Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

TATOEAGES

In principe had ik geluk dat ik de twee afspraken die ik deze week in het UMCG had op een dag kon afhandelen. Helaas was de een ’s morgens vroeg en de andere halverwege de middag. Dus besloot ik in de tussentijd maar even in de binnenstad te kijken. Het was dinsdag – marktdag.
Het was vakantietijd, dus erg gezellig veel toeristen en heerlijk zomerweer. Dus viel er veel te genieten – allemaal kraampjes met verschillende soorten versnaperingen. Eindelijk een keertje dè patat gehad bij de Belg – Waterloo geheten. Toen ik nog in de stad werkte was het er tussen de middag altijd erg druk, zodoende is het er nooit van gekomen. Eindelijk dan toch en ik moet zeggen het was de beste patat die ik ooit heb gegeten.
Nou kan dat ook snel want ik eet het niet zo vaak.

Ik ging op het terras zitten aan een tafeltje met een jonge mevrouw die helemaal in het zwart gekleed was; u kent dat type vermoedelijk wel. Overdreven veel oogschaduw, een neusring en nog een paar andere enge piercings en hoge zwarte blokgehakte rijglaarzen en natuurlijke het ravenzwarte haar met enkele fluorescerende roze lokken. Maar vooral weinig levensvreugde uitstralend.
Ach ik dacht maar zo, ze is een beetje blijven hangen in de stijl van haar jeugd – Gothic heet die stijl volgens mij.
Ja, ik mocht wel aan haar tafeltje komen zitten, de andere drie stoelen waren onbezet en zouden dat vermoedelijk ook zijn gebleven, maar ik had te weinig keuze; de andere tafeltjes waren allen ruimer bezet.
‘Heerlijk weertje hè,’ merkte ik op toen ze met een dreigende onheilspellende aardedonkere uitstraling mijn kant op keek. Ze dronk een pilsje.
‘Nou en of, heerlijk,’ zei ze.
Ik voelde dat ze mij een beetje in de gaten hield terwijl ik daarna de passanten bestudeerde, en plotseling vroeg ze: ‘Bent u een toerist?’
‘Nou niet echt, ik heb jaren geleden in de stad gewerkt en ben er al tijden niet meer geweest. Er is zoveel veranderd – het Forum, veel winkels die verdwenen zijn en een overvloed aan eettentjes en cafeetjes. Volgens mij veel meer dan in de jaren, toen ik hier nog rondhing.’
‘Ja, er zijn veel zaakjes failliet gegaan en dan komt er weer wat nieuws – een stad als Groningen is altijd in beweging.’
‘Natuurlijk,’ zei ik, ‘dat hoort ook bij zo’n dynamisch stad als deze. Maar toch in een bepaald opzicht voel ik me hier niet meer thuis.’
‘Hoe bedoelt u,’ vroeg ze.
‘Nou, hoe zal ik het zeggen – de mensen. De mensen zijn zo erg veranderd. Aan de ene kant veel kleurrijker dan jaren geleden – terwijl ik ondertussen opzij keek – en aan de andere kant juist zo kleurloos, zoals … ikzelf, bijvoorbeeld, voegde ik er maar gauw aan toe. Ze glimlachte en ik glimlachte terug. En toch er lopen ontzettend veel verschillende mooie types rond. Helaas blijven het vaak toch gewoon nog steeds karakterloze kuddedieren en suffe na-apers.’
‘Hoe bedoelt u.’
‘Nou als ik de mensen zo bekijk in hun luchtige kleding, valt me op dat er zoveel mensen getatoeëerd zijn. Ik schat wel een vijfde deel van wat ik voorbij zag komen, en in diverse leeftijdsgroepen. Het gevoel overvalt me dat ik er niet meer bij hoor – ik ben misschien wel een echte plattelander geworden.
‘U vindt dat maar niks, begrijp ik?’
‘Om eerlijk te wezen, vaak niet. Het lijkt wel of de helft van die bevolking zich heeft laten bekladden. Ik vind het een beetje asociaal ogen, als je begrijpt wat ik bedoel. Mij een beetje te volks. En veel van die types die het niet te breed hebben, zitten vaak onder de tatoeages. Heel vreemd.
Trouwens er zijn er ook die juist hele mooie hebben, neem die op de rug van Arie Boomsma en of Memphis Depay - kleine kunstwerkjes. Maar wat heb je er aan, je kunt hem zelf niet zien en meestal ook niet laten zien. Je loopt het overgrote deel van het jaar niet met blote bast rond in de stad, wat sowieso bijna niemand doet.

De jonge mevrouw, ik schat haar halverwege de dertig, kreeg het te warm en trok haar zwartleren jekkie uit. Verdorie, ik had het kunnen weten – haar in en in witte armen zaten onder de tatoeages. Ik bleef de andere kant maar opkijken en deed net of ik niets had gezien.

En ergens diep in mij, kwam dat liedje van die te vroeg overleden volkszanger bij me naar boven. U kent het vast wel, het in dit geval zeer toepasselijke:
‘Zeg maar niets meer - ik ga wel weg’.

Schrijver: catrinus
Inzender: C.A. de Boer, 7 augustus 2022


Geplaatst in de categorie: actualiteit

3.4 met 7 stemmen aantal keer bekeken 222

Er zijn 2 reacties op deze inzending:

catrinus, 2 jaar geleden
Het blijft een vreemd wezen de mens. In dit geval is het ook weer zo'n gekke rage. Veel mensen doen het om er 'bij' te horen. En als voetballers het voorbeeld geven, ja dan wil de jeugd het ook natuurlijk. Ik kan me van jaren geleden nog herinneren dat het halve Nederlands elftal allemaal permanentjes droegen en ja hoor enkele weken later hadden diverse collega's op het werk ook allemaal een permanentje. Zo zat je de hele dag permanent tussen de ..... .
Maar goed als zo'n rage over is dan doet iedereen weer normaal. Maar die tatoeages weg laten halen, kost nogmaals een flinke duit. Ach, ieder z'n smaak - maar je er over verbazen mag gelukkig.
An Terlouw, 2 jaar geleden
Graag gelezen, herkenbaar ook en ik denk dat wij niet snappen wat mensen toch aan die schilderijen op hun lijf vinden! Maar dat is persoonlijk geloof ik..,

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)