Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Opgedoken brieven van Arthur Rimbaud (14)

Deze brief is gevonden in een oude schoenendoos bij de zoon van de schoenmaker te Jehonville.

te Roche, 1 mei 1873

Mijn geliefde Paul,

Je kunt niet vermoeden waar ik allemaal doorheen ga de laatste tijd, ik ben in een vreselijke duisternis gevallen, als iemand die een verschijning heeft gezien, zo iemand zal daarna in een groot gat vallen, te meer omdat er niemand is die hem geloven zal. Een grotere eenzaamheid als deze kan een mens niet aan. Ik veracht mijzelf om wie ik ben geweest en om wat ik overal volmondig heb beweerd. Het is niet waar dat drank en drugs het beste in een dichter wakker maken, dat is een overdreven ijdelheid geweest van mij, ik was een sluwe opschepper! een rioolrat, die brulde dat hij het licht had gezien! een vlerk en een puberale viespeuk! natuurlijk trapten jullie erin, ikzelf ook, magie? mijn grootmoeder! regelrechte kwakzalverij! het resultaat is een kale vlakte, een afgebrande rotzooi. En een boom herkent men nog steeds aan zijn vruchten, welnu, oude zuiplap, de mijne zijn rot geworden, oneetbaar, om ziek van te worden. Juist, ziek ben ik, strontziek, rillingen en braakneigingen en vooral doodziek in mijn kop. Ik sluit mijzelf op in de schuur van onze boerderij en ik ben begonnen aan mijn slotakkoord, ik heb het wel gehad, kameraad, nog wat laatste streken en dan verdwijnt deze vos voorgoed van het poëtische erf. Ik kan niet slapen en bij tijden schreeuw ik het uit van de psychische pijn. Desondanks werk ik hard aan mijn dichtbundel en hoop ik dat dat een zichtbaar bewijs zal worden van hoe het niet moet, het is een totale aanklacht tegen mijzelf, tegen mijn zwakheden, zo eerlijk als een biecht. Nee, de absolutie hoef ik niet. Mijn God, wat voel ik me zwaarmoedig en verworpen, Lucifer is er niets bij. Het is overal zwart om mij heen en in mijn binnenste brandt het vagevuur, ik schrijf met het vuur uit de hel. Het is net als een zweethut bij de Indianen of een Turks badhuis, ik moet gezuiverd worden. Er zitten teveel afvalstoffen in mijn magere lijf, ik lijk wel een lintworm te hebben of een ernstige geslachtsziekte, ik ben verdomme helemaal weggeteerd, nee Paul, dit is niet leuk meer, dit is satanisch, dit heeft niets met goedheid te maken! Ik zit op de bodem van mijn ziel, verder kan ik niet, daar heeft geen mens wat aan. Als de prozaverhaaltjes die ik schrijf aanslaan, dan is het uitputtende lijden niet voor niets geweest, maar nooit wil ik mezelf of anderen weer voor de gek houden, want zoiets wreekt zich genadeloos! Ik geef het beste van mezelf, daar moet men het maar mee doen, ik wens nooit meer een slaaf van de poëzie te zijn, mijn leven is belangrijker dan dode letters, al zijn ze nog zo mooi gehutseld. De woorden zullen niet de macht over mij krijgen, dat is vaak wel zo geweest omdat ik me wilde bewijzen, omdat ik me niemand voelde, minderwaardig en onzichtbaar, maar nu ligt dat achter mij en een nieuwe toekomst ligt voor mij, ik bepaal helemaal zelf wat ik met mijn leven doe. Wil ik dood, dan maak ik mijzelf dood. Wil ik naar Rusland, dan ga ik naar Rusland. Rusje, niet met wapens, maar met lippen kus je! Wil ik stoppen met schrijven, dan stop ik met schrijven. Nee, Paul, dit is meer dan een depressieve inzinking van een schrijver, hier vind ik mijn ware zelf terug. Het is een tegenstrijdige houding voor het seizoen van het jaar, maar dat is bekend van mij, ik luister naar andere ritmen. Helaas, gabber, ik vertik het om nog langer te flirten met de dood, dat hoofdstuk is voorbij. Ik ben sterk versuft geraakt van alle vergif die ik gebruikt heb, meestal lig ik uitgestrekt in de schuur, katatonisch starend naar de balken en het stro. Wanneer ik wakker schiet, schrijf ik met neurotische schokbewegingen. Niemand mag me storen, want ik verkeer in een hoge mate van concentratie en je weet zelf wat het oplevert wanneer ik dan gestoord word. Mijn familie werkt op het land en hun zwarte schaap zit zogenaamd niks te doen in de stal. Ach wat weten zij van luiheid, die betreurenswaardige volgzamen! Mijn werk slorpt meer calorieën op, dan wat ook! jij moet dat euvel ook kennen, lieve schrijfbroeder! het valt dan vaak niet mee om voet bij stuk te houden tussen al die vlijtige werkmieren, al die trotse Martha's! Welnee, ik ga niet verder met klagen, tabee!, een kus op beide wangen en groet je barmhartige familie in Jehonville van mij en jat een fles oude wijn mee als je langskomt! Een opwindend likje op je ondeugende aarsgat van je liefste,
Arthur

p.s.: zit dat etterwijf je nou nog steeds op de hielen? als artiest kun je maar beter vrij man zijn en al helemaal zonder kroost! overigens, wat vind je van de bijgesloten hommage?

Schrijver: Joanan Rutgers, 13 juni 2010


Geplaatst in de categorie: literatuur

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 68



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)