Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen over dieren

DE JONGE ROZENKEVER (deel 2)

"Er moet een kanaal gegraven worden: een korte, maar brede vaarweg, die de twee grootste rivieren van ons land met elkaar zal verbinden. Dat zal onze vrachtschepen zeer ten goede komen."
Koning Gerboud ging steeds driftiger praten. Wat ging zijn tong druk op en neer!
"Nou, de koning komt goed los," dacht de rozenkever. "Ik maak al rondvliegend kleine wervelwindjes achter zijn hoofd. Hij voelt zich daarom vrijer en meer ontspannen."
Tenslotte viel de rozenkever neer op 's konings mantelkraag, en sliep meteen in. Die lekkere wijnlucht had hem erg loom gemaakt. Op dit ogenblik genoot de koning ook van een lekker glas. Gelukkig merkte hij niets van de kleine bezoeker, die op zijn kleding rustte.

's Avonds heel laat ontwaakte de rozenkever. De koningsmantel, waarop hij zo lang had geslapen, hing aan een mooie houten kleerhanger. Verbaasd zag het diertje dat de koning en de koningin in hun breed ledikant stapten.
De rozenkever rook iets, wat hem aanlokte... Aah, in de hoek van de slaapkamer stond een grote koperen bloempot, waarin twee rozenstruiken bloeiden. Zzz, gauw erop af! Hij kroop over de rode en wit-roze bloemblaadjes. Wat zou hij hier als rozenkever op zijn gemak zijn! Maar _ de half slapende rozen waren nog wel zo kien om fluisterend te waarschuwen:
"Hoor eens, rozenkever. Wij vinden het heerlijk dat je bij ons komt. Maar in dit paleis, nee, daar zal jij het niet vinden. Hier leef jij, een vrijheidslievend diertje, veel te gespannen en te krampachtig. Het raam staat open. Je kunt het ruime bestaan tegemoet vliegen."
De rozenkever verliet zijn geliefde rozen met hartzeer. Nog even vloog hij heen en weer boven de koning en de koningin, die allebei al luid snurkten.
"Welterusten, grote heerser en heerseres over het mensenland. Ik wens dat er in uw groot paleis weldra meer ruimte zal komen om prettig te leven. Ik zou mijn ruimte hier echter vergeefs zoeken."
Hij vloog naar buiten, de frisse nachtlucht tegemoet. De rozenkever had het gevoel of zijn klein lijfje met peper gevuld was. Dit geprikkel vond het nietige diertje heerlijk. Daarom had hij de kracht om de hele nacht door te vliegen. Het was zo aangenaam om laag boven de grond te vliegen. Want de aarde geurde pittig. Zij hield grote groei- en bloeizin verborgen, die ze spoedig zou tonen.
Aan de oostelijke hemel begon het wazige morgenblauw al te glanzen. De rozenkever ging almaar lager vliegen, raakte bijna het gras. Onder hem glommen allemaal puntige gele sterretjes. Wat zou dat zijn?
"Kijk eens, het speenkruid bloeit al zo mooi!" riep het zoontje van de boer. De jongen was net zo vroeg opgestaan als zijn vader, zou meehelpen met het melken van de koeien.
"Speenkruid?" dacht de rozenkever. "Dat zijn dus mooie grondsterren. Terwijl die steeds meer gaan glimmen, doven de sterren van de hemel!"
Maar nu wilde hij een poos rusten. Langzaam vouwde hij zijn vleugels dicht en stond op de grond. Een hele tijd lag hij doodstil en wist niet waar hij was.
Zo'n twee uur later begon de rozenkever om zich heen te kijken. In het heldere daglicht was alles duidelijk te zien.
"Jammer," dacht de rozenkever. "Wat naar, ik ben weer tussen de beuken, waar zo'n zwaarmoedige geest heerste. Moet ik altijd hier blijven?"
Hij keek eens naar boven.
"Maar toch _ Maar toch," peinsde hij. "Al die beuken hebben wat te vertellen. Kijk eens naar al die bruingroene puntjes aan hun takken. Ze willen me iets duidelijk maken."
De rozenkever keek gewoon recht voor zich uit.
"Maar wat zie ik nu? Ja, daar zal ik voortaan wonen! Ik zal me er zeker gelukkig voelen!"
Hij dook weg in het tere loof van de bosanemonen, die er zo bescheiden, maar toch wonderschoon bij stonden.
"Wat een vreugde hier te mogen zijn!" gonsde de kever luid. "Hier vind ik kleine, maar toch eindeloze ruimtes. Deze dichte, zachte stengelbladeren zijn voor mij mooie paleiszalen, waarin ik altijd naar believen kan ronddolen en op mijn gemak mag toeven."
De rozenkever luisterde goed. Ergens in het grillige groen klonk de roep van een soortgenoot. Hij bedacht zich geen ogenblik, maar vond meteen de weg naar het rozenkevervrouwtje, dat verlangend wachtte.

Schrijver: Han Messie, 14 februari 2017


Geplaatst in de categorie: dieren

4.0 met 1 stemmen 104



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Günter Schulz
Datum:
15 februari 2017
Email:
agschulzziggo.nl
Je bent gezegend met een creatieve en speelse fantasie. In jouw verhalen keren regelmatig de verwondering over en de eerbied voor de natuur terug. Je laat ons dingen zien, waar wij in het dagelijks leven aan voorbij gaan zonder er ook maar een moment acht op te slaan. Jouw verhalen manen ons tussen de regels door tot bezinning. Graag gelezen.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)