Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen over heelal

De reis. Utah, 2023

Eindelijk. Ik, we durven het weer aan. Op reis, hoe lang is het geleden dat we verder zijn geweest dan Winschoten of Winterswijk? Lang, te lang misschien. Is het daar nog wel zoals toen, voor? Treffen we weer diezelfde vriendelijke, open, haast wat naïeve en kinderlijke mensen weer aan? Of zijn ze door de harde realiteit van het virus back on their feet gezet? Begrijpen ze ook daar nu hoe de wereld, de mens echt is? Bekijken ze iedere reiziger met angst, argwaan en nauwverholen agressie?
Want elke reiziger, zeker een uit Europa is weer een risico, een risico dat niet of nauwelijks door het vaccin gedekt is, een risico dat niet afgedekt wordt door te gemakkelijk te kopen "clean getest" verklaringen, waarbij het aantal onbetrouwbare testen die angstige gevoelens alleen maar versterken.

De vlucht is goed verlopen, zo'n mondkapje, ach na een paar uur merk je het niet eens meer. Gelukkig is alles en iedereen op veilige afstand, ook Sanne. Dat het ooit ander was, brrr, dat we tijd lang zelfs willens en wetens, we wisten immers allang hoe dodelijk het virus was nog het risico liepen te lopen, ondenkbaar. Als Sanne wegzakt in haar stoel en het kapje wat verschuift is er een vriendelijke stewardess die me wijst op deze onvolkomenheid. Net als haar collega's op de grond bestudeert ze nauwgezet onze vaccinaties, onze testresultaten en mijn VOG.
Belangstellend volgt ze de route die we in onze app hebben getekend. Van een hotel hebben we nog steeds geen bevestiging ontvangen, en dus ziet daar op de kaart geen rode lijn. Pas als we toestemming hebben opent op onze kaart zich die lijn, en is de weg voor ons vrij.

"Utah, een mooie staat" glimlacht ze weemoedig. Ze is er vaak geweest vertelt ze, heeft heel wat parken gezien, vroeger, voordat. "En nu?", vraag ik. "Ik ben niet getrouwd", zegt ze. Voordat je het door God aangewezen beloofde land ingaat moet je je verenigd hebben met een je door God aangewezen partner, één waarmee je binnen anderhalve meter intiem mag zijn, ik weet het. Moet. Moest. Want ook de vrouwen van Utah geven inmiddels de voorkeur aan KI boven fysiek contact.
De vrouwen omdat ze natuurlijk geen enkel risico willen op corona of ander ongemak, de mannen omdat ze op die manier verschoond hopen te blijven van een aanklacht, vervolging of de zondeval.
"Geen foto's", drukt Sanne me nog op het hart, ze is nog niet vergeten hoe ik in een ver verleden onbeschaamd vreemde gelukkig pasgetrouwde stelletjes, hun vrienden en familie liep te fotograferen, hoe mijn camera zich richtte op mooie benen en een lieve steelse lach.
"Niet kijken", sist ze me regelmatig toe. En ik zie de strakke stoepen van Salt Lake en mis de troep en de hondendrollen van mijn Amsterdam.

Gelukkig is de vrouw die ons rondleidt van een zeker leeftijd en mag ik haar gewoon aankijken en gewoon met haar praten. En als ze na een uur of wat met ons te zijn zelfs haar hoofddoek durft los te maken weet ik dat het goed zit.
"Dit is de enige stad in ons land met optimale bescherming voor onze gasten. De enige staat met nul besmettingen, met nul berovingen, met nul aanklachten tegen de zedelijkheid. Tien jaar geleden liep u hier nog onbeveiligd en onbeschermd, alleen in onze kerken en tempels genoot u bescherming".
"Ik weet het, we waren hier vijf jaar geleden nog", durf ik te zeggen.
Ze lijkt te schrikken maar herstelt zich snel.
"Ik weet het", zegt ze. "Ik zou u excuses moeten maken. We dachten toen anders, we dachten verkeerd. We dachten dat risico's nemen en lopen bij het leven hoorde, we dachten dat fysiek contact nodig was om gelukkig te zijn, zelfs niet alleen met je partner, maar ook met vreemden. Dat dachten niet alleen wij, dat dacht iedereen, toch?"
Alhoewel dat laatste duidelijk alleen maar bedoeld is om haar en de haren enigszins vrij te pleiten van schuld gun ik haar het voordeel van de twijfel. Uiteindelijk is haar kerk een van de eersten die publiekelijk afstand heeft genomen van haar verleden, die schuld heeft beleden voor alle menselijk contact die ze in het verleden als normaal hebben beschouwd, en niet letterlijk als ziek en ziekmakend.

Zagen we in Chicago met name in de zwarte wijken nog wel eens mensen op minder dan anderhalve meter en zag Sanne in haar ooghoeken zelfs een Grapperhausje, hier gelukkig niks van dat alles.
Niks. Totdat. Het uitzicht. Daar was het me eigenlijk wel een beetje om te doen. De stad, de bergen aan de overkant, daar waar eens die spelen waren, een zwoel windje. En dan: ineens, zo onverwachts. De hand van Sanne die mijn arm streelt, even, een seconde, een milliseconde, licht en nauwelijks merkbaar, een hand, een aanraking uit een ver verleden, van een andere vrouw, uit een andere tijd misschien, maar toch, hetzelfde zeggend, hetzelfde bedoelend: "ik heb het hier fijn, ik ben blij met jou, ik hou van jou."

Schichtig kijk ik om heen. Onze gids lijkt in rook opgegaan. Niemand moet het gezien hebben. Bestraffend kijk ik Sanne aan. "Niet hier, niet nu", zeg ik. Maar mijn hart juicht. Een beetje. Ooit zal alles weer anders zijn.

Schrijver: Jorrit, 17 december 2020


Geplaatst in de categorie: heelal

5.0 met 3 stemmen 1.231



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)