaatst in de categorie: koningshuis