Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De noodlottige kunstroof in Kortrijk

De meesterdief Titus Vermeire zit al een kleine week in Hotel Damier op de Grote Markt 41 in Kortrijk. Hij heeft zichzelf als Etienne De Schepper laten inschrijven. Zijn verblijf wordt bekostigd door barones Nadine de Ligne, die in Kasteel 't Hooghe op 't Hoge 56 in Kortrijk woont. Ze hebben elkaar slechts één keer persoonlijk ontmoet en dat was ongeveer een maand geleden, in Bar Des Amis op de Sint-Katelijnestraat 30 in Brussel. Daar hebben zij toen hun deal geregeld en het plan voor de diefstal besproken. Titus heeft inmiddels volgens plan de misdaadlocatie volop verkend en uitgetekend. Vanwege de grootte van de twee schilderijen krijgt Titus vannacht de nodige hulp van zijn ingeschakelde handlanger Herman Brusselmans, niet te verwarren met de Gentse schrijver, al past die qua plat taalgebruik wel binnen het milieu van het dievengilde. Titus heeft hulp van binnenuit geregeld om naar binnen te geraken. De zwaar onderbetaalde en aan de sherry verslaafde museumbewaakster Goedele van Cutsem heeft na tien sherry's in Café 't Fonteintje en een pakketje bankbiljetten van 500 euro toegestemd in haar medewerking. Omdat Titus haar zeker niet onaantrekkelijk vindt, heeft hij haar die nacht maar meteen voor een nacht in Hotel Damier uitgenodigd, wat zij gezien haar dronkenschap een fantastisch idee vond en waardoor Titus de afspraak met haar in natura heeft bekrachtigd. Beiden waren zeer gelukkig met hun gemaakte deal en dat maakte de seksuele feestvreugde extra smakelijk. Goedele is de volgende ochtend vrolijk en kwiek naar haar werk gegaan, terwijl zij de stapel bankbiljetten met een trotse glimlach onder haar BH stak. 'Ik reken op je hé, zaterdagnacht is het zover, zorg dat je dan aanwezig bent om ons toe te laten!', zei een suf geneukte Titus vanonder zijn dekbed vandaan. 'Zorgen jullie maar dat jullie er zijn!', antwoordde Goedele speels en brutaal, terwijl ze nog even op de plek waar het geld zat, klopte. En daarna huppelde ze voldaan de hotelkamer uit. Titus keek haar na, toen zij heupwiegend en glorieus over de Grote Markt liep. 'Toch zonde van zo'n lekker ding!', mopperde hij.

Het is een zomerse zaterdagavond en Titus zit op het terras van Café Leffe op de Grote Markt 3. Hij wacht op zijn handlanger voor vannacht, de superhandige Herman, die nooit te beroerd is om hem bij moeilijke klussen bij te staan. 'Herman doet het niet voor niks en daar heeft hij natuurlijk groot gelijk in, want het blijven linke klussen met grote risico's!', denkt Titus, 'maar met Herman zit ik zeker snor, want die is een expert op het gebied van inbraken!'. Terwijl hij een koele Leffe Tripel naar binnen laat glijden, ziet hij hoe Herman op zijn terrastafeltje afkomt. Ze schudden elkaar de handen en Titus vraagt meteen wat Herman wil drinken. 'Doe maar wat jij ook drinkt!', zegt hij gemoedelijk, 'dat gaat er altijd wel in!'. 'Juffrouw, mag ik nog twee Leffe Tripels van u!', roept Titus tegen een haastig rondlopende jongedame met opgestoken haar, een vogelnestje. 'Komt eraan, meneer!', roept de jongedame en Titus biedt Herman een Gauloises-sigaret aan. 'Hoe staan de zaken ervoor?', vraagt Herman. 'Florissant, mijn beste, alles is onder controle en de honing ligt voor het oprapen!' 'Geen complicaties?' 'Noppes! We krijgen hulp van binnenuit en met mijn busje is de aanwinst prima te vervoeren!' 'En de opdrachtgeefster? Kat in het bakkie?' 'Don't worry, die betaalt maar al te graag uit!' 'Een persoonlijke voorkeur?' 'Inderdaad, maar vooral flink doorgedraaid en krankzinnig verzot op het werk van Manet!' 'Wacht even, daar komt onze bediende met het bier!'. Terwijl de tot de rand gevulde bierglazen neergezet worden, zwijgen de heren uit voorzichtigheid. 'Geniet ervan!', zegt de jongedame nog, terwijl ze al naar andere klanten snelt. Herman kan zijn ogen niet van haar strakke billen afhouden, waar Titus even om moet grinniken. 'Ze zijn ook wel erg appetijtelijk hé!', beaamt Titus. Daarna gaan zij weer verder met hun specifieke geheimtaal en blijven zij ondanks de lichte beneveling alert om zich heen kijken, want je weet maar nooit wie er in de buurt zit mee te luisteren en hun geheimtaal is niet altijd waterdicht.

Een kwartier na middernacht verlaten Titus en Herman samen Hotel Damier en hebben zij allebei een geladen blaffer bij zich. In een zijstraat stappen zij in het zwarte busje van Titus. Het spannende avontuur begint. Er zijn veel feestvierende jongeren op straat en er is niemand die op deze hete zomernacht aan een museumoverval denkt, behalve beide dieven natuurlijk. En Goedele en Nadine. Titus zet het busje pal voor het Musée des beaux-arts de Tournai op de Rue de l'Enclos Saint-Martin 3. 'Hier kan hij niet te lang blijven staan, we moeten daarom ook snel handelen!', zegt Titus. Zij doen hun bivakmutsen op en zij sluipen zo snel mogelijk naar de hoofdingang. Goedele opent de deur en laat de insluipers naar binnen komen. Titus weet precies waar hij moet zijn en Herman volgt hem op de voet. Zolas afgesproken heeft Goedele de alarminstallatie tijdelijk uitgezet en hoeven zij geen hysterische herrie te vrezen. Met vereende krachten weten zij de schilderijen 'Argenteuil' uit 1874 en 'Chez le Père Lathuille' uit 1879 op elkaar te leggen en zo samen naar de uitgang te tillen. Terwijl zij even tegen een deur aanstoten, fluistert Goedele: 'Voorzichtig nou!', waarop de rovers elkaar met grote, niet goed zichtbare ogen staan aan te kijken. Vlak voor de uitgang zegt Titus tegen Herman: 'Zet ze maar even neer, want ik moet even wat regelen!'. Titus haalt zijn blaffer uit zijn binnenzak en hij schiet Goedele neer. 'Die weet teveel!', verklaart hij emotieloos. 'Begrijpelijk!', zegt Herman al even emotieloos. 'Wel jammer van de centen die ze heeft aangenomen!', zegt Titus, terwijl ze de buit achterin het busje tillen. 'Wacht maar tot je de centen van barones Nadine de Ligne ziet!', zegt Herman, 'maar nu snel wegwezen, want dat schot kan gehoord zijn!'. 'Ik zie hier anders geen kip op straat!', zegt Titus, die inmiddels het busje heeft gestart en het gaspedaal intrapt. 'Richting onze goedgeefse barones!', roept Titus verheugd. De bivakmutsen zijn afgedaan en Herman draait een fles Glenfiddich open, die hij speciaal voor deze klus heeft meegenomen. 'Om het te vieren!', roept hij en hij vult twee glazen whiskyglazen. 'De verkoop moet nog gebeuren!', zegt Titus, maar hij slaat het halfvolle glas in één keer achterover. 'Alle clitorissen nog aan toe, mijn keel staat in brand!', roept hij even later. 'Kom hier met je glas, dan schenk ik nog een keer in!', roept de hoogst gelukkige Herman, die in de verte de lichten in kasteel 't Hooghe ontwaart. 'Nou maar hopen dat ze thuis is!', grapt Titus. 'Anders gappen we gewoon haar schilderijen erbij!', reageert Herman, die 'Always look at the bright side of life' begint te fluiten. 'Ik heb liever cash!', bromt Titus. Tot hun grote vreugde staat barones Nadine al op hen te wachten en is zij er als de kippen bij wanneer het uitladen begint. 'Doe alsjeblieft heel voorzichtig met mijn nieuwe kunstwerken, beste kerels, en jullie weten dat jullie een geheimplicht zijn aangegaan, neem ik aan!', zegt Nadine met een deftige tongval. 'Wij zwijgen als het graf en tot in ons graf!', antwoordt Titus. 'Mooi zo, want een gevangenisstraf kan ik er echt niet bij hebben!', zegt Nadine. 'En wij ook niet!', zegt Herman. 'Ik heb een zeer geheime plek voor mijn nieuwe schoonheden uitgezocht, een plek, die verder niemand kent!', zegt Nadine, 'of jullie mij maar even willen volgen!'. Die verstopplek blijkt ergens boven op zolder te zijn en het sjouwwerk valt de twee boeven behoorlijk zwaar. 'Schuif ze maar voorzichtig naar achteren!', gebiedt Nadine. Terwijl de dieven dat doen, grijpt Nadine naar een pistool, dat zij onder een zitkussen had neergelegd. Er klinken vier harde schoten. Titus en Herman worden beiden in de rug geschoten en zij vallen ter plekke levenloos neer. De enige zorg van Nadine is, dat er maar geen bloedspetters op de schilderijen van Manet zijn gekomen. 'Zo, nou weet ik tenminste zeker, dat zij dit geheim niet kunnen doorvertellen!', verzucht Nadine. Het blijft die nacht nog lang onrustig in en om Kasteel 't Hooghe. Barones Nadine de Ligne gooit de lichamen van Titus en Herman uit een raam naar beneden om zomin mogelijk bloedsporen na te laten. Daarna begraaft zij de lichamen in een hele diepe kuil, die zij al een tijd geleden had gegraven en met latten en nepgras had afgedekt. Het busje van Titus rijdt zij naar de binnenstad van Kortrijk terug en voordat zij die in brand steekt, pakt zij haar elektrische fiets uit de laadruimte. Zij is nog voor het ochtendgloren terug in haar kasteel om onder het genot van een fles gin een wild vreugdedansje te maken.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
1 april 2023


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 47



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)