Het ongeluk
Boem, zo reden we op de motor en zo werden we onderuit geramd op een voorrangsweg!
Ik wou opstaan maar zakte door mijn been dat zig-zag op de straat lag!
Dat wordt een kunstpoot, dacht ik en vroeg angstig aan mijn vriendje of ie altijd bij mij wou blijven.
Hij trapte er in want ik had het stellige vermoeden dat ik anders over zou schieten.
In het ziekenhuis werd er een gecompliceerde scheenbeenbreuk en een enkelbreuk geconstateerd; ik moest geopereerd worden. Er werd een pen ingezet en omdat het ook nog doodgeslagen was mocht ik pas na tien weken weer naar huis. Daar zat ik één jaar lang op de bank met mijn been omhoog! De pen moest er weer uit en toen sloot de wond niet; waarschijnlijk een botsplinter. De dokter dook erin met een tangetje en ik krijste het uit van de pijn!
De volgende keer durfde ik het ziekenhuis niet meer in en ik liep er eerst angstig een paar rondjes omheen. "Wat", zei mijn vriend: "Baas in eigen buik, dan ook baas in eigen been! O ja, zo kon het ook en ik stapte vol zelfvertrouwen naar binnen. De dokter wilde zijn laatste handeling herhalen en ik stond gelijk bij de deur. "Nee dokter; ik heb geen zin in weer zoveel pijn".
Dan kon het wel erg lang gaan duren, die open wond.
Gelukkig kwam ie er na een week vanzelf uit, die botsplinter!
Ik kon zo met een pincet het onding eruit trekken!
Gelukkig kreeg ik nog wat smartegeld van de verzekering want mooi zou mijn been nooit meer worden!
Ook was ik inmiddels zwanger. Ik begon aan een nieuw hoofdstuk in mijn leven want het ziekenhuis was ik inmiddels spuugzat!
Geplaatst in de categorie: verkeer