Hoarder
Mensen die het kunnen weten, raden me aan de opsommingen bij het grof vuil te zetten.
Als ik niet in slaap kan komen, tel ik componisten in alfabetische volgorde. Dat doe ik al jaren tot vervelens toe en ben om die reden al een keer overgestapt op schilders, maar daar scoorde ik toch minder mee.
Albeniz, Albinoni, Albrechtsberger, Alkan, Antheil, Arensky, Adam, Adams, Arriaga ...
De rijkste verzameling wordt gevormd door de `B' met o.a. de familie Bach met JS voorop en de uit hem voortgekomen Johann Christiaan, Carl Philipp Emanuel, Wilhelm Friedemann. Raak ik de tel kwijt dan begin ik van voren af aan. Voor ik bij de `Z' ben aangeland, ben ik decennia verder.
Een mooie opsomming ontleen ik aan de met mijn vader gedeelde aquariumpassie.
Als ik zonder te groeten voorbij loop, is er een grote kans dat Apistogramma ramirezi, Pelvicachromis subocellatus, Aequidens curviceps, Colisa Lalia, Colisa Chuna, Corydoras Paleatus. Labio Bicolor, Trichochatster Leeri of een andere tropische zoetwateraquariumvis me in beslag neemt. A.u.b. wachten tot de magische ontstop-plop te horen is en een glimlach ter herkenning verschijnt.
In mijn berging heb ik als dierbare herinnering nog het sieraad van onze huiskamer staan: een Juwelaquarium, afmetingen 80 x 40 x 50 cm.
Dat was destijds een aanmerkelijke vooruitgang in kwaliteit. Mijn vader begon met met stopverf gedichte kleinere aquaria. Het was altijd wachten op het uur `U' wanneer je met de zon erop in de stopverflaag vocht door zag sijpelen wat het sein was voor een ochtendje klussen.
Het verschil tussen een aquarium met met kunststof behandelde naden en die vroegere stopverf-'bakken' is vergelijkbaar met `het onderwater kijken' (Alt F3) op computers van lang geleden voordat aanwijzen op een scherm gangbaar werd.
Ik heb het aquarium niet meer in gebruik genomen. Ik sjouw het al jaren mee van adres naar adres. Ik zou het nog moeten kunnen vullen zonder gevaar van lekkage. De bak steunt op een op poten rustend aluminium geraamte dat met een houten ombouw in een kastje is veranderd waarin de boeken van vroeger met beschrijvingen van vissen, visziekten, voedsel, waterplanten etc. staan. Ik heb het een keer aangeboden op Marktplaats met op de foto de deurtjes open voor wat reliëf en wie er reageerde was iemand met belangstelling voor die literatuur. Het aquarium hoefde hij niet. Ik kom er denkelijk nooit meer vanaf en de boeken kan ik uit nostalgische overwegingen ook al niet wegdoen.
Mijn vader was een natuurliefhebber en nog net geen activist. Als er ergens een olietanker op de klippen liep en het zoveelste ecosysteem naar de dieperik ging, was hij niet te genieten met: `we leren het nooit'. De natuurliefde en kritische houding ten aanzien van de mens in relatie tot de natuur heeft hij op mij overgedragen. Als kind nam hij me mee naar het Haagse Zuiderpark en liet me op een kruispunt van paadjes met zaad in mijn handpalm vogels lokken, terwijl hij op een afstand toekeek en fluisterde dat ik vooral geduldig moest zijn. Ik zie nog die koolmees aanvliegen en voel de scherpe klauwtjes op mijn vingertoppen.
Ik bezit een door hem genomen foto waarop ik als 7 à 8 jarige met in mijn hand pinda's op een bankje afwacht, terwijl er een eekhoorn in aantocht is.
Het houden van een aquarium was ook weer gekoppeld aan datzelfde Zuiderpark, want daar huisden de watervlooien en al wat er aan organismen maar meekwam met dat voor de aquariumvissen verworven voedsel waarvan de karperluis wel de beruchtste was. Ik heb er ooit een op een objectglaasje gelegd om te bestuderen onder mijn microscoop, maar daar bleef er al snel niet meer van over dan een miniem ineengeschrompeld maggiblokje, nauwelijks nog als parasiet herkenbaar.
Mijn vader heeft een keer een net ontworpen waarmee de kleinste waterdiertjes zouden kunnen worden gevangen voor het vissenbroed, maar het was zó revolutionair dat mijn vader beteuterd naast me stond met zijn vinding waar het water door de fijnmazigheid niet uit wilde zakken. Dat was goed voor veel lol van mijn kant wat hem de opmerking ontlokte: `vind je leuk, hè'.
Hadden we een alleenstaande vissenvrouw of man dan sjouwde ik stad en land af voor een aanvullende partner. Ik wist alle aquariumzaken in Den Haag te zitten en slaagde ik dan toonde ik mijn vader bij thuiskomst vol trots de aanwinst.
Ik kan me herinneren dat we een Apistogramma Ramirezi-vrouw hadden met allure: voorzien van een met kuit gevuld roze gekleurd buikje, een pinnig opgezette rugvin, een mooie donkere tekening bij een sublieme diamantachtige schittering. En hard toe aan nageslacht! Ik had een aardig ogende man weten te bemachtigen, die in een plastic zak acclimatiserend in het water dreef. Mijn vader en ik zetten ons na hem los te hebben gelaten voor het aquarium om te kijken hoe of de ontmoeting verliep.
Net als wij moeten vissen zich aan een nieuwe omgeving aanpassen: de Apistogramma-man schoot onmiddellijk tussen de beschuttende waterplanten achtervolgd door een hitsige vrouw. Hij had het duidelijk te kwaad. Onbarmhartig deden de toekijkende enthousiastelingen een schepje bovenop zijn ellende door te roepen: `doe nou wat, klootjavaan'. Dat scheldwoord was grensoverschrijdend fout, maar toen lag het voor in de mond. Bij mijn vader en van vader op zoon doorgegeven ook bij mij.
Het kwam goed, er kwamen jongen, maar door onoordeelkundig voeren verspilde ik het broedsel. Een voor een gingen ze ten onder.
Discusvissen waren het eindstation destijds. De discusvis is voor een aquariumhouder het summum. De jongen voeden zich de eerste fase van hun leven door een afscheiding van de huid van de ouders te pikken. Ze groeien uit tot kleurige, sierlijke, grote discusvormige vissen; perfecte naamgeving.
Op een dag waren ze in een keer onaangekondigd allemaal dood.
Die teleurstelling is mijn vader niet meer te boven gekomen. Zijn passie is als de aquaria zelf geleidelijk dichtgegroeid met alg en zo hebben ze verdeeld over woon- en slaapkamer gestaan tot zijn dood.
Dat zijn de minder leuke herinneringen.
Ik houd `hoarding' voor de uiterlijke verschijningsvorm van een innerlijke evenwichtsoefening. Het zich omringen met zaken die aan het hart gaan, zoals de oude jaargangen van kranten met gekoesterde artikelen poogt de klappen van het leven op te vangen en de stapels groeien zomaar door tot het plafond. Die wankele pilaren bewaken paradoxaal de balans. Bedenk dat maar wanneer je door de zelf gecreëerde lichtstad van een dwangmatig verzamelaar slalomt. Ik heb wel een handje van bewaren wat tot uiting komt in die opsommingen en het bijvoorbeeld niet weg kunnen doen van een aquarium gedurende jaren; voor mij in ieder geval aanleiding een digitaal abonnement te verkiezen boven een papieren krant.
En geloof het of niet, maar het schrijven van dit verhaal werd opgeluisterd door een selectie uit `Carnaval des animaux' van Camille Saint Saëns beginnend met `het aquarium'. Een treffender muzikale illustratie van die sprookjesachtig verstilde onderwaterwereld bestaat er niet. Sla de speellijst van radio 4 van 19 augustus 2025 er maar op na.
Over de pracht van samenloop een andere keer.
Zie ook: http://www.apartefact.nl
Schrijver: Albert Goudberg, 20 augustus 2025
Geplaatst in de categorie: overig