Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen over vrijheid

De droom van Henk

”Borsten ,borstels,en bieten is mijn verlangen hier, ja grote Nederlandse borsten van vrouwen die ons moederen, wij vies volk.
Want wij hebben lieve moeders nodig ,want wij zitten achter de stangen en aan de dwangarbeid voor onze begane zonden.
Toiletten schoonmaken, wastafels ontstoppen, rioleringsbuizen schoon schrobben bij daglicht in vieze gangen hermetisch afgesloten door tralies en met ketens aan onze voeten met een ketting ertussen.
Ja gelukkig met een ketting ertussen. En strak en o pijnlijk in de haken en ketens en sloten, voorgoed op slot gezet onze blote voeten.
En we hebben een naam gebrand op onze billen. Gebrand op onze billen in stilte en koude.
Zoals mijn naam Henk met hele grote letters in zeven talen klaar en duidelijk.
Ja, ik heb hier blote billen, het is schaamte en schande!
En zo hoort het zeggen de soeplepelvrouwen hier in zwarte jurken die ons koud water tussen onze lippen laat gieten. We zingen Poesje miauw,ik heb een schoteltje melk voor jou.
Of we zingen dat we een zeep in onze mond hebben en er lepels gestoken zijn in onze oren.
Ach hoe klein en nietig zijn wij geworden.

Een kraslot mag je hier niet krabben, we zijn allemaal zonder een cent.
We mogen in dit leven geen cent meer hebben. We verlangen naar moeders borsten,en naar een borstel,en naar een bos bloemen tussen de tralies ,gekleurde welriekende bloemen van onze vrouw die niemand hier meer heeft.
En hier is ook geen ranja, noch een koek, maar alleen broodkorsten droog en hard, hard als het leven voor zondaars als ik.
Een heks heeft een spinnenweb op haar neus en een gevangene zit opgesloten, voor hem gebedskralen, alleen maar gebedskralen. Ik ben het vuil der wereld, ja ik ben het vuil en de slijk van deze wereld. Mijn handen hangen hulpeloos achter mijn billen.
Zachtjes valt de sneeuwvlok, en rood is de roos maar wij hebben hier de distel, de ketting, de ketens om, in de voetijzers voor een eeuw.
Klokken, hoe laat is het klokken, we weten het niet meer!
Ik denk hier in de eenzame cel aan een toiletpot, aan mijn zware ketens om mijn enkels en voeten, ik denk aan een boterham met korsten alleen. Buiten staan mooie wereldse vrouwen, ze lachen ons uit.
Er zijn ook zeer kwaadaardige gevangen mannen, ze komen er nog slechter uit, je moet ze niet op een pijnbank leggen maar op een liefdesbank en wel zo dat ze verplicht worden alle kwetsbare mensen en dieren te verzorgen tot hun natuurlijke dood.Maar ze moeten op een liefdesbank met zeven engelen van God aan hun zij, aan hun voeten, aan hun slapen en voor hun hoofd
En als dat niet helpt dan helpt de tang en dan haal je er bij hun de ballen af en stop je ze in een gesticht en laat je hun konijnenhokken timmeren. Dit droomde ik tussen de beddenstangen.

Opeens zag ik zeer kwaadaardige gevangen mannen die geen berouw hadden en ze werden niet op een pijnbank gelegd maar op een liefdesbank. Maar dat hielp ook niet, ook niet met zeven engelen van God aan hun voeteneind, aan hun zijde, aan hun slapen met een citroenmelisse zacht verregend om te helpen dromen zoet, en toen kwam er een man met een tang met een zwarte schootsrok aan, hij sneed met de tang de ballen van deze mannen af.
En toen werden ze verplicht om knabbelstokjes aan vogeltjes te geven met lieve Godsdienstige liedjes en suikerklontjes aan paarden te geven hun leven lang.
Barbaren die een stad vernielen moet je op het grote plein vol met toeristen in een kooi zetten zeven dagen van zeven uur in de ochtend tot zeven uur in de avond,en die mensenmannen moet je alleen met een onderbroek in een kooi houden zeven dagen lang.De toeristen mogen hen fotograferen, en zien en lezen voor de kooi tegen wie en wat ze misdaan hebben. Al die barbaren staan in de kooi in hun onderbroek,alleen met een onderbroek aan,dat werkt reinigend voor hun ziel!

Ik denk hier aan borsten, aan borstels en aan bietensap wat ik hier nooit krijg.
Alleen ijskoud water wordt tussen mijn lippen gegoten door een magere vrouw in een zwarte jurk vol betovering en met een slaapwekkend medicijn.
Een verdovingspil voor elke nacht die ik moet ondergaan in voetijzers achter vierentwintig tralies en met ijsbloemen in mijn ziel.
Ach ik verlang hier naar borsten,borstels en een badeend soms ook.
Maar mijn rug is vuil en verder ook mijn verdere lichaam.
Met nijptangen zetten ze mijn boeien strakker vooral in de nacht als ik in bed tussen de stangen meer pijn moet lijden.
Eenzaam is mijn ziel zonder een potlood en een kleurenboek.
Hier heb ik,oh en dat doet zo verschrikkelijke pijn geen kamerplant voor mij.
Ik verlang naar lippenstift op mijn wangen voor een gemeende kus van een lieve vrouw.
Maar ons heil moeten we zoeken in God en in lieve liedjes voor Hem.
Maar we hebben geen echtgenotes, heb ik ook nooit gehad.
Alleen de vrouw met de magere soeplepel waaruit ze koud water doet gieten tussen mijn lippen." ”Een korstje brood voor deze vis in de cel” zei ze gisteren tegen mij en ze wierp mij zwarte korsten brood op mijn schoot.
”Elven ure is het voor jou, elven ure is het voor jou en ter twaalfder ure ben je dood aan mijn voeten" lachte, ja lachte me uit de zwarte vrouw met de bos sleutels.
”De mannen voor de cel zijn nog erger, ze slaan me, met spijkers en roeden en sluiten mij steeds dieper op in mijn bloedend vlees.
Kinderen en vrouwen komen hier niet,en ik schrei mee met de vele andere mannen in hokjes achter de stangen de dagen en nachten achter elkaar,want we worden terecht gestraft voor onze zonden en onze tranen druppelen over onze blote voeten in verdiende ketens van blinkend staal.

Schrijver: cornil, 22 maart 2015


Geplaatst in de categorie: vrijheid

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 312



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)