Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

EEN HOOPVOL PERSPECTIEF (2) - Intermezzo

Ik wissel mijn beschouwing over mogelijke verdere ontplooiing van het menselijk bewustzijn af met enkele fragmenten (met een hoog poëtisch gehalte) van "De geest", geschreven door de dichter-psychiater Allen Wheelis. Deed aflevering 1 en doet straks ook aflevering 3 vooral een beroep op uw hoofd, hier wordt uw hart aangesproken. Lees en verwonder u met mij over het wonder van de evolutie, de ontplooiing van het bewustzijn.

"Wij zijn dragers van de geest.
Wij weten hoe, waartoe, noch waar.
Op onze schouders, in onze ogen, in angstige handen,
door onbekend terrein, naar een onbekende, onkenbare toekomst
en in voortdurende schepping,
dragen wij het volle gewicht ervan.

Hangt het geheel en al van ons af?
Wij weten het niet.
Wij brengen het voetje voor voetje vooruit met iedere hartslag,
geven het de arbeid van hand en geest.
We verzwakken, geven het door aan onze kinderen,
leggen onze botten ter ruste,
vergaan, verdwijnen, raken in vergetelheid.
De geest gaat voort, vergroot, verrijkt, vreemder en complexer. (...)

De geest stijgt op, de materie daalt neer.
De geest reikt omhoog als een vlam,
een sprong van een danser.
Uit de leegte schept hij vorm als een god, is god.
De geest was er vanaf het begin,
al kan dat begin ook het einde zijn geweest van een nog vroeger begin.
Als we maar ver genoeg terugkijken, komen we bij een oernevel
waarin de geest niet meer is dan een rusteloze beweging van atomen,
een trilling van iets wat niet stil en koud wil blijven. (...)

Deeltjes worden bezield.
De geest ontwijkt de materie
die hem altijd weer probeert naar beneden te halen,
stil te leggen.
Minuscule schepsels krioelen in warme oceanen.
Steeds complexer worden de kleine vormen
die een ogenblik lang
een zoekende geest dragen.
Ze naderen elkaar, raken elkaar aan;
de geest begint liefde te creëren.
Ze raken elkaar, er gebeurt iets.
Ze sterven, sterven, sterven, eindeloos.

Wie zal het gebroed in de rivieren van ons verleden kennen?
Wie zal de walsende knorvissen op de stranden van oude zeeën tellen?
Wie zal het ongehoorde beuken van die branding horen?
Wie zal treuren om de konijnen van de velden,
om de harige horde van lemmingen?
Ze sterven, sterven, sterven,
maar hebben elkaar geraakt
en er gebeurt iets.
De geest ontsnapt, schept nieuwe lichamen, eindeloos,
steeds complexere voertuigen om de geest verder te dragen
en, verrijkt, door te geven aan hen die volgen.

Virus wordt bacterie, wordt alge, wordt varen.
De kracht van de geest breekt de rots,
doet de douglasspar oprijzen.
De amoebe strekt haar zachte, stompe armen uit
in een eeuwige beweging om de wereld te vinden,
haar beter te leren kennen,
naar zich toe te halen, te groeien, verder te zoeken,
zelfs nog ontvankelijker voor de geest.
Anemoon wordt pijlinktvis, wordt vis,
kronkelen wordt zwemmen, wordt kruipen,
vis wordt slak, wordt hagedis;
kruipen wordt lopen, wordt rennen, wordt vliegen.

Levende wezens zoeken elkaar op, de geest komt ertussen.
Tropisme wordt reuk, wordt fascinatie, wordt lust, wordt liefde.
Hagedis tot vos, tot aap, tot mens,
met één blik, één woord,
komen we bij elkaar, raken elkaar aan, sterven,
dienen de geest zonder het te weten,
brengen hem verder, geven hem door.
Steeds bredere vleugels heeft deze geest,
steeds grotere sprongen maakt hij (...)

Van oernevels materie tot spiraalvormige melkwegstelsels
en zonnestelsels als uurwerken,
van gesmolten gesteente tot een aarde van lucht en land en water,
van zwaarte tot lichtheid tot leven,
gewaarwording tot waarneming, geheugen tot bewustzijn -
de mens houdt zich een spiegel voor en de geest ziet zichzelf."

(Slot volgt)

Schrijver: H.P. Winkelman, 9 februari 2013


Geplaatst in de categorie: filosofie

3.0 met 8 stemmen 247



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)