Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen over literatuur

De Heilige Graal van Oldenzaal

Graaf Garret de Kock is volledig in zijn nopjes met zijn landhuis 'De Haer' op de Haerstraat 125 in Oldenzaal, waar hij al ruim dertig jaar woont. Zijn uitgebreide bibliotheek bevat een schat aan boeken over theologie, esoterie, filosofie, parapsychologie en occultisme. Naast een eerste druk uit 1563 van 'Book of Martyrs' van John Foxe bezit hij talloze apocriefe boeken en eerste drukken over de begintijd van het christendom. Een speciale boekenkast bevat alleen maar boekwerken over de Heilige Graal en de mythologie daaromtrent. Garret is er van overtuigd dat de heilige, Ierse monnik Plechelmus in de achtste eeuw uiterst waardevolle documenten in de Sylvesterkerk heeft verstopt, documenten, die aantonen, dat Jezus Christus en Maria Magdalena getrouwd waren en dat hun dochter Sarah was. Deze koninklijke bloedlijn loopt door tot in het heden. Garret is bezeten van deze materie en hij wil het allerliefste deze eeuwenoude documenten vinden en aan zijn Heilige Graal collectie toevoegen. Een speciaal daarvoor geplaatste vitrine staat er al klaar voor. Pastoor Rikus Ripperda van de Sint-Plechelmusbasiliek op het Sint Plechelmusplein 4 in Oldenzaal deelt de overtuiging van Garret en zij zoeken samen naar de meest voor de hand liggende plekken, waar zij de documenten zouden kunnen vinden. Hun speurtocht heeft al tot enige opgravingen geleid, maar tot nu toe zijn er enkel restanten van eeuwenoude sceletten gevonden. Die opgravingen vinden altijd in het grootste geheim plaats, daar zij geen slapende honden wakker willen maken en de bisschop en Rome liever niet hebben dat er in de basiliek schade wordt aangericht, laat staan dat zij een voor hen gevreesd document boven water halen. Dankzij de keurige opruimactiviteiten hebben de parochieleden nog steeds niets in de gaten, al is er één iemand, die onraad ruikt en die uiterst nieuwsgierig is.

Garret geeft iedere donderdagavond zangles aan het Oldenzaals Nederlandstalig Basiliekkoor en hij dirigeert die club. Er is slechts één vrouw, die hem uitermate fascineert en dat is de charmante Femmigje van Haersolle, die ook als soliste fungeert. Haar nauwsluitende rokken laten altijd prachtig zien hoe de contouren van haar slips lopen en soms ziet Garret heel duidelijk haar volmaakte bilspleet. Zijn dirigeerstokje begint dan nerveus te trillen, alleen al bij de gedachte, dat die bilspleet naar haar harige genotsspleet toegaat. Gauw wendt hij dan zijn gezicht naar enkele gerimpelde, afschrikwekkende tronies van verzuurde trutten. Die doven dan meteen zijn passie. Garret heeft een keer met Femmigje de toren beklommen. Dat was na een repetitie van het koor, toen Femmigje nog wat bleef hangen en hij haar zolang mogelijk aan de praat hield. Hij kon het toen echt niet laten om haar wat over zijn bevindingen aangaande de Heilige Graal documenten te vertellen en daar toonde zij toen bijzonder veel belangstelling voor. 'Ga je hier dan ook opgravingen doen?', vroeg zij, maar op die vraag gaf hij geen antwoord. Hij glimlachte wat naar haar. Op de kronkeltrappen in de toren liep hij grotendeels vooraan, maar het laatste stuk liep hij bewust achteraan om volop van haar sappige billen te kunnen genieten. Bij de luidklok 'Maria' uit 1493 heeft hij zijn stoute schoenen aangetrokken en kuste hij Femmigje pal op haar bloedrode lippen. Zij schrok er niet eens van en zij deed automatisch de knoopjes van haar bloes los. 'Deze klok is door de belangrijkste, Europese klokkengieter Maria Johannes Gerardus van Wou gemaakt!', vertelde hij haar, terwijl zij haar doorzichtige bustehouder met frivole strikjes van haar bovenlichaam liet glijden. Met open mond staarde hij naar haar bloemrijke tepelhoven met in het midden twee schitterende, rupsachtige torentjes. Zijn open mond gleed van de ene tepel naar de andere tepel en hij bleef maar zuigen, likken en kussen. 'Van mij mag dit paradijs voor eeuwig duren!', mompelde hij, 'maar het lijkt mij toch beter om onze escapade niet verder te laten escaleren!'. Met de grootste tegenzin en met de grootste moeite heeft hij zijn seksuele uitspatting met Femmigje toen weten te staken. Femmigje was diep teleurgesteld en zij begreep er helemaal niets van. Ook uit wraakneming op zijn afkapping is zij hem toen volop gaan bespioneren. Zij weet inmiddels waar pastoor Ripperda en hij al opgravingen hebben verricht en na een koorrepetitie verstopt zij zichzelf en laat zij zichzelf in de basiliek opsluiten. Met een pikhouweel en een schep gaat zij aan de slag. Na twee uur graven, botst zij op een houten kistje en beschijnt zij dat met haar zaklantaarn. In dat kistje ziet zij zeer oude documenten liggen en zij weet meteen, dat zij de Heilige Graal gevonden heeft. Zij stopt de documenten in haar bustehouder en zij wacht tot pastoor Ripperda de basiliek weer opent. Vanuit haar verstopplek glipt zij ongezien naar buiten.

Pastoor Ripperda belt meteen naar Garret, wanneer hij het geopende, lege kistje ziet liggen. 'Iemand heeft vannacht de Heilige Graal gevonden en gestolen!', schreeuwt hij door de telefoon, 'hoe kan dat nou?, want niemand wist ervan!'. Garret is des duivels en hij kan maar één iemand bedenken, die van de opgravingen op de hoogte kan zijn. 'Holy Mozes, daar zit die nieuwsgierige Femmigje natuurlijk achter!', gromt hij. Hij belt haar meteen en hij regelt een afspraak in Café Bierlokaal De Engel op de Groote Markt 14. Hij is van plan om haar stomdronken te voeren, zodat ze hem de documenten wel moet overhandigen. Femmigje is ook niet gek en in een handtasje neemt zij de documenten mee naar het café. 'Wat is er toch zo dringend, dat ik per se vanavond met jou hier moet zijn?', vraagt zij quasi-naïef. Garret praat bewust niet over de diefstal en hij probeert haar zoveel mogelijk het hof te maken. Zij drinken samen de zwaarste bieren, met ter afwisseling wat cointreau. Beiden zijn na enkele uren zo zat als maar kan en samen zwalken ze de Groote Markt op. Femmigje wil nog bij Grand Café Markant naar binnen gaan, maar Garret sleurt haar mee het nauwe Cocksteegje in. Daar trekt hij heel ruw haar rok omhoog en rukt hij haar slip naar beneden. Haar jarretels trekt hij woest kapot. 'Dit had ik bij die Maria-klok al moeten doen!', gromt hij, terwijl Femmigje te dronken is om tegen te stribbelen. Het feit dat zij speciaal voor hem haar lingerie van Lise Charmel heeft aangetrokken, heeft geen kalmerend, respecterend effect op hem. Zij zakt zelfs door haar benen en Garret spreidt haar benen om haar uiterst barbaars en crimineel te verkrachten. Ondertussen roept hij: 'Waar heb je die documenten verstopt?'. 'Wa-wat wil je er voor ge-geven?', antwoordt zij. 'Vuile slet! Zeg op, waar zijn ze!', roept hij, terwijl hij haar keihard in haar gezicht slaat. 'In mijn tasje, gek!', gilt ze wanhopig. Hij grist de documenten uit haar tasje en hij rent door de steeg. Het regent zelfs niet eens, maar een bliksemschicht treft hem precies op zijn kruin en zowel hij als de documenten zijn direct verkoold. De vriendin van Femmigje, Berendiene Wevers, die in 'Markant' werkt, vindt Femmigje en zij ontfermt zich direct over haar.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
14 december 2023


Geplaatst in de categorie: literatuur

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 107



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)