Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De dromen voorbij de schedel

(voor Jotie T'Hooft (1956 - 1977))

Nu de droombeelden uit het schedelhoofd en jouw decadente, aristocratische, liederlijke junkiebestaan vrij spel hebben, vraagt de bezonkenheid om frisse monsters van het punkresidu van de snelgepende letters in een heftige roes van kwaadaardige handlangers van de door heerszuchtige mensen gecreëerde afstootplaneet. En wat dan? Dan ga ik kijken hoe jouw geschreven Rozenkruisersvesting zich in de loop van de echte jaren gehouden heeft; of het dak er nog op zit en of de heipalen niet verrot zijn bijvoorbeeld. Ik weet, net als jij, dat jouw eeuwige zijn lichtjaren ver verwijderd is van jouw vleesloze schedel en geraamte in jouw eenvoudige, maar liefdevol uitgekozen begraafplek zonder een ontsnappingstunnel van bevriende mollen. De vraag of je wel of niet een internetverbinding in jouw doodkist wilt is geen optie meer en zelfs de sterkste beer wordt door de dood getroffen, het is niet anders. Het valt te hopen dat er in de eeuwige droomwereld geen eenzaamheid is, ook niet voor jou, zwervende, verstokte einzelgänger. Rondom het houten kruis blijven met jouw naam erop blijven soms wat hasjwalmen van vrome bezoekers hangen, wat jij niet meer ruiken kunt en mogelijk niet meer ruiken wilt, maar jouw achtergelaten legende doet nog steeds de verbeeldingen verrijken en de bevriende harten sneller kloppen. Jouw insteek was in ieder geval van een uitgelezen en duurzame keuze. De beginselen van de ware magie hebben jou in vuur en vlam gezet, van excentrieke striphelden met extreme waaghalzerij, waar jij ingetuind bent, naar uitgekookte drugsengelen met artistieke talenten. Er liepen brutale schaduwen met jou mee, bloedzuigende indringers uit een macaber doolland. Er school een poëtische visvijver in jou, je hoefde jouw hengel maar uit te werpen en je had weer beet, een kosmische kweekvijver vol verse verzen. Als een zwarte straatkat sloop jij door de meest desolate vuilnisplekken en holle, bloedeloze ruimten. Jij wilde jouw geestelijke wonden likken, door ze vol te spuiten met hallucinerende vloeistoffen. Je verzachtte jouw emotionele ademnood met de beneveling van marihuanawolken, maar jouw longblaasjes protesteerden in de zuivere ochtendlucht, doordrongen van steeds meer kleverige en prikkeldraadachtige, illusionaire, maar keihard aankomende, vleesetende angsten. In de achtertuin van jouw gedachtenpark bloeide nog steeds de Keltische oerboom, maar jouw ondergrondse knaagdieren hadden de wortels reeds verpulverd en slaapverwekkend zand in jouw ogen gestrooid. Door de aangetrokken schemering verloor jij het heldere zicht en knapten de lijnen van de reddingssloepen, die vervolgens als wraakzuchtige enterhaken tegen jouw kaken sloegen.

Liever dan gietijzer dronk jij de versierde, milde variant van het zoete dromen opwekkende monster Heroïne, die al kwijlde bij de wrede gedachte, dat jij jouw volgende shot high in the sky ambieerde. Het was al veel te laat voor een verfrissende plons in de Bron van Eeuwige Schoonheid en de ooit zo felbegeerde, mysterieuze schoonheid van een naakte, opgewonden vrouw hielp niet meer, daar er eindeloze, sombere nachtwoesternijen tussen gekomen waren, bittere leemten, die door goedbedoelende toverfeeën onoverbrugbaar waren, afgesloten met geheime codes en tekenen. Het frivole idee alleen al prikkelde jou niet meer. Er waren hogere geneugten en diepere waarheden in de uitzonderlijke en schijnbaar majesteitelijke beloften van Vampirella Heroïneparadijs. Jouw verscherpte cocaïneblik zond noodsignalen naar de goden van diverse pluimage, hooggelegen ver weg, maar ook in diepe, donkere, vochtige spelonken. Toch vlogen er weleens zeg maar aardse beeltenissen door jouw kunstmatig opgewekte dromenroes, een spontane kus van jouw geliefde of een onverwachtse handdruk, die maar aan bleef houden en zich vervormde tot de eenzame kamers van jouw wegduwende jeugd. Wat jij allemaal zag, kon jij met geen pen beschrijven, het was zo overweldigend mooi, zelfs jouw medegebruikers begrepen dat niet. Zo waren er op hoog niveau nog verdere afstanden en eenzaamheden, zo in die onechte waanbelevingen, die soms grensden aan een blik op het werkelijke hiervoor-, hierna- en hiernumaals, maar er volstrekt niet aan tipten. Over bad trips en walgelijk sinistere naweeën werd nauwelijks gerept, dat verstopte je in de grafkelder van jouw hardnekkige doodsverlangen, waar het uitgroeide tot een levensecht spiegelbeeld van een kraai, die in jouw hart pikte. Je wist dat de opeenstapeling van schijnbaar verwarmende droombeelden als een kaartenhuis ineenstortte, zoals dat gaat met dwangmatig opgewekte troostbeelden, maar je verklapte het aan niemand. Je kunt nu eenmaal moeilijk pronken met een lege schatkist. Je kunt er wel in verzinken als in een zwart heelalgat. Om zo alsnog voor het ruimere sop te kiezen in de vorm van aardedonker, ademloos verbroederen en als een raket de ruimte in schieten, op jacht naar de echte, eeuwige droombeelden, die alles voorgoed helen, wat zo'n zielsoverbelaste pijn had gedaan.

Het verblijdende kleurenspel van hogere liefdesvormen, die ook in het aardse leven te vinden zijn, mits je niet de korte, destructieve weg neemt, waar een snoepkraam vol kortdurend, gelukzaligheid veinzend gif de scepter voert. In veel gevallen hebben bange hazen groot gelijk. Het is niet stoer om jezelf dood te prikken, dat doe je alleen als je waanzinnig wanhopig bent en bang voor het toegetakelde, hulpbehoevende, nederige, echte leven. Bang voor de menselijke overgave en de verborgen trauma's diep in jouw gekwetste ziel. Tijdens een verlate autopsie is er een groot gebrek aan inlevingsvermogen aangetroffen, iets wat je gezien jouw werk niet zou zeggen, maar het komt overeen met een zware vorm van autisme, die helaas nooit is onderkend. Men stond met de handen in de zakken naar de flitsende neonletters SCHIZOFRENIE te apegapen, terwijl jouw met vette leugens en verdorde bladeren ingekapselde eenzaamheidscocon verschrompelde. Op libido point zero en het zichtbaar geest ver rui mend, schrikbarend duivelseiland nam je terecht de benen, maar die hadden naar een voelbare schuilhaven moeten leiden, met felwitte zonnestralen en eindeloze stranden vol naakte, schoongebruinde liefdesgodinnen met aanraakbaar haar en verwarmende lichaamsholten om in uit te huilen, om in te schreeuwen van wanhoop en verdriet, zoals hardrockzangers dat doen, om je ware zelf te tonen, zonder bedrieglijke surrogaatmiddelen en haarscherp nabij. Zoals blinden zien, neerbuigend ingekeerd. En symbolisch voorbij de chaotische paniekzolder van de gedoodverfde, overwonnen, gitzwarte schedelplaats en het kolderieke bungelgeraamte in de sacrale biologieklas, waar je stuivertjewisselen mee speelde.

Schrijver: Joanan Rutgers
2 mei 2020


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 41



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)