De naaktheid van het leven
Het station dat in het halfdonker kleurde naar de naaktheid van het leven, enkel glas en de geur van sigarettenrook zetten mij onbewust aan het denken, nee denken was het niet, er kwam een moment van besef dat ik nooit had geweten wie ik was.
Plotseling doemde uit de nevel De Blauwe Engel op. Niet dat het een engel was, maar het was de trein waarop ik wachtte. Stoïcijns stapte ik in, ging zitten op het skaileren bankje en ging mijn besef vertalen met woorden. Ik schrok, ik wist dat ik anders was dan anderen. Mijn hoofd was telkens vol met watten, een matheid die je ziet wanneer je door de bodem van een lege jampot kijkt.
Zo was mijn leven al zestien jaar geweest. Het joeg mij schrik aan, want ik wist dat ik dit voor de rest van mijn leven zou moeten meedragen. Ik begreep opeens waarom ik altijd de eenzaamheid opzocht, en mij verwijderde van de mensen. Die ruis in mijn hoofd kreeg een naam, ik noemde het: raar in mijn kop.
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid
Die matheid met het zicht door de bodem van een lege jampot.