Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Gronsveld en de jaloerse geschiedenisleraar

Vanuit haar woning ziet zij de kasteelheer Tristan de Vos van Steenwijk naar de kerk gaan. Ze houdt haar adem in. 'Hij is weer alleen vandaag!', denkt ze opgelucht en vol verlangen. De klok van de Sint-Martinuskerk dreunt heel Gronsveld wakker en Juliette Lemmens maakt zich op om naar de avondmis te gaan. Ze tuit haar volle lippen voor de vuurrode lippenstift en ze kamt haar golvende, blonde haren met een Zenner-borstel. Ze woont al ruim tien jaar op de Rijksweg 79, tegenover het Kasteel van Gronsveld. Vanaf de benedenverdieping kijkt ze tegen de tuinmuur van het kasteel aan, maar vanaf de eerste verdieping kan ze het kasteel zien liggen. In de vensterbank van haar slaapkamer staat een grote verrekijker, waarmee ze de bewegingen in en om het kasteel nauwlettend in de gaten houdt. Vaak nadat ze de repetities van haar leerlingen heeft nagekeken en becijferd. Als lerares Frans van het Bonnefanten College in Maastricht heeft ze het uitstekend naar haar zin. Bovendien wordt ze door de leerlingen op handen gedragen en heeft ze een goede klik met haar joviale collega's. Iets minder dan met de leraar geschiedenis, Lowie Hummel, die haar al jarenlang probeert te versieren en maar van geen ophouden weet, wat ze ook verzint om hem duidelijk te maken, dat ze niets van hem moet hebben. Vele bloemstukken en dozen bonbons heeft hij al aan haar besteed. Het is een triest geval, die niet af te remmen is, dus laat ze hem zijn gang maar gaan, zolang hij maar niet echt vervelend wordt, zoals die keer dat hij haar op wandelkamp in de Ardennen diverse keren fotografeerde. Ook toen ze in bikini door een beekje wandelde. Ze eiste dat hij die foto's ging wissen, wat hij met betraande ogen en een rood hoofd gedaan heeft. Wat ze wel heel aandoenlijk vond, was het feit dat hij speciaal voor haar zijn Frans heeft bijgespijkerd. 'Voulez-vous coucher avec moi? zal hij wel vaak gedacht hebben', denkt ze nu, maar bij het idee alleen al moet ze vreselijk gruwelen. Ze checkt nog even hoe haar rok over haar billen valt en daarna gaat ze richting de kerk op Kerkplein 6. In de kerk ruikt het naar wierook, die haar mistroostig maakt. Ze gaat op de één na voorste bank zitten, schuin achter Tristan, die even vriendelijk naar haar knikt, wat zij meteen innemend beantwoordt. Pastoor Wilfried van Bronckhorst zet opnieuw zijn beste beentje voor en hij preekt vol vuur over de vergeving van Christus Jezus, die voor iedereen hetzelfde is en niet zoals de mensen vaak denken hiërarchisch is opgebouwd. Het verbaast Juliette iedere zaterdagavond weer, dat de pastoor zo gedreven blijft preken, ondanks de weinige mensen in zijn kerk. Alle kerkgangers kennen elkaar en weten van hun lief en leed, wat een extra band schept. Op één van de achterste banken zit de kinderboekenschrijver Jacques Vriens, die het liefste zo anoniem mogelijk de mis viert, maar iedereen weet drommelsgoed wie hij is. Tristan kijkt geregeld naar Juliette, wat haar doet blozen. De kleurrijke vlinders fladderen onrustig tegen haar buikwand. Het kriebelt tussen haar benen. Haar heupen maken geilstootjes. In de rij voor de hostie staat ze achter Tristan en ruikt ze zijn mannelijke aftershave. Ze denkt aan hoe Donald Jones 'Ik zou je het liefste in een doosje willen doen' zong. Na de dienst klampt ze Tristan aan en vraagt ze waar zijn vrouw Eloise toch is, omdat ze die al lange tijd niet meer gezien heeft. 'Ik kan het jou gerust vertellen', zegt Tristan met een trieste blik, 'Eloise en ik zijn gescheiden en het is verdomde eenzaam in het kasteel!'. Innerlijk is ze meteen in een euforische juichstemming, maar ze zegt: 'Gunst, wat erg voor jullie, want jullie leken zo goed bij elkaar te passen, zie je haar nog wel eens dan?'. 'Dat vinden we beiden te pijnlijk en onnodig!', antwoordt Tristan, 'maar kom eens op bezoek als je zin hebt!'. 'Nou, graag!', zegt zij, 'schikt morgenavond?'. 'Helemaal okay, dan verwacht ik je rond achten!', zegt Tristan met verliefde ogen, terwijl hij rechtsaf slaat, onder het poortgebouw door, richting zijn kasteel.

Aan de overkant van de straat staat een geblindeerde BMW geparkeerd. In die BMW volgt een stinkend jaloerse Lowie Hummel het silhouet van de over zijn oprijlaan slenterende Tristan. Via zijn achteruitkijkspiegel ziet hij hoe een glimlachende Juliette haar donkerblauwe voordeur opent. Hij barst van de jaloezie en woede. Het liefste zou hij die Tristan meteen volgen en helemaal verrot slaan. De herten in het hertenkamp naast de oprijlaan zouden verbaasd staan kijken, maar verder niets. Hij zou er ongezien mee wegkomen, maar hij doet het niet. Hij stapt uit en hij belt bij Juliette aan. 'Wat moet jij in godsnaam hier?', zegt ze zodra ze hem voor de deur ziet staan. 'Ik heb een bos bloemen en een fles heerlijke wijn voor jou, die we het beste samen kunnen opdrinken!', zegt hij met een strenge, gebiedende blik. 'Nou, kerel, dat denk ik dus niet en als je niet snel opdondert, dan bel ik de politie!', zegt zij woedend, 'hoe haal je het in jouw botte hoofd om bij mij thuis aan te bellen? Blijkbaar ben ik niet duidelijk genoeg geweest, maar ik wil dat je mij met rust laat en stop in godsnaam ook met al die belachelijke cadeaus!'. 'Be-be-belachelijk?', stottert Lowie, 'je na-nam ze-ze anders wel al-altijd aan, of was da-dat maar voor de vorm?'. 'Hé hé, slimpie, heb je het eindelijk door? Het was gek genoeg om je op afstand te houden, omdat je zo'n enorme doordrammer bent, maar nu zeg ik je, ik wil niets meer van jou hebben en helemaal niets met jou beginnen, is dat begrepen?', zegt zij luid en duidelijk. Lowie kijkt haar met diep doordringende ogen aan en zijn ogen voorspellen weinig goeds. Hij smijt de bloemen en de fles wijn op de stoep en hij schreeuwt: 'Vreselijk egoïstische pokkenhoer! Ondankbare kuttrut, wie denk je wel dat je bent? Walgelijke kuttekop, wacht maar, van mij ben je nog lang niet af! Je zult je deze vergissing nog lang gaan heugen, Madame de Sade!'. Juliette smijt haar voordeur kei-en-de-keihard voor zijn neus dicht. Ze ziet hoe hij vanaf de overkant kwaadaardig naar binnen staat te loeren. Ze sluit alle gordijnen en ze gaat met haar telefoon in de achterkamer zitten. Ze verwacht ieder moment een steen door het ruit, maar na een uur is er gelukkig niets meer gebeurd. Ze gluurt door de spleet in de gordijnen en ze constateert opgelucht dat hij weg is.

Zondagavond wandelt Juliette op haar mooist over de oprijlaan naar Kasteel Gronsveld. Ze kijkt liefdevol naar de herten, die haar wandeling met belangstelling volgen. Eenmaal bij de kasteeldeur belt ze aan en kijkt ze nog eens naar de sierlijke strik, die ze om de fles cognac heeft gemaakt. Omdat er niemand open doet, belt ze nog maar eens aan. 'Zou hij zelfs geen bediende meer hebben, die de deur voor hem open doet?', denkt ze verbaasd. Ze probeert het nog een keer, maar dan geeft ze het op. Ze gaat maar eens op onderzoek uit en ze loopt rondom het kasteel. Ze ziet nergens beweging en dat is toch wel vreemd, want ze hadden immers met elkaar afgesproken. Ze loert door de ramen, maar ze ziet niemand. Het hele kasteel lijkt wel verlaten. Ze hoort opeens een hond blaffen en ze gaat kijken waar die is en waarom hij zo aan het blaffen is. Het geblaf komt uit de vrijstaande dienstwoning en ze ziet dat de voordeur open staat. Dichterbij ziet ze ook dat de deur geforceerd is. Via een koele gang komt ze in een keuken, waar de hond ineens naar haar begint te blaffen. Ze ziet drie mannen liggen. Overal is bloed en één van de mannen is Tristan. Ze gaat door haar knieën om te voelen of er nog een hartslag is. Vol afschuw en verdriet ontdekt ze dat Tristan overleden is. De andere mannen zijn waarschijnlijk zijn bedienden. Ze voelt in hun nekken. Ook zij leven niet meer. Omdat ze geen telefoon bij de hand heeft, holt ze als een opgejaagd dier naar de Rijksweg. De herten lijken verbaasd over haar plotselinge versnelling. In de opening van het poortgebouw ziet ze de BMW van Lowie staan. Zodra ze die nadert scheurt hij weg. Ze alarmeert de politie en ze wordt de hele avond verhoord. Aan het begin van de maandagmiddag komt de politie weer bij haar langs en weten ze haar te vertellen, dat de vermoedelijke dader op de snelweg richting Heerlen moedwillig tegen een vrachtwagen is gereden en het niet overleefd heeft. Binnen een week zet Juliette haar huis te koop en gaat ze desnoods ergens een kamer huren, maar in Gronsveld, zo met het uitzicht op het kasteeldrama wil en kan ze absoluut niet meer blijven.

Schrijver: Joanan Rutgers, 26 september 2020


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 16



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)