Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen over emoties

TERUG NAAR TOEN

Na op bezoek geweest te zijn bij mijn vader in het bejaardentehuis in de plaats S. ging ik daar het dorp even in. Mijn vrouw moest naar de kledingzaak een beetje rondsnuffelen.
Ik besloot om in de auto te blijven zitten met een muziekje aan, wetende dat als zij een kledingzaak bezoekt het heel lang kan duren voor ze alles heeft bekeken en eventueel gepast. Iedere man weet dat, als je meegaat in de winkel, je het noodlot tart. Meestal duurt het dan nog enkele uren langer, want voor ieder jurkje of weet ik wat, wordt je mening gevraagd. En het gekke is dat ze uiteindelijk toch beslist om haar eigen voorkeur te volgen en de mening van haar man, die toch naar die jurk of blouse of wat dan ook moet kijken en dus het meest juiste oordeel kan geven, naast zich neer te leggen. Je wordt dan soms tijden lang aan een soort van kruisverhoor onderworpen. Zo van: ‘waarom vind jij die nou mooier dan die ik mooi vind.’
‘Nou nu je zegt, is jouw keuze misschien toch het beste,’ zeg ik dan maar om ervan te zijn. Ze begint dan te twijfelen en sleept nog een serie jurken of blouses aan, om jouw oordeel te vragen.

Daarom blijf ik liever in de auto zitten en kan een eventuele later tegenvallende keuze, die voor eeuwig in de klerenkast verdwijnt, niet op mijn conto worden geschreven. Verder ga ik er hier maar niet over uitweiden. Dus ik bleef in de auto zitten en bekeek de mensen een beetje, want in mijn jonge jaren ging ik hier altijd uit. Wie weet zie ik nog iemand uit die tijd.
Plots zie ik aan de overkant van de straat, het kan niet waar zijn toch ….. Fleurtje. Verdorie die lijkt nog geen vijftig, terwijl zij net als ik ook tegen de zeventig zou moeten lopen.
Ik stap uit en loop haar achterna. ‘Hé Fleur, hoe gaat het met jou; herken je mij nog?’
Ze kijkt in eerste instantie op noch om. Maar nadat ik nog enkele keren heb geroepen, kijkt ze toch enigszins verrast om. Hè, gelukkig ze wacht.
‘Wat wil u van mij meneer; ik ken u niet, wat wilt u van mij?’
‘Jij bent Fleur toch?’ ‘Nee, ik heet Roos.’
Ze denkt even na en zegt dan: ‘U bedoelt mijn moeder misschien?’
‘Misschien, Fleurtje van der H.?’
‘Goh,’ zegt ze, ‘dat klopt.’
‘Jij moet dan wel haar dochter zijn, je lijkt sprekend op haar – een iets oudere versie van het beeld van haar zoals in mijn geheugen staat gegrift.’
‘Ja, ze zeggen wel meer dat we erg veel op elkaar lijken. Maar waar kent u haar van, als ik mag vragen?’
‘Nou, zij was vroeger op de middelbare school mijn vriendin en heeft zich voor altijd in mijn hart genesteld. Zij was sprookjesachtig, magnifiek en verder onbenoembaar bijzonder. Maar ja, zoals die dingen vaak gaan. Ik ging naar een vervolgopleiding in Leeuwarden en zij ging naar Groningen – de kunstacademie en moest verplicht, in het weekend, musea bekijken en er verslagen over maken. Dus zagen we elkaar steeds minder’
‘O, ja dat gaat vaak zo. Zij ontmoette daar mijn vader en ze zijn jong getrouwd.’
‘En heeft ze de opleiding afgerond?’
‘Ja zeker en ze heeft zelfs geëxposeerd.’
‘Verbaast me niets, ze had talent. Schildert ze nog?’
‘Nee, tot ik kwam en toen was het voorbij en schilderde ze alleen nog hobbymatig.’
‘Schilderde,’ zei je, ‘of is ze overleden?’
‘Nou, nee dat niet, maar haar geest verkeert nu in het rijk der nevelen – helaas is het al een dikke nevel, als u begrijpt wat ik bedoel. Ze zegt bijna niks meer en toont weinig emoties.’
‘Erg verdrietig om te horen, maar vertelt u haar toch maar dat u Sjonnie hebt ontmoet – zwarte Sjonnie.’

Een paar week later belde Roos op en zei: ‘Blij dat ik u tegen kwam.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Nou toen ik haar over onze ontmoeting vertelde en uw naam noemde, ‘fleurde’ ze gewoon weer een beetje op. Ze proefde uw naam en er verscheen een glimlach op haar gezicht en haar ogen leken zelfs een beetje op te lichten.’
‘Fijn dat ik toch nog iets voor haar heb kunnen betekenen.’
‘Ik durf het niet te vragen, maar doe het toch maar. Zou u haar nog een keer willen bezoeken, zodat ze vredig heen kan gaan?’
‘O ja, dat heb ik graag over voor haar, die ooit mijn grote liefde was.’

Ik heb haar tweemaal bezocht en enkele weken daarna is ze rustig ingeslapen.

Schrijver: catrinus
Inzender: C.A. de Boer, 11 juli 2024


Geplaatst in de categorie: emoties

5.0 met 1 stemmen 22



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)