Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen over woede

De strik van de Olle Grieze - deel 2

Hij zette de beide verfpotten op de leuning en kieperde de inhoud van één ervan over de rand. Een brede gulp zwarte verf kwam klotsend neer op de bovenrand van de strik, zoals hij tot zijn voldoening constateerde toen hij in het spiegeltje keek. Traag droop de smurrie over de geel en oranje getinte kunststof en baande zich een weg naar het lange lint aan de onderkant. Dat was een voltreffer! Hij pakte de tweede pot en mikte nu iets lager om ook de onbesmeurd gebleven gedeelten te raken. De hoofdmassa belandde nu ongeveer halverwege het lint dat onderaan bengelde. In steeds dunner wordende stralen, als tranen die weerloos omlaag biggelen, kroop de verf naar de onderste rand.

Met een gevoel van triomf richtte zich op. Spontaan hief hij het Friese volkslied aan en begon aan een vreugdedansje op eenzame hoogte. Daarbij struikelde hij over een lege verfbus en kwam met zijn hoofd onzacht in aanraking met de muur, maar daar maalde hij nu niet om. Na alle vernederingen die hij zich in deze stad had moeten laten welgevallen had zijn haan eindelijk victorie gekraaid! Alle opgekropte woede en verbittering welden in hem op toen hij in vogelvlucht de voorbije twee jaren van zijn leven overzag.

Naïef, maar ook heel idealistisch was hij van zijn Friese geboortedorp naar de stad Groningen vertrokken om er medicijnen te gaan studeren. Hij hoopte daar later een eigen praktijk te kunnen beginnen als huisarts. Het eerste jaar volgde hij trouw alle colleges en ploeterde als het moest tot in de kleine uurtjes om bij een tentamen goed voor de dag te kunnen komen. De tochtige zolderkamer en de luidruchtige corpsstudenten die de etage beneden hem bewoonden had hij daarbij maar voor lief genomen.

Aan het begin van het tweede studiejaar kwam er onverwacht verandering in het regelmatige leventje dat hij voor zichzelf had uitgestippeld. In zijn ochtendblad verschenen onthullingen over een schandaal dat zich op de medische faculteit had afgespeeld. Bij een controle van het ministerie van onderwijs zou zijn gebleken dat het faculteitsbestuur jarenlang zo’n 25 studenten per studiejaar meer had laten inschrijven dan het toegestane maximumaantal. De onderwijsminister zou, toen hem dit ter ore was gekomen, hebben gedreigd met onmiddellijke vermindering van het aantal studieplaatsen. De faculteit moest zelf maar bepalen welke studenten op korte termijn moesten verdwijnen. Een loting onder eerste- en tweedejaars leek hem de beste oplossing, maar hij hield zich ook voor andere suggesties aanbevolen.

In eerste instantie had hij nogal laconiek op dit krantenbericht gereageerd. Deze minister deed wel eens vaker neurotische uitspraken. Tijdens zijn discussies met universitaire bestuurders was het hooggeleerde gezelschap al eens eerder schreeuwend over tafel gerold. Bovendien konden ze toch niet zomaar studenten, die al met hun studie begonnen waren, wegsturen? Maar de geruchtenstroom hield aan, door Groen Links werden zelfs Kamervragen gesteld en in het diepste geheim werden in de rokerige burelen van studentenbonden acties voorbereid, zo werd gefluisterd.

Toen er eindelijk een brief van het faculteitsbestuur bij hem in de brievenbus gleed met de mededeling dat hij was uitgeloot, kende zijn woede geen grenzen. Waarom moesten hij en nog een aantal medestudenten als wisselgeld worden gebruikt om de ruzie tussen een fantasieloze minister en knoeiende bestuurders te beslechten? De hele dag had hij lopen vloeken en zijn luidruchtige benedenburen hadden ’s avonds op het toilet de besmeurde resten van de ambtelijke beschikking aangetroffen. In de periode daarna had hij herhaaldelijk bezoekjes afgelegd bij zijn studieadviseur, maar de faculteit bleef onverbiddelijk. Wél bood men hem natuurkunde als alternatieve studierichting aan, maar dat voorstel had hij verontwaardigd van de hand gewezen.

Omdat door de beëindiging van zijn studie ook zijn recht op een beurs was vervallen, had hij maar een baantje aangenomen als gids van de Martinitoren. Erg veel verdiende je daar niet mee, maar het was voldoende om er zijn kamerhuur mee te kunnen betalen en er nog wat van over te houden voor zijn levensonderhoud. Over een paar maanden was het Martiniseizoen al weer afgelopen en moest hij naar iets anders omzien. Dat zou wel uitdraaien op een baantje als zwart betaald obertje in een Pizzeria. Al die studenten te vreten geven, bah!

- Wordt vervolgd -

Schrijver: Hendrik Klaassens, 12 augustus 2016


Geplaatst in de categorie: woede

3.7 met 12 stemmen 1.859



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Ton Hettema
Datum:
12 augustus 2016
boeiend en spannend geschreven
ga door, ga door...

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)