Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

OVER TOEVAL EN VRIJE WIL

Bezwaren die worden aangevoerd tegen de stelling dat toeval niet bestaat, zijn o.m.:
1. Oorzakelijkheid sluit toeval niet uit.
2. De aanname van strikte causaliteit leidt tot fatalisme.
3. Strikte causaliteit laat geen ruimte voor de vrije wil en dus evenmin voor menselijke verantwoordelijkheid.

Ad 1. Sluit strikte causaliteit toeval uit? Ja. want wat veroorzaakt is, is logischerwijze niét toevallig. De uitkomst van een worp met een dobbelsteen bijvoorbeeld lijkt wel toevallig, maar is het niet. De dobbelsteen gedraagt zich keurig volgens wetten van de mechanica. We zijn alleen niet in staat het samengestelde complex van oorzaken te doorzien dat de bewegingen van de dobbelsteen in en buiten de beker bepaalt. Maar óns analytisch vermogen (of het tekortschieten daarvan) is natuurlijk niet relevant voor de vraag of een bepaalde beweging al of niet causaal is.

Bij het biljartspel is het precies andersom. Professioneel biljartspel zou onmogelijk zijn als de beweging van de ballen door toeval zou worden beheerst. Het zijn kennis, inzicht, ervaring, feeling enz. van de biljarter waardoor hij een bal zo kan stoten dat de beoogde carambole gemaakt wordt. Vaak is direct na de stoot al te zien of de carambole gemaakt zal worden. Als een toeschouwer daarover onzeker is, komt dat door diens ontoereikend inzicht en niet door onbepaaldheid of toeval.

Het leven speelt zich (bij wijze van spreken) af tussen biljartspel en dobbelspel: niets is onbepaald, sommige dingen zijn voorspelbaar, andere dingen zijn onzeker. De wereld zou een onberekenbaar circus zijn als het toeval een rol zou spelen.

Ad 2. Dat alles vastligt betekent niet dat alles (van hogerhand) is voorbestemd. Om dat laatste te geloven zouden we er, gezien alles wat mensen overkomt, een vreemd godsbeeld op na moeten houden. De mens maakt, zoals alles in de natuur, deel uit van een ontwikkelingsproces. In dat causale proces gebeuren de dingen zoals ze “moeten” gebeuren, namelijk wetmatig. “In het verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal”. Die vaak met instemming geciteerde uitspraak houdt in (let wel!) dat de toekomst even vast ligt als het verleden, aangezien alles wat nu nog toekomst is, eens verleden zal zijn. Het is nogal merkwaardig als mensen op grond van hun geloof strikte causaliteit afwijzen, omdat het de vrije wil ontkent. Laat strikt godsbestuur dat wél ruimte voor vrije wil?

Ad 3. Kan een mens zonder vrije wil toch zinvol denken en handelen of degradeert strikte causaliteit de mens tot een primitieve robot die domweg zijn programma afwerkt? Kennelijk vertaalt menigeen determinisme in verlammend fatalisme. Maar dat is een misvatting. Juist doordát de mens denkt en handelt in oorzakelijk verband, kan hij op een geëigende manier reageren op problemen en uitdagingen. Iedere actie leidt tot reactie. Zo veróórzaakt bijvoorbeeld de confrontatie met onmaatschappelijk gedrag van medemensen bij andere mensen (in casu de overheid) de wens om dat probleem aan te pakken, wat vervolgens aanleiding geeft tot het nemen van preventieve, repressieve of correctieve maatregelen.

Ja maar, is een deterministische levensbeschouwing toch niet fnuikend voor persoonlijk verantwoordelijkheidsgevoel? Je kúnt immers niet anders handelen dan zoáls je handelt?
Zelfs áls dit bezwaar hout sneed, zou daarmee natuurlijk het determinisme niet weerlegd zijn. Feiten wijken nu eenmaal niet voor ethische of religieuze bezwaren. Vast staat dat de mens, als noodzakelijke voorwaarde om voluit als mens te kunnen functioneren, een ingeboren gevoél heeft van vrijheid en verantwoordelijkheid. Dát feit wijkt evenmin voor strikte causaliteit. Maar subjectieve beleving en objectieve werkelijkheid vallen zelden of nooit samen.

De causaliteitstheorie is geen “geloofsopvatting”. Er is juist geloof nodig voor acceptatie van een onverklaarbaar toeval. Oorzakelijkheid is aantoonbaar en verklaarbaar. Wat mag dan wel de aantrekkelijkheid van het geloof in toeval zijn? Er zijn mensen die strikte causaliteit een eng idee vinden, maar goed beschouwd is het volslagen gekkenhuis dat het toeval zou opleveren, heel wat enger.

In het bovenstaande liet ik de veronderstelde rol van het toeval in de kwantumfysica buiten beschouwing. Dit artikel betreft immers de macro- en niet de microkosmos. Om de schijn te vermijden dat ik een probleem wil ontlopen, zeg ik er toch nog het volgende over. Ik opponeer niet (natuurlijk niet!) tegen de verschijnselen die de kwantummechanica signaleert. Ik maak uitsluitend bezwaar als men het ene gat (onvoorspelbaarheid) wil stoppen met een andere gat (toeval). Het lijkt mij zelfoverschatting van de wetenschap als men de onvoorspelbaarheid van het gedrag van subatomaire deeltjes niet toeschrijft aan ontoereikendheid van menselijke kennis en inzicht, maar aan een hypothetisch toeval. Voor verdere informatie verwijs ik graag naar het boek van Manjit Kumar – “KWANTUM - Einstein, Bohr en het grote debat over de natuurkunde”.

Schrijver: H.P. Winkelman, 7 september 2011


Geplaatst in de categorie: filosofie

3.4 met 9 stemmen 352



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)