Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Doe dit...

(voor Anton van Wilderode)

Meer dan van jouw vloeiende naam heb ik niet onthouden, de zuiverende werking van een gedegen achtergronddiscipel, die alle eer weet door te sluizen naar zijn roomse God. Hij blies een deel van Gods adem door de kieren en gaten van een bouwvallige woordentoren. Hij kende een vrede die woordkunst oversteeg, de ziel niet prijsgeven aan slaafse gebondenheid.

Vergis je niet, want alle geheimen zijn zichtbaar voor de Meester. Achter zijn ogen, diep in zijn markante hersens, lagen de uitgestrekte bloemenvelden langs de helderblauwe kronkelbeken. Dikke zalmen glimlachend van geluk tijdens hun soepele luchtsalto's. Onder hun glimmende hangbuiken vlogen charmante engelen op topsnelheid, in een lieftallige haarlok een hertogelijk zomerweiland vol met de beste rondborstige koeien zonder b.h.'s en met vrolijk dansende madeliefjes (nee, geen crazy House, niet zo achterlijk primitief).

Psychedelische kerkuilen zongen bombastische aria's pal onder de sneeuwdekens van zijn volstrekt paranoïde slaapwandelen. De verliefde muzen achtervolgden hem tot diep in de sacrale missen, in anonieme, donkere en koude kathedralen, waar bijziende medepriesters struikelden over hun door gierige motten bewoonde habijten, vele maten te groot en jeukend als de pest, stokstijf van het goedkoopste wasmiddel. Toch volgden zij als vrijgevige schenkers, niet als getalenteerde wolven. Zijn rovershol bleef in vrome wolken gehuld. Het verse brood dat hij brak waren de rijke verzen die hij gaf, doordrenkt met zijn eigen bloed. Datzelfde brood, diezelfde wijn, openbaarden voor hem een veel hoger teken, kus van het ware priesterschap, liederlijke overspoeling door het hemelse stralenfestijn. Gekleurde parelschepen leverden voedsel voor zijn diepste ogen. Geen psychotalk of hersenspoeling, nep-firmament of uitgekiende egotripperij, zijn onvervalste windmolens maalden de grootste graankorrels tot het fijnste meel. Geblinddoekt of niet, zijn lineaire kruisweg steeg kaarsrecht omhoog naar het milde hart van God's alomheersende lichtbrein. Nooit anders dan een godgelijke.

En altijd vooruitdromen, de waarheid zien: geliefden rondom, rondom geliefden. Liefdesbloemen uit het weerbarstige graniet van vloekende abdijen en kathedralen. De versierde beker triomfantelijk omhooggeheven. De martelende muzendruppels zorgden voor eenzame verlichting, verre van gestaalde, walgelijke kneuterigheid, protserige oliebollententen voor een snelle hap, zoetsappig damesondergoed tot bovengoed verbasterd (Eros in Deo?). Roomse parabel gehuld in gevleugelde wijsneuzen, de dappersten. Er kwam pauselijke, weemakende bisschopswijn uit zijn eenvoudige waterkranen, schijnbaar verroest en verwoest door algemene erosie. In de klassieke salon van zijn deugdzame voorhoofd zat een stralende, trouwe grafoloog van Christus' hiërogliefenschrift, een pienter glimwormpje, vrolijkvrij tussen de mariale amandelbomen.

Schrijver: Joanan Rutgers, 12 juni 2009


Geplaatst in de categorie: literatuur

2.8 met 4 stemmen 150



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)