Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

complicaties

Huisarts Van Helden gooit zijn stethoscoop weg alsof het een oude nietszeggende prop met aantekeningen is. De stethoscoop blijft nog even met de membraan aan de rand van zijn prullebak hangen, om daarna te belanden op een hoop van plastic handschoenen en vieze zakdoeken.
Vele patienten heeft hij hier langs zien komen. Van zeurderige snotterbellen tot mensen die meer dood dan levend zitting namen op zijn onderzoekstafel. Waarbij opvallend genoeg de vreselijke zieke mensen hun dood accepteerden al was het een bonnetje bij het pinautomaat en de zeurderige snottebellen haast in onderhandeling gingen over hun te verkozen ziekbed.

Terwijl hij zijn leren tas in de gespen klikt (hoelang had hij die nu eigenlijk al?) keek hij nog even in zijn uitpuilende en slordige agenda. Het stoppen met het dokterswerk was eigenlijk veel eerder gekomen dan verwacht. Een paar dagen geleden had hij niet kunnen bedenken dat hij van dit pand en van deze toch zo chaotische, maar vertouwde omgeving afscheid moest gaan nemen.

Gisteren kwam de brief binnen. Tussen alle andere talloze brieven en reclame-uitingen die hij per dag binnenkreeg. Toch was het die brief die hij als eerste uit de stapel op de mat pakte. Trillend, maar toch zelfverzekerd had hij de envelop bekeken. Zijn naam klopte en zelfs de naam van zijn straat die wel eens verkeerd werd gespeld stond er correct op. Sommerlandstraat, het was echt aan hem gericht.

Het begon allemaal met een officieel telefoontje. Of eigenlijk begon het een week eerder. Zoals altijd was de sfeer in de wachtkamer druk, maar redelijk joviaal. De snotteraars zaten gebroederlijk naast de zieken. Heel de ochtend ging het eigenlijk als zoveel ochtenden. Ok, hij had meer recepten uitgeschreven voor antibiotica dan normaal, maar verder zoals gezegd een ochtend als ieder andere ochtend.

Hij had net mevrouw Klein met een recept voor hoestdrank zijn kamer uit laten gaan voordat hij de vijftien jarige Josephine Giesen bij zich riep. Ze had van tijd tot tijd verschrikkelijke pijn in haar kuiten. Gevalletje groeispurt was de eerste reactie van Dokter Van Helden. Hij legde haar voor de zekerheid toch op zijn behandeltafel en bekeek haar kuiten. Niks aan te zien. Vijftienjarige kuiten, stevig en hier en daar een blond haartje. Om er zeker van te zijn dat de pijn niet uit de bovenbenen kwam bekeek hij ook nog even de stevige bovenbenen van deze jonge vrouw. Nadat hij deze bekeken had en gevoeld had dat zijn ogen hem niet bedrogen hadden kon meisje Klein haar broek weer aantrekken. Met het advies om veel in beweging te blijven stuurde hij haar weer naar huis. Misschien zou zwemmen haar goed doen.

De rest van de week liep soepel. Patiënten wisselde elkaar af en hij had geen enkele patiënt door hoeven sturen naar het ziekenhuis. Na een druk, maar gezellig weekend ging hij weer aan het werk; hij werd hij voor negenen in de ochtend gebeld. Er was een klacht tegen hem aangediend; hij zou zo spoedig mogelijk per brief op de hoogte gehouden worden of de klacht volgens de huisartsencommissie gegrond werd verklaard.

De deur viel zachtjes in het slot. Hij liep het tuintje uit bij zijn dokterspraktijk. Het tuintje waar hij dertig jaar in en uit richting zijn praktijk had gelopen om een deel van de stad van kwalen te bevrijden. Dit zou de laatste keer zijn. De tuin stond in bloei. Zijn tas klemde hij dicht tegen zich aan. Of het omklemmen van zijn tas het laatste loopje in zijn tuin dragelijker zou maken. Op weg richting de bushalte hield hij zijn ogen strak gericht naar de grond. Snel keek hij hoe laat de bus zou komen. 17:12. Nog tien minuten wachten. Hij nam plaats op een van de stoeltjes en bedacht waar het allemaal fout was gegaan. Veel tijd had hij daar niet voor want het zoemen van de bus kondigde zijn komst aan. Aan de andere zijde van de weg in tegenovergestelde richting kwam er een fietser aan. Snel keek hij op om te zien wie dat zou kunnen zijn. Het was de 45-jarige overbuurvrouw van zijn praktijk, mevrouw Klein. Terwijl de bus en de fietser elkaar kruisten schreeuwde ze tot driemaal: Pedo! Pedo! Pedo! Hij voelde zich verraden en stapte bus 147 in.
Op weg naar wist hij veel waar.

Schrijver: Jos de Jager, 23 april 2007


Geplaatst in de categorie: ziekte

2.2 met 4 stemmen 518



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)