Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen over landschap

RUIMTE, NABIJ EN VER

In een heel bevallig heuveldal, niemand weet waar, lag een mooi dorp vol tevreden bewoners. Deze mensen kenden alleen hun dal, en niets anders van de wereld.
"Tussen onze heuvelrijen en in ons dorp is het alles. Meer verlangen we niet," was ieders mening.
Op een mooie zomeravond werden op het dorpsplein toneelspelen met zang gehouden. Bastiaan de smid stond erbij met zijn aambeeld. De hamer ging flink op en neer, sloeg de maat van al die mooie liederen.
Bastiaan bleef onverdroten door hameren tot het einde van de avond. Heel wat gloeiende ijzerstaven werden door hem gebogen. Na het einde van het feest liep hij het dorp uit, de nachtelijke ruimte in.
De zang van het afgelopen feest bleef in zijn hoofd klinken. Door die klanken werden zijn benen voortgedreven. De twinkelende sterren wenkten Bastiaan almaar verder te gaan. Tenslotte ging hij tegen de heuvelhelling op, het duistere bos in.
"Ik ga maar een ligplaats voor de nacht zoeken," dacht de smid.
Tegen een kleine rotswand stond een grote, dichte struik. Bastiaan boog de takken ervan opzij, en... stond versteld.
Voor hem vertoonde zich een grot vol blauw schemerlicht. Onwillekeurig stapte Bastiaan naar binnen, wat heel makkelijk ging.
"Wat voor iemand ben jij? Wat zoek je hier?" klonk het van alle kanten. Een grote groep mannen en vrouwen stond om hem heen.
"Ik ben heel gewoon een bewoner van het dal, en niemand meer," antwoordde Bastiaan.
"Wij leven hier in onze grot, en komen er nooit uit," zei een deftig geklede heer. "Hier zijn we veilig. Wat er buiten onze grot ligt... Daar zijn we niet nieuwsgierig naar; daarbuiten lijkt het ons vijandig en gevaarlijk. Kom jij ook maar bij ons wonen."
"Nee!" riep Bastiaan. "Ik houd van mijn dal en dorp, waar de ruimte heerst. Deze grot is mij een te nauwe leefruimte."
De mensen zwegen, maar deden wat. Bastiaan kreeg lekkere groenten en gebakjes te eten.
"Dit alles verbouwen en maken we in onze grot," kreeg hij te horen. "Laat het je smaken."
De smid vond het eten erg lekker. Maar hij werd er wel heel slaperig van. Het volgende ogenblik lag hij zwaar te snurken.

Bastiaan ontwaakte en keek naar de uitgang van de grot. Hij had vele uren geslapen. Het licht van de vroege morgenzon glom op de rotsen.
"Kom mee, naar buiten jullie!" riep hij tegen de mensen om hem heen. "Het licht van de vrije ruimte roept ons!"
"Alsjeblieft niet!" werd er angstig geroepen. "Die lichtstralen zullen ons steken, misschien wel verbranden!"
Bastiaan werd vastgepakt en naar een klein hol, achterin de grot gebracht. Een stevige, dichte deur ervoor!
"Zo, daarin blijf je een tijd opgesloten. Je mag onze grot uit, als die venijnige stralen verdwenen zijn!"
In bange spanning zat Bastiaan daar. Een overvloedige maaltijd van de grotteneetwaren werd hem aangeboden. Maar na enkele hapjes had hij geen trek meer.

"Kom er maar uit," werd heel wat uren later gezegd. "Het gat van onze woongrot is weer mooi zwart zonder akelig schijnsel."
Opgetogen liep Bastiaan naar de uitgang, waarachter donkere lucht te zien was. Geen wolken. Heel enkele sterren maar...
Voordat de smid verder ging, riep hij tot de mensen in de grot:
"Als jullie zo op het donker gesteld zijn, kom dan maar naar buiten. Hier is een geweldige ruimte!"
Schoorvoetend kwamen ze hun onderaardse woning uit, die ze nog nooit verlaten hadden. Allemaal staarden ze verbaasd naar die nachtelijke hemel.
"Nu zijn we in een veel grotere grot gekomen dan de onze," was de gedachte van een ieder.
"Bastiaan, we gaan met je mee!" riep de heer, die de smid bij zijn binnenkomst te woord had gestaan. "Jij kunt ons de weg wijzen, door deze onvoorstelbare wijdte."
Langzaam ging de stoet richting dorp, de smid vooraan
"Wat hebben wij een geweldig ruime grot gevonden," werd telkens gefluisterd.
Bastiaan lachte in zijn vuistje.

Thuisgekomen werd de man hartstochtelijk door zijn vrouw Judith omhelsd.
"Oh, Bas, hoe kwam je erbij om zo lang weg te blijven!? Maar ik ben te opgelucht om kwaad te zijn!"
Al was het midden in de nacht, Bastiaan ging naar zijn werkplaats. De hamer sloeg luid klinkend op het gloeiende ijzer. De mensen van de grot waren verrukt van die klanken.
"Dat prachtige geluid geeft ons zin om te werken." zeiden ze allemaal.
Meteen daarna vielen ze allemaal languit op de vloer, iedereen in diepe slaap.
Maar Bastiaan voelde geen vermoeidheid. De mensen van de grot en ook Judith bleven doorslapen, al ging het luide gehamer heel de nacht door.

's Ochtends zocht Bastiaan toch zijn bed op.
De grotbewoners stonden op, gingen het dorp in. Ze wilden hier altijd blijven wonen, kenden geen angst meer voor het licht. Er werden woningen voor hen gebouwd. Allemaal vonden ze werk op kantoor, bij de boer of in de huizenbouw.

Op zekere dag liepen Bastiaan en Judith een helling op.
"Hier zijn we nog nooit geweest," zei Judith. "Laten we eens verder kijken."
Daar ging het tweetal door een bos heen, stonden op de heuveltop, omgeven door mooie bloemen en geurig gras.
Een eindeloze watervlakte zagen ze beneden zich.
"Dat is natuurlijk wat ze de zee noemen," fluisterde Bastiaan. "Dat geweldige water zonder eind."
"Nu weten we pas wat echte ruimte is," prevelde Judith. "Laten we nog even naar dit wonder blijven kijken."
De late zon kleurde de watervlakte met een trillend mengsel van licht goud en paars-roze.
Man en vrouw genoten van het onmetelijke spel van water, lucht en zon.
Spoedig gingen ze naar hun dorp terug. Beiden waren het ermee eens dat de ware ruimte hetgeen is hoe je je op de plaats waar je je bevindt naar eigen behagen weet te bewegen.

Schrijver: Han Messie
30 maart 2025


Geplaatst in de categorie: landschap

3.5 met 2 stemmen aantal keer bekeken 123

Er is 1 reactie op deze inzending:

An Terlouw, 4 weken geleden
Han, graag gelezen en heel mooi weergegeven…

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)