Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De indirect vermoorde lerares van Nieuwpoort.

De altijd keurig geklede en opgemaakte basisschoollerares Rebecca Maasland is geboren en getogen in het rustige, monumentale Nieuwpoort, waar zij heel toepasselijk al jaren in het Schoolmeestershuis op de Binnenhaven 23 woont. Zij komt uit een streng-christelijk gezin met een autoritaire vader, die huisjesmelker was, en een meegaande moeder, die sokken voor de fancy fairs van de kerk breide. Nadat haar vader meer dan voldoende geld had vergaard, kreeg Rebecca het Schoolmeestershuis cadeau en gingen haar ouders op Aruba wonen. Eens in de zoveel tijd vliegt zij naar hen toe om lekker in en rond hun koninklijke villa bij te komen en te genieten. Na haar scheiding met de protestants-christelijke schrijver Willem Letterman is Rebecca heel goed opgevangen door haar boezemvriendin Clementia Waterfort, die ook in het christelijke basisonderwijs werkt, namelijk aan de Ichthusschool in Schoonhoven. Rebecca's ex was afschuwelijk dwangmatig en een echte controlfreak, die continu wilde weten waar Rebecca was of waar zij naartoe ging en wat zij dacht. Hij wilde alsmaar weten of zij niet door vreemde mannen was benaderd, maar zij zag alleen maar haar collega's op school. Zijn wantrouwen werd alsmaar erger en hij dwong haar om na iedere schooldag hardop uit de bijbel te lezen en geknield met hem te bidden. Bij 'en vergeef ons onze schuld, zoals ook wij onze schuldenaren vergeven en leid ons niet in verzoeking, maar behoed ons voor het kwaad' keek hij dan heel kwaadaardig en veroordelend naar haar. In zijn overspannen verbeelding ging zij zo ongeveer elke dag vreemd, terwijl zij werkelijk één van de liefsten op aarde is. Toen hij op een gegeven moment werkelijke represailles voor haar vermeende seksuele wandaden ging uitvoeren, werd Rebecca pas goed wakker, al duurde het nog geruime tijd voordat zij aan de alarmbel ging trekken. Zij liet zich door hem op bed vastbinden, terwijl hij haar lange tijd met een venijnige zweep op de billen sloeg. Nadien depte hij de bloedende striemen om zijn laffe sadisme te maskeren. Tijdens haar werk gloeiden haar billen van de pijn, maar zij liet niemand iets merken. Streng-protestantisme en spartaans gedrag gaan hand in Hand. Haar incasseringsvermogen is van jongs af aan getraind. Iedere vorm van lijden geef je over aan de Heer, die zoveel meer heeft geleden dan jou. Dat is natuurlijk ook een vorm van masochisme en vandaar dat zij lange tijd niet tegenspartelde. Het keerpunt kwam tijdens een geheime ontmoeting met Clementia. Willem had haar de avond ervoor keihard geslagen en ze kon haar blauwe ogen en gescheurde onderlip niet verbergen. Clementia heeft haar toen in huis genomen. Haar man Floris Papekop heeft er voor gezorgd, dat Willem zo snel mogelijk het Schoolmeestershuis verliet. Dat ging niet zonder slag of stoot, maar met de overredingskracht van dominee Jacob Jacobi van de Christelijk Gereformeerde Kerk aan de Hoogstraat 5 heeft Willem zich er toch bij neergelegd. Dominee Jacob heeft Rebecca daarna nog lange tijd geestelijke bijstand gegeven, naast de goede zorgen van Clementia, die haar vriendin heeft geholpen om weer de oude, fiere en blijmoedige Rebecca te worden.

Inmiddels lijkt alles weer koek en ei te zijn en gaat Rebecca iedere schooldag met enorm veel plezier naar school. Zij geniet van het lesgeven en de omgang met haar enthousiaste leerlingen, die stuk voor stuk veel respect voor hun superaardige juf hebben. Aan de buitenkant ziet Rebecca er op en top florissant en zelfverzekerd uit, maar van binnen blijft zij echt bijzonder kwetsbaar. Door haar traumatische ervaringen met de zwaar paranoïde en psychopathische Willem is er veel in haar kapot gemaakt en heeft zij een chronische angst voor mannen gekregen. De nieuwe hoofdmeester Minnekus de Kromme is een grenzeloze sloddervos, die van de menselijke omgangsvormen weinig kaas gegeten heeft. Hij is weliswaar streng in de christelijke leer, maar in zijn houding richting de vrouwelijke docenten lapt hij dat aan zijn laars. Hij denkt echt dat God de man boven de vrouw heeft geplaatst, wat volgens hem in de bijbel bevestigd wordt. Hij hangt heel wat kromme beweringen aan. Het is volgens hem een feit, dat de vrouw uit een rib in Adam's lijf is gemaakt en daarom is de man belangrijker, denkt hij. Bij grote uitgaven of volgens hem onnodige uitgaven voor de school en salarisverhogingen voor de docenten herhaalt hij altijd steevast 'Dat is een rib uit mijn lijf!'. Ondanks zijn wat sjofele kledij en handelingen hanteert hij een ijzeren discipline en eist hij van iedereen de hoogst mogelijke inzet. Hij wil altijd zijn zin doordrukken en wanneer dat niet gebeurt, dan begint hij met belerende bijbelteksten te smijten. Rebecca is wel wat gewend wat dat betreft, maar het zijn toch steeds weer nieuwe steken in haar dobberende hart. Onlangs vond zij juf Alouette Groenendaal in tranen in haar klas. Het was pauze en Alouette vertelde haar, dat hoofdmeester Minnekus haar ongevraagd onbeschaamd heeft betast. 'Hij heeft mij tegen het schoolbord geduwd en zomaar in mijn borsten geknepen', zei Alouette, 'en toen hij zag, dat zij helemaal alleen waren, stak hij ook nog zijn hand onder mijn rok en in, in, in mijn slip!'. 'O, mijn God, dat is aanranding, lieverd, dat moet je aangeven!', zei Rebecca toen, maar Alouette toonde toen haar doodsbange ogen en zij antwoordde: 'Nee, nooit, want dan verlies ik mijn baan!'. Daar begreep Rebecca eerst niets van, want een baan is toch niet belangrijker, dan je eergevoel en de bittere waarheid. Inmiddels weet zij wel beter, want Minnekus heeft niet genoeg aan Alouette, hij heeft ook haar te grazen genomen en hij houdt haar nog steeds in zijn duistere macht. Ook zij mag niets doorvertellen, want dan doet hij haar wat aan en verliest zij zeker haar baan. Doordat Minnekus haar geregeld seksueel misbruikt, voelt zij zich vies en uiterst minderwaardig. Omdat zij tegen haar wil seksuele handelingen moet verrichten, verloochent zij zichzelf en zit zij in een ondoordringbare kerker vol voortdurend aanstormende angsten. Zij krijgt al kokhalsneigingen wanneer zij hem weer ziet. Hij is als een zwarte magiër, die in haar vezels en poriën is gedrongen. Zij weet niet meer hoe zij aan hem kan ontsnappen. Hij houdt zijn handen continu om haar keel. Hij kan haar ieder moment wurgen. Zo voelt het en nog veel erger. Hij heeft haar waardigheid en levenslust voorgoed ontnomen. Net als Alouette zwijgt ze in alle talen en houdt ze vast aan haar dagelijkse taak als juf. Clementia merkt natuurlijk dat het weer bergafwaarts met haar gaat en dat zij iets voor haar verzwijgt. Een uitspraak als 'Mannen zijn allemaal ellendige klootzakken!' zou Rebecca vroeger nooit hebben gedaan. Clementia maakt zich grote zorgen om haar beste vriendin, maar ze weet zich geen raad. Ondertussen blijft die sadistische machtswellusteling Rebecca terroriseren en seksueel misbruiken. De CBS Eben Haëzer aan de Waterlinie 8 is haar school niet meer, maar inmiddels allang een gevangenis, waar zij gruwelijk gemarteld wordt. Zij weet niet meer wie zij is en haar levenskrachten vervliegen.

Wanneer Clementia bij Rebecca aanbelt, wordt er niet opengedaan. Na tien minuten wordt er nog steeds niet opegedaan. Ze voelt wel degelijk dat er iets niet in de haak is, want zij hadden immers met elkaar afgesproken. Het Schoolmeestershuis staat er uiterlijk mooi, maar innerlijk hoogst verlaten bij. Clementia tikt op de ramen en zij loopt zenuwachtig voor het huis heen en weer. Er passeert een agent op een fiets. 'Meneer agent!', roept Clementia, 'kunt u mij helpen?'. Even later slaat de agent een achterdeurraam kapot en kunnen ze naar binnen. Er hangt een naargeestige, griezelige, dreigende sfeer. 'Rebecca, ben je thuis? Rebecca, waar ben je?', roept Clementia. 'Mevrouw, bent u thuis?', roept de agent. Doodse stilte. De agent opent de badkamer en hij ziet Rebecca in bad liggen. Het is een bloedbad en Rebecca is onder water gestikt. 'Kom maar niet verder!', roept de agent, 'bel direct een ambulance!'. Clementia komt wel verder en zij schreeuwt het uit van intens verdriet en grote onmacht: 'Nééééé! Rebecca, waarom heb je dat gedaan? O, mijn lieve, lieve vriendin!'. Op de wastafel ziet Clementia een brief liggen, die ze meteen mee naar de overloop neemt. Zij leest hoe Rebecca tot haar wanhoopsdaad is gekomen en wie haar daartoe heeft gedreven. 'Heb je al gebeld?', vraagt de agent. 'Ik lees haar brief, nee, bel jij maar, echt haast heeft het immers niet meer!', zegt Clementia met bedroefde, huilende ogen. Terwijl de agent belt, laat Clementia Rebecca's brief vallen en rent zij ineens naar beneden, de achterdeur door, de hoek om en haar auto in. Bij een huishoudzaak koopt zij het grootste en scherpste mes wat zij kan vinden en daarmee rijdt zij bliksemsnel naar Rebecca's school. Met woest opengesperde ogen en een onhoudbare kwaadheid in haar lijf draaft zij door de school, totdat zij Minnekus de Kromme ziet. 'Kan ik u helpen, mevrouw, zoekt u soms iemand?', vraagt hij. 'U bent toch de directeur van deze school meneer De Kromme niet?', vraagt zij nog even voor de zekerheid en zodra hij knikt, steekt ze hem het mes in zijn buik, niet één keer, maar vele malen. Om het helemaal af te maken snijdt ze ook zijn polsen en zijn keel door. 'Zo, klootzak, dat is voor mijn liefste vriendin, die jij vermoordt hebt!', zegt ze met een verbeten gezicht. De agent, die Rebecca's brief ook heeft gelezen, is net te laat bij de school aangekomen en hij ziet hoe Rebecca verslagen in elkaar zakt. Even later komen zijn collega's en wordt Clementia voorzichtig en waardig opgepakt. Juf Alouette, die inmiddels via de dorps tam-tam op de hoogte is van Rebecca's zelfdoding, loopt langs Clementia en de vermoorde De Kromme en vanuit heel haar wezen zegt zij: 'Bedankt, leeuwin!'.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
14 januari 2023


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 28



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)