Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen over taal

Tot op de Baleajaren

Als klein meisje was ik een buitenbeentje op school. Bij de kleuters vroeg ik bijvoorbeeld of bevers na het bouwen van een dam ook weleens een potje gingen dammen. De Sint vroeg ik ten overstaande van de hele school, en naar later bleek, de plaatselijke pers, of die stoomboot niet erg milieuvervuilend was ieder jaar. Het werd me allemaal niet in dank afgenomen door de juffen. Ik week teveel af en ze noemden me bijdehandje. Gelukkig was ik door de afwezigheid van linkse scharen bijzonder slecht in knippen, en mocht ik dan toch bij één onderdeel van het kleutercurriculum aanschuiven bij het groepje 'slakken' om het evenwicht wat te herstellen.

Vanaf het moment dat ik kon lezen breidde mijn woordenschat zich dermate uit dat mijn positie van buitenbeentje alleen maar verder werd verstevigd. De bijnaam bijdehandje maakte plaats voor 'de professor'. Gelukkig was er een plek waar ik me niet raar voelde, waar ik geen professor was. En dat was bij mijn oudoom en -tante.

Daar ontving mijn oudoom me enthousiast in zijn taalpaleis. Versjes, rijmpjes en verhalen op kleine blaadjes sierden de muren, van de woonkamer tot de wc. Zorgvuldig uitgetypt op de typemachine. Wat voelde ik voelde me stoer, als ik daar dan ook op mocht tikken.

Hij ontving me met een omhaal van erudiete woorden, waar ik nog een spreekwoordelijk puntje aan kan zuigen. Zijn zinnen, soms meer lijkend op een uitgesproken monoloque intérieur, doorspekt van archaïsmen, latinismen, een petit peu de Franse uitdrukkingen, en een oneindige hoeveelheid ingebedde bijzinnen. Altijd weer zijn terugkerende uitdrukkingen bij wijze van begroeting of afscheid. Tot op de Baleajaren!

Als jong meisje begreep ik niet alles wat hij tegen me zei, maar zijn taalgebruik en grappen gaven me altijd een gevoel van herkenning en familie.

Want ik bleek dus niet alleen te zijn in mijn liefde voor rijmen, verhalen en voor een taalgebruik dat door anderen nog weleens als bijzonder wordt beschouwd. Met een zekere regelmaat schieten mensen in de lach wanneer ik een toch wel ongebruikelijk woord bezig op een moment waarin koetjes en kalfjes ook zeker volstaan. Helaas ben ik al mijn hele leven bijzonder ongeschikt voor conversaties die zich aan de oppervlakte van het alledaagse bevinden.

Een trekje dat ik gemeen had met mijn oudoom, die als geen ander wist die alledaagse soms vlakke werkelijkheid op te luisteren met goed gekozen woorden, die zijn welsprekendheid en talige humor verraadden. Maar ook net zo goed de minder geoefende luisteraar tot wanhoop kon drijven. De taal ging nog weleens voor het sociale aspect in de conversatie. Zonder blikken of blozen verzocht hij de drogist eens om de ontbrekende Z in zijn potje multivitamine A tot Z. En menigeen keek hem verbaasd aan wanneer hij 'Best met oe dan' zei, in plaats van 'Hallo'.

Wat heb ik ontzettend genoten van onze conversaties, onze grappen, de getypte gedichtjes, zijn interpretatie van het kerstverhaal - de plots verdwenen melkglazen na het bezoek van De Drie Wijven uit het oosten - en de door hem geschreven thriller ter ere van een werkjubileum.

Dankzij mijn oudoom weet ik; die verstrekkende liefde voor taal is volstrekt genetisch. En ik kijk met een warm gevoel terug naar alle woorden die we hebben uitgewisseld en talige herinneringen die we hebben gemaakt. Hij is niet meer. Op zijn uitvaart stond ik op een afstandje naar mezelf en dat schouwspel te kijken dat familie heet. Een gevoel van dankbaarheid overviel me. Want ik besefte: zijn verhalen hebben mij geholpen mijn eigen verhaal beter te begrijpen.

Tot op de Baleajaren!

Schrijver: Sophie, 23 februari 2023


Geplaatst in de categorie: taal

4.0 met 1 stemmen 52



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je emailadres voor anderen in beeld verschijnt)