Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Hoofdhoekje

Steriel. Vier witte muren, een witte vloer en een wit plafond. Het is dat het woord ‘leegte’ met ‘ruimte’ valt te verwarren, anders zou het prima als beschrijving volstaan. Maar het is hier alles behalve ruim, het is alleen maar erg leeg, een hoekje in mijn hoofd dat nodig aan inrichting toe is.
Ik sleep een leren bank naar binnen en schuif deze tegen één van de witte muren aan. Een klein houten salontafeltje zet ik precies zó neer dat wanneer je in het midden van de bank plaats zou nemen je blik niet om het salontafeltje heen zou kunnen. De rest van de kamer is nog leeg, dus veel keus zou je trouwens niet hebben. Er schiet me iets te binnen en glimlachend sleep ik de salontafel weer de kamer uit, enkele tellen later betreed ik de kamer weer, ditmaal een zware pooltafel voor me uitduwende. Ik plaats de tafel zorgvuldig in het midden van de kamer, zodat er voldoende ruimte is om een bal in elke richting te stoten. Met behulp van een driehoek plaats ik vijftien ballen op de tafel en aan één van de muren hang ik een rekje met tien keus. Grinnikend neem ik plaats op de bank en bekijk de zojuist gecreëerde setting. Zo, nu heb je tenminste wel keus. Ik weet het, erg veel moeite voor zo’n flauwe grap, maar ik kon het niet laten. De pooltafel bevalt me echter wel, ik denk dat ik het zo laat. Met wat fantasie zou je het kamertje gezellig kunnen gaan vinden, of juist sinister, zoals een ondergronds hok waar maffiosi samenkomen om duistere zaken te bespreken. Ja, dat lijkt me wel wat, sigarenrook erbij, fluisterende Italianen, een podium waar een mooie, jonge zangeres een sensueel lied zingt terwijl ze flirtend oogcontact zoekt met de wiseguys in de zaal.

De verdere inrichting is niet aan mij. Het duurt niet lang of de maffiosi hebben een bar in de hoek van de kamer gemaakt. Er staat zelfs een barman achter. Hij is wat dikkig, kalend en wrijft met een theedoek een glas droog. Een deur die ik eerder niet had opgemerkt blijkt naar een klein kleedkamertje te leiden, vermoedelijk van de zangeres. Ze heeft haar eigen dressoir met spiegel neergezet en overal slingeren beautyproducten in het rond. De leegte raakt met rasse schreden gevuld en ik heb mijn controle over het kamertje in mijn hoofd verloren. De bedrijvigheid neemt als maar toe en al snel is het alsof ik tegelijkertijd naar zes afleveringen van ‘the Sopranos’ zit te kijken, terwijl op een tv ernaast de gehele ‘Godfather trilogie’ versneld wordt afgespeeld en op de achtergrond het luisterboek van ‘Donnie Brasco’ op staat. Een oneindig aantal verhaallijnen ontvouwt zich in oneindig veel richtingen tot oneindige verten. Sommigen hiervan zouden het vertellen nog best waard zijn, maar allen missen ze die sprankeling, de touch die ervoor zorgt dat het verhaal een ziel krijgt. Zonder ziel is een verhaal niet meer dan één van de vele vertellingen, hoe goed ook geschreven, zonder ziel zal het niet veel mensen boeien.
Dan valt mijn oog op de mooie dame op het podium. Wat doet zij hier, in een ondergronds maffiahol? Wat is haar verhaal? Hoe is het begonnen en - misschien nog interessanter – hoe zal het aflopen? Ik laat me diep achterover zakken in de leren bank, pak er voor de vorm een sigaar bij en bestudeer de sexy zangeres aandachtig. Haar bewegingen zijn langzaam maar soepel, zelfverzekerd kijkt ze de zaal in en laat haar blik door het publiek glijden. Plots bemerk ik dat ze mij aankijkt. Haar diepblauwe ogen verwijden zich en in een moment worden haar donkere pupillen kleine puntjes van zwart. Ze is gestopt met zingen. Ik ben zo gevangen door haar blik dat ik zelfs de mascara op haar wimpers meen te onderscheiden. Dan klinkt opeens haar stem: niet meer zwoel, zacht en sexy, maar hoog, hard en schel.

‘Salvatore!’ krijst ze, terwijl ze met een vinger tussen mijn ogen wijst, ‘who the FUCK is this guy?’

Op zijn minst tien maffiosi halen schietgerei tevoorschijn, het één zo mogelijk van een nog zwaarder kaliber dan het ander. Net wanneer ik angstig bij mijzelf denk ‘who the fuck is Salvatore?’ gaat de deur naar de kleedkamer open. Een oude, besnorde Italiaan met een pistool in zijn rechterhand komt tergend langzaam de kamer binnengelopen. Hij heft zijn arm en een moment kan ik recht in de loop kijken. Ik zou zelfs durven zweren dat ik de kogel op mij af zie komen.

Hier zit ik weer, verbannen uit de kamer in mijn eigen hoofd. Nooit zal ik weten waar haar verhaal begon, of hoe het zou eindigen. Maar met potlood teken ik - nerveus en nieuwsgierig naar wat me nu weer overkomen gaat - alweer de eerste lijnen in het wit van een leeg hoofdhoekje...

Schrijver: Ornor, 12 september 2007


Geplaatst in de categorie: filosofie

4.3 met 3 stemmen 471



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)