Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Oranje ten onder in kasteel De Parck te Elst

Prins Willem V van Oranje-Nassau ontkende dat hij verliefd was op de Gelderse freule Francina Godardina Constantia van Lynden, sterker nog, hij beweerde zelfs dat hij haar lelijk vond. Toch was Francina jarenlang één van zijn minnaressen en hebben de patriotten dit gegeven gebruikt om de prins zwart te maken. Het was dan ook niet erg kies tegenover zijn vrouw Wilhelmina van Pruisen, met wie hij vijf kinderen had gekregen. 'Ach, zoiets gebeurt al eeuwenlang in de adellijke kringen!', had hij tegen haar gezegd, maar zo'n cliché pikte zij echt niet. Zij eiste, dat hij met haar brak, maar haar seksuele aantrekkingskracht hield hem in de ban. In een huis op de Korte Voorhout vierde hij stiekem feest met Francina. Zij dansten en dronken wijn met elkaar. De gordijnen waren zo goed mogelijk gesloten. Eenmaal naakt bedreven zij opnieuw de liefde met elkaar. De slijtplekken werden al zichtbaar. Opeens werd er keihard op de deur gebonkt en even later smeet Wilhelmina de deur wagenwijd open. 'Zo, nou zie ik het eens met eigen ogen!', zei ze woedend, 'nare deugniet die je bent, haal je koninklijke winterworteltje maar zo snel mogelijk uit die valse sloerie, want ik heb er nog lang geen genoeg van en ik zie dat hij het nog prima doet!'. 'Maar Wilhelmientje, hoe durf je mij hier zo te storen? Hoe wist je trouwens dat ik hier was?', vroeg hij vanuit de hoogte. 'Doe maar niet zo verongelijkt, stoute rakker, ik heb zo mijn eigen informanten en jouw gelieg over plotselinge impotenties kun je nu ook wel in de prullenbak gooien!', antwoordde Wilhelmina, terwijl het betrapte stel haastig de kleren aandeed. 'Het spijt me echt heel oprecht, mijn lieve Wilhelmina, ik zal het echt nooit meer doen, okay?', zei Willem met een verhit en verward hoofd. 'Vooruit, man, biedt dat mens een buidel met geld aan en zeg dat zij voor altijd op moet hoepelen!', gebood Wilhelmina, die met een wandelstok in de rug van Francina prikte. 'Pardon, mevrouw, wilt u dat wel even laten?', zei Francina, 'toe, Willem, zeg er wat van!'. Willem voelde zichzelf gevangen tussen twee vuren, maar de weegschaal sloeg naar Wilhelmina door. Hij ging al struikelend naar een bureaulade, waar hij een flinke som geld uit haalde, die hij Francina overhandigde. 'God, vent, dat had ik nou echt niet van jou gedacht, wat ben jij een lafbek zeg, maar geef maar hier die poet en de groeten met jou!', zei Francina, die meteen op een drafje het besmette gebied verliet. Buiten keek ze nog één keer om en zag ze hoe Willem en Wilhelmina elkaar omarmden. 'Rare snuiters, die Oranje's!, dacht ze.

Het gekke is nog wel, dat ze via via vernam, dat Willem nog lange tijd uiterst verdrietig is geweest, nadat zij naar Antwerpen vertrok. Hij schijnt urenlang uiterst somber voor zijn huis aan de Korte Voorhout te hebben gestaan. Men vreesde zelfs dat hij zichzelf wat aan zou doen en ergens in een gracht zou springen. Nadat hij vernam, dat Francina in Brussel met baron Guillaume Anne de Constant Rebecque de Villars was getrouwd, wilde hij alleen nog maar wijn drinken, van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat. Dat kon Wilhelmina ook niet echt aanzien en zij deed er alles aan om hem zoveel mogelijk te verleiden en te verwennen, wat een juiste remedie bleek te zijn, maar het bloed kroop waar het niet gaan kon en hij verlangde al snel weer naar frisse deernen. Zij verhuisden naar Het Loo en in die bosrijke omgeving ging Willem op zoek naar nieuwe avonturen. Zijn jachtinstinct bloeide weer enorm op en hij vond inderdaad wat hij wenste, zelfs meer dan zijn hartje begeerde. Op een gegeven moment had hij drie minnaressen aan de lijn en kostte het hem heel wat vakmanschap om dat voor Wilhelmina geheim te houden. Net als in tijdens zijn wandelingen in het Haagse Bos, wandelde hij nu in de bossen rondom Het Loo en ontmoette hij zijn minnaressen op geheime bosplekken. Vooral Emmerentiana Mulder was dol op het vrijen in de open natuur. Dat stimuleerde haar altijd extra veel, zo tussen de zingende vogels en de kans dat er een hert of een wild zwijn langs kon komen. Zij kickte ook op het geritsel van de bladeren, terwijl zij van bil gingen. En zo'n extra gestimuleerde Emmerentiana bracht Willem in alle staten van opperst genot. Op een keer werden ze begluurd door een persoon in een lange, zwarte mantel met capuchon. 'Verdomd!', zei Emmerentiana geschrokken, 'dat is toch niet jouw vrouw hé!'. Willem had toen snel zijn broek opgehesen en hij was achter de zwarte schim aangerend. Toen hij haar tegen de grond wist te werpen en in haar gezicht kon kijken, bleek het zijn minnares Hettie Mossel te zijn, die ook in de open lucht met hem vree, maar dan op een heel andere plek. 'Sorry!', zei ze, 'maar ik vond het zo spannend om jou ook eens met een ander te zien rommelen!'. 'Niet meer doen, schatje, want Emmerentiana schrok zich een hoedje en teveel beweging op dezelfde plek wekt sneller argwaan!', zei hij met een ondeugende glimlach, waarna hij haar ook maar meteen even pakte, al was het meer dat zij hem pakte. Tot zijn grote verbazing en opwinding was zij helemaal naakt onder die mantel. Terug bij Emmerentiana stelde hij haar gerust en kon hij haar verzekeren, dat het nooit weer zou gebeuren.

Francina was vanaf 1785 terug in Holland en wel in haar kasteel De Parck bij Elst. Dat wist Willem en na een bezoek aan zijn dartele minnares Beertje Prins in Veenendaal reisde hij door naar Elst, omdat hij de aandrang niet kon weerstaan. Hij genoot nog volop na van de roesverwekkende vrijerij met de ongeremde, wilde Beertje, maar zijn verlangen naar Francina overweldigde hem. Het waren Francina's goddelijke borsten en haar met enorm veel zwart haar omlijste druipsteengrot, die in zijn droomwereld de overhand kregen. In zijn fantasie smolten de anders ook wonderbaarlijk mooie en fiere tepels van Beertje tot speldenknopjes. De herinnering aan Francina's naakte lichaam overmeesterde hem en al zijn beelden van de andere minnaressen. Francina kreeg reusachtige vormen in zijn verbeelding. Zij hulde hem in een dikke wolk, een almachtige mist. Het was magnetisme, hij kon er verder niets aan doen. Tot zijn grote geluk trof hij Francina alleen thuis, op een dienstbode na. 'Die Gaillaume is ten minste pleiten!', dacht hij en hij vroeg er ook niet naar. Hij had een vreselijke hekel aan die naam. Francina deed alleraardigst en zij trakteerde hem op kamillethee met roomboterkoekjes, gebracht door de dienstbode. Na wat oppervlakkig heen en weer geklets, ontstond er weer die spannende sfeer tussen hen. Beiden voelden het als een hete adem in hun nek. Beiden trilden met hun kopje thee en kruimelden extra veel met de koekjes. De broeierige sfeer werd kachelheet en Francina stelde voor om even naar de bovenste torenkamer te gaan. 'Hoe hoger, hoe mooier!', zei Francina. Willem ontging de erotische fallussymboliek niet. Eenmaal boven duwde Francina zich heel stevig tegen Willem aan en was het hek van de dam. Beiden waren niet meer te houden en zij scheurden letterlijk de kleren van elkanders lijf. Zij gromden van woede om het lange gemis en van pure wellust om het weerzien. De dienstbode schrok, toen baron Guillaume ineens terugkwam en hij meteen vroeg waar zijn vrouw was. 'Ik geloof dat zij naar een torenkamer is gegaan!', zei de dienstbode met enige aarzeling, want zij voorvoelde wel dat het niet allemaal koek en ei was, dat er onweer in de lucht hing. Terwijl de liefdesdaad in volle gang was, stormde Guillaume naar binnen en greep hij meteen naar een zwaard aan de muur. 'Niet doen!', schreeuwde Francina nog, 'het is niet wat het lijkt!'. 'Zo'n stomme leugen heb ik nog nooit gehoord!', bromde Guillaume, 'mijn ogen bedriegen mij echt niet, overspelig monster!'. Willem wilde opstaan, maar het was al te laat, want Guillaume had inmiddels het zwaard diep in zijn hart gestoken. Francina weende volop en haar tranen vielen op Willem, die de laatste adem uitblies. Francina bedacht zich geen moment en zij trok het zwaard uit Willem's lichaam, waarna zij Guillaume in zijn hartstreek stak. Francina zag Guillaume voor zich neerstorten. Zij was zo in shock en bedroefd, dat zij zichzelf door een raam van de toren liet vallen. De dienstbode, die net even buiten een kleed uitklopte, zag haar vallen. Zij was in één klap overleden. De dienstbode was helemaal van de kaart en toen zij de twee overleden mannen in de zolderkamer zag, knapte er iets bij haar. De dochter van Francina en Guillaume werd door haar oom en tante thuis gebracht en zij vonden de naakte dienstbode zwemmend in de gracht. De rest hebben zij op die dag voor de dochter verborgen weten te houden. De dienstbode is naar een dolhuis gebracht, waar zij de rest van haar leven is gebleven.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
18 november 2022


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 89



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)