Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De pillenboer

Ik zag hem door een kier in het geniep met chloor en vim aan het poetsen.
Het was mijn psychiater, de heer de Mooie noten van de muziek.
Ik kan er ook niets aan doen dat hij zo een idyllische naam had.
Voordat ik bij hem in de spreekkamer belandde poetste hij voor de schijnheil de kamer met warmwater en een grote zeep en chloor en dettol.
Hij glimlachtte daarbij.
Daar zat een theorie achter.
Volgens hem was de patient erbij gediend dat de spreekkamer naar een ouderwetse ziekenhuiskamer van de dokter rook.
Ook daar zat weer een theorie achter.


Toen ik bij hem was verklaarde hij zich nader met:,Ik zelf ben een zakkenvuller.
Ik verdien honderdachtentachtigduizend euro en twee cent netto in het jaar.
Maar ik ben een lieve man.,Wat vind u daarvan?
,Ik vind daar niets van, ik ben een verschrikkelijk mens en u bent wat ik nodig heb, namelijk een lieve man.
,Toch zit mij dat dwars vervolgde mijn zenuwarts.
,Ik heb negen lentes gestudeerd voor dit vak en ik moet van de honderdachtentachtig duizend euro zesduizend met hypotheekrenteaftrek plus tweehonderdvijftig euro en een centje per jaar terug betalen aan de universiteit per jaar.
,Wat vind u daarvan dierbare patient van mij?

Er viel een stilte en vervolgens vroeg ik aan hem of hij ook ergens in geloofde.
Nee zei hij behalve dan in de lepel van de apotheek.
U bent toch hersenkwabbendeskundige vroeg ik.

Ja hij was hersenkwabbendeskundige en zei dat hij pas ging slapen als hij ieders hersenkwab ondersteboven had gehaald onder zijn tureglas, zijn microscoop.
,Bent u een puzzle psychiater?
,Ik ben de puzzle van de puzzle en mijn moeder heeft al mijn puzzlestukjes nog nooit in elkaar gelegd.,Ze noemde mij de puzzle van Luzzle die goed kon fietsen naar Hoogeveen.
,Oh wat naar voor u!
,Ja ik was altijd heel goed in de pan aanbranden en goed in kruiswoordraadsels oplossen.
Ik stuurde heel fanatiek de door mij opgeloste kruiswoordraadsels naar de plaatselijke redacktie van ons plaatselijke sufferdje.
,Ik won nooit wat omdat ik er per ongeluk klodders jam op morstte bij het eten van mijn boterham met jam.

Houdt u van geld verdienen psych vroeg ik.
,Ja ik houd van grof geld verdienen, ik ben daar heel eerlijk in.
Houd u van dieren?
,Ja, dieren blijven altijd onnozele kleine kinderen, ze zijn hoewel lager in de altijddurende hierarchie van God dan mensen nog onnozeler dan kleine kinderen , daarom zijn zij ook zomaar troost ook.

Gelooft u in God en gebod?
,Nee.
Maar net sprak u gelovig!
Oh dat kwam uit mijn onderbewuste of zo.
Gelooft u in de ziel?
,
,Ik ben de lepel van de apotheek. Nee, ik geloof in nergens in.
Ik vond mijn psychiater een aantrekkelijke man.
Hij had een paar stevige billen.
Dat vond ik eigenlijk aantrekkelijk aan hem.Het rook hier naar chloor en zeep en omo en ik vond hem lief ook al geloofde hij in niets.

Boven hembleef het klokje maar tikken, maar tikken.Maar het tikte naar nergens toe.
Deze man onderwees mij dat ik niet meer in engeltjes en duiveltjes mocht denken
Ik zei zachtjes tegen hem terwijl hij al bijnaq in slaap was gevalen:,Mythen zijn het bloed van de ziel.

Vijftig jaar laterhad ik een droom die als volgt ging:Ik zag mijn vroegere psychiater terug die inmiddels een aapmens was geworden.Hij klauterde met handen en voeten aan takkenin een boom en ze hadden hem opgesloten in een kooi.
Hij stootte afschuwelijke kreten uit en gilde.
Hij had hele lange nagels aan zijn tenen en droeg lang haar.
Ik wilde hem een snoepje geven.
Dat wilde hij graag.Hij greep het snoepje door de tralioes van zijn kooi en snoepte hem op.Als een blij kind.
Ik vroeg aan hem of ik hem vrij moest laten.
,Nee gilde hij, ik heb u toch uitgelegd dat ik de puzzle van Luzzle ben.
,Ik ben ondertussen in Shiva gaan geloven die mijn intellectuele kop zonder God heeft verbrijzeld.
Hij heeft mij dom en primitief en kinderlijk gemaakt.
Hij heeft al mijn hoogmoed weggenmen alsook mijn naam en faam en riante salaris in een klap van mij weggenomen voor altijd.
Ik ben nu hangende aan de takken dement en gek en ik was een gek.

Ik begon te schreien heel lichtjes omdat ik van hem hield.
Ik maakte de kooi open en klom vervolgens de kooi in.
Klom voorzichtig zijn boom in en deed mijn sandalen uit en haalde de strikken uit mijn haar.
Ik omhelsde hem .
En bood hem een snoepje aan.
En toen viel met een dreun het hek van de kooi dicht en waren we beide gevangenen van elkaar.

Schrijver: corni
Inzender: cornil, 27 juli 2012


Geplaatst in de categorie: rampen

2.0 met 1 stemmen 112



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Han Messie
Datum:
28 juli 2012
Email:
hmessielive.nl
Een voorbeeld ervan hoe zowel psychiater als patiënt elkaars gedachten in de war sturen. Beider hoofd slaat op hol!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)