Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

In navolging van Sint-Dionysius

De paranormaal genezeres Catharina van Eynatten is samen met haar vurige minnaar Florentijn Haanegraaf een weekend in Kasteel Nijswiller. Florentijn ziet geregeld spoken en daar gaat hij dan mee aan de haal. Omdat zijn helderziendheid de laatste tijd erg ondraaglijk voor hem is geworden, heeft Catharina hem uitgenodigd om naar deze Bed & Breakfast te gaan. Naast het fysieke genot dat zij elkaar al jaren bieden, wisselen ze paranormale ervaringen aan elkaar uit. Catharina leest meestal zijn aura en ze heelt de eventuele gaten en doffe kleuren. De geesten, die Florentijn ziet, kunnen heel bedreigend voor hem zijn en wanneer dat zo is, dan weet Catharina die geesten te kalmeren of te laten verdwijnen. Dat soort sessies vergen behoorlijk wat tijd, maar zijn dan ook zeer waardevol. Florentijn kijkt eens goed rond in de luxueuze torenkamer. 'Van 1934 tot 1980 woonden de Franciscanessen van Heythuysen in dit kasteel en die hebben het interieur voorgoed verneukt!', zegt hij tegen de schone Catharina, die net uit bad is gestapt. 'Tja, die verrekte nonnen hebben de versierselen gesloopt, waardoor ze de ziel uit het gebouw hebben gehaald, terwijl ze zogenaamd zo met het zieleleven bezig waren!', reageert Catharina. 'En waarom hangen de huidige eigenaren zo'n platte televisie in de huurkamers? Dat is net zoiets!', bromt hij, 'ik ervaar nog de meeste spiritualiteit in de traptoren met wenteltrap!'. 'Zullen ze daar dan een keer gaan vrijen?', vraagt zij met een smekende blik. 'Nu?' 'Nee, nu niet, grapjas, nu gaan we naar de mis in de Sint-Dionysiuskerk!' 'Als de pastoor jou naakt zou zien, dan valt hij meteen van zijn geloof!' 'Hoezo?' 'Nou, jij overtreft al die roomse poespas en door jouw goddelijke lichaam staat zijn ingeslapen piemel eindelijk op uit de dood!' 'Heb je die vrouw met die kinderwagen nog weer gezien?' 'Ja, net nog, en ik zag meerdere kinderen rondom haar!' 'Ik denk dat ik weet wie jij gezien hebt, het is Émilie Brouwers-Regout, want die heeft hier gewoond!' 'Is dat zo?' 'Ja, de dochter van Petrus Regout en ook zijn andere dochter Adrienne, die woonde hier ook!' 'Émilie heeft een hele zachte energie en ze glimlacht hartverwarmend!'. Catharine glimlacht naar hem en ze vraagt: 'Net zo als ik?'. 'Kom hier, lekkere deerne, laat me in jouw glimlach wegsmelten!', zegt Florentijn, terwijl hij haar naar zich toe trekt. Na wat gekus, gestreel en gefriemel rukt zij zich los en zegt ze dat het tijd is om naar de kerk te gaan. Ze doen het puur om het interieur te kunnen bewonderen, om de eeuwenoude sfeer te proeven en te inhaleren.

In de Kerkstraat staat de imposante, kalkstenen Sint-Dionysiuskerk uit 1178 te pronken. Catharina en Florentijn lopen gearmd naar binnen en ze gaan op de achterste rij zitten. De kerk is bedroevend schaars gevuld en her en der branden witte kaarsen. Een deftige dame uit Kuttingen is speciaal naar Nijswiller afgereisd om enkele Gregoriaanse liederen te zingen. De pastoor is heel slijmerig met zijn overdreven complimenten. 'Zal hij haar straks in de sacristie een flinke beurt geven?', fluistert Florentijn naar Catharina, die meteen in de lach schiet. In zijn preek vertelt de pastoor over Sint Dionysius van Parijs, die in Saint-Denis, op de heuvel van Montmartre, door de heidense Romeinen is onthoofd, zo'n 250 jaar na Christus. 'En daarna gebeurde het grote wonder!', vertelt de pastoor verder, 'Dionysius pakte zijn afgehakte hoofd en hij waste het in een fontein. En daarna liep hij met zijn hoofd onder zijn arm enkele kilometers noordwaarts. Hij wilde zijn eigen begraafplaats bepalen en dat is hem gelukt. Later heeft men daar een basiliek op gebouwd.'. 'En dat soort sprookjes gelooft die sufferd echt?', fluistert Florentijn. 'Een paar meter schijnt nog te kunnen, maar enkele kilometers? dat is echt lariekoek!', fluistert Catharina terug. Na de dienst spreekt Florentijn de pastoor aan en zegt hij dat zijn verhaal over die kilometers lopen zonder hoofd een verzinsel is. 'God heeft nog veel grotere wonderen gedaan, mijn broeder, geloof en je zult het zien!', zegt de vadsige pastoor. Verbaasd door de vasthoudendheid van de pastoor kuiert Florentijn met Catharina naar het kasteel terug. 'En hoe kom jij erbij dat iemand enkele meters zonder een hoofd kan lopen?', vraagt hij. 'O, dat heb ik eens gezien in een piratenfilm', zegt zij, 'daarin werd een zeer krachtige piraat onthoofd, die nog vele meters wist te lopen!'. 'Is dat echt gebeurd dan?' 'Ik geloof het van wel!' 'Maar zonder zijn hoofd in zijn handen?' 'Zonder zijn hoofd!' 'Toch is het dan nog een zeer bijzondere prestatie, die piraat mogen ze ook wel heilig verklaren!'.

Ze maken een lange wandeling door de kasteeltuinen en ze bewonderen een plataan van 450 jaar. Ze rennen achter elkaar aan langs appelbomen, pruimebomen, kersebomen en zwarte walnootbomen. Bij de Lourdesgrot met een beeldje van Bernadette duiken ze op elkaar en bedrijven ze de liefde. Zodra Florentijn Maria ziet verschijnen, wacht hij even met zijn stootbewegingen, maar zodra Maria hem een gulle glimlach schenkt, neukt hij weer door. 'Wat was er?', vraagt Catharina, die zijn pauze merkte. 'O', zegt hij, 'Maria verscheen even!'. 'En zei ze nog wat?', vraagt zij tussen haar geile gekreun door. 'Dat ik jou maar zo goed mogelijk moet verwennen!' 'Echt?' 'Maar natuurlijk schat!'. Terug in hun torenkamer nemen ze allebeide een lekker schuimbad en krijgen ze alweer trek in elkaar. Florentijn begint met zijn voeten de borsten van Catharina te strelen. Met zijn dikke tenen wrijft hij over haar zacht geworden tepels. Dan gaat zij ineens rechtop zitten en stimuleert zij zijn roede net zolang totdat die weer fier omhoog staat. Als een periscoop torent hij boven het schuim uit. Zij bukt haar hoofd en net als zij toe wil slaan, ziet hij een ridder voorbij lopen. Hij stapt meteen uit bad en hij volgt de ridder. 'Kom nou terug in bad!', roept zij, maar hij heeft andere dingen aan zijn hoofd. Zij kan hem niet zien en zij ziet dus niet dat de ridder zijn zwaard heeft geheven en dat Florentijn zijn hoofd gewillig aanbiedt. Het zwaard is gematerialiseerd. Met één snelle beweging hakt de ridder het hoofd van Florentijn van zijn romp. Het bloed spat alle kanten op en Florentijn bukt om zijn hoofd te pakken. De ridder neemt zijn zwaard mee naar zijn onzichtbare wereld. 'Florentijn, wat doe je nou toch?', vraagt zij. 'Ik probeer van hier naar Aken te lopen!', zegt hij stoer. Zij gilt het uit, zodra zij ziet dat Florentijn zijn hoofd onder zijn arm houdt en dat het bloed alle kanten op spuit. 'Waarom schrik je nou...', zegt hij nog, terwijl zijn hoofd op de grond valt en weg rolt. Even later stort zijn romp ook op de grond. Alleen het bloed beweegt nog. Catharina blijft net zolang in bad zitten, met haar hoofd net boven de badrand, in diepe shock, totdat het badwater steenkoud is, net als zij, totdat ze haar de volgende ochtend in die onverklaarbare veldslag zullen vinden.

Schrijver: Joanan Rutgers
7 oktober 2020


Geplaatst in de categorie: rampen

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 36



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)