Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De David van Den Helder

'Dat we hier ooit die hypochondrische dominee François Haverschmidt op de kansel hebben gehad, is nog tot daar aan toe, maar deze dominee slaat werkelijk alles, man man, Heere toch, de beroepingscommissie heeft zich enorm vergist in deze blasfemische nep-dominee!', zegt bakker Wijbrand van Reede tegen slager Heere van Fisenne, die naast hem in de achterste kerkbank zit. 'Laten we dan nu onze scheuren wijd openen om gezang 459 door heel Den Helder te laten weergalmen!', roept dominee Jeremie van Heiden, terwijl hij zijn beide middelvingers de lucht insteekt en zijn kwijl op de opengeslagen bijbel laat vallen. 'Het is een grote schande dat ze die halve gare hier nog langer zijn gang laten gaan!', zegt Heere tegen Wijbrand, die zijn boosheid zit te verbijten. Na het zingen breidt dominee Jeremie zijn totaal onsamenhangende preek nog een stuk uit, omdat hij er zelf ook niet zo zeker van is, dat de christelijke boodschap is overgekomen. 'Dus, beste mensen, doe wat recht is in Gods ogen en gooi er niet met de pet naar!', predikt Jeremie gedreven verder, 'gij zult niet met uw handen onder de rokken van andermans vrouwen zitten te rotzooien en gij zult al helemaal niet met uw lamlendige, geërecteerde pielemuisjes in de heilige aanbiddingsgrotten van andermans vrouwen zitten te klungelen! Foei toch, onkuise heerschappen, pak eerder een stanleymes om uw dwalende zuurstokjes eraf te snijden, opdat u God behagen blijft en niet in de valstrik van het kwaad verstrikt raakt. Evenzo, gewiekste teefjes, zullen jullie niet azen op de lekkernijen van andervrouws mannen! God en jullie moeten dat verhoeden, want anders kunnen jullie jullie edele schaamlippen maar het beste stevig dichtnaaien, opdat jullie zielen geen schade zullen ondervinden. Maar met jullie eigen mannen mogen jullie natuurlijk lekker tekeer gaan, want dat vindt God en dat dat vind ik alleen maar heel erg fijn. En dat geldt natuurlijk ook voor jullie, hé bronstige kerels, met jullie eigen wijfjes kunnen jullie de meest lekkere, seksuele uitspattingen beleven, mits jullie altijd eerst samen bidden en de vermaningen van Paulus hardop lezen. Godsamme, alle krekels nog aan toe, wat zit de protestantse schepping toch mooi in elkaar! Vinden jullie ook niet? Vier ons protestantisme fier en neuk er desnoods maar flink op los, als de geest maar in de Heer blijft en er tijdens de vurige vrijages psalmen worden gezongen. Wee hen, die naar de man of vrouw van een ander kijkt, want die zal het vergaan, zoals het koning David is vergaan, die de man van Batseba, Uria, liet vermoorden, omdat hij Batseba begeerde. Tot overmaat van ramp trouwde de moordenaar David ook nog met zijn gestolen vrouw Batseba, maar zijn ziel werd gitzwart en hij ging de rest van zijn leven onder een ondraaglijke wroeging gebukt. Zo zal het een ieder vergaan, die begeert wat niet van hem of haar is! De wraak van God zal onzuivere zielen verdelgen! Dus geen gelul en geen gekut, beste mensen, en dan nu op naar de koffie en de borrels! Amen!'. 'Holy shit, wat een eikel zeg, wat zit die horrorclown nou allemaal te jeremiëren zeg! En dan die taal van hem, het is wordt tijd dat we ons beklag bij de kerkenraad gaan doen!', zegt Wijbrand aangebrand tegen Heere, die zijn gebalde vuisten in zijn jaszakken steekt.

Terwijl de verbijsterde en verdoofde kerkgangers van de evangelische gemeente het Nieuwe Kerkplein opstromen, flaneert de hoerig geklede Eveline Heldewier door de massa heen. Eveline is op weg naar haar minnaar Odolphus de Ridder, die als kunstschilder het oude schoolgebouw op de Molenstraat 1 in Den Helder bewoont. De schooldirecteur Meindert Mock en zijn vrouw Sabilla Mock lopen pal langs de heftig geparfumeerde gestalte van de seksueel uiterst opgewonden Eveline, die even naar Wijbrand knipoogt, wanneer ze hem naar haar half blote kanjers ziet gluren. 'Zag je dat ordinaire mens!', zegt Wijbrand even later tegen zijn vrouw, 'het is een schande dat zo'n verdorven hoer hier op zondag mag rondlopen!'. 'Zeg, Meindert, waar hebben ze die zot van een dominee toch vandaan gehaald?', vraagt Wijbrand aan Meindert; terwijl ze even naast elkaar lopen. 'Regelrecht uit een bordeel, als je het mij vraagt!', antwoordt Meindert. 'Ik vraag het inderdaad aan jou en ik hoop dat jij ook bij de kerkenraad gaat klagen, want deze mislukte dominee ruïneert onze christelijke gemeenschap!', zegt Wijbrand met klem. 'Je hebt helemaal gelijk en jazeker, ik stap ook naar de kerkenraad!', zegt Meindert nog even snel, terwijl hij met zijn vrouw rechtsaf slaat. Eenmaal thuis krijgt Meindert het op zijn heupen en laat de sexy verschijning van Eveline hem niet meer los. 'Godallemachtig, wat heb ik een trek in dat lekkere wijf!', denkt hij, 'wat ziet die er toch heerlijk hoerig uit!'. Omwille van zijn volgens hem zondige gedachten besluit hij om zijn sekshonger met Sabilla te stillen. Sabilla staat rustig in de keuken wat aardappels te schillen en zij fluit een psalm. De hitsige sater Meindert sluipt naar haar toe en hij gaat meteen tot de aanval over. Hij knijpt eerst flink in haar geil gevormde billen en daarna in haar sappige, peervormige borsten. 'Ik heb zin in jou!', zegt hij, terwijl hij zijn harde bobbel tegen haar achterste duwt. 'Kom, dan gaan we naar de slaapkamer!', antwoordt Sabilla, maar dat vindt Meindert nu allemaal te omslachtig en hij trekt haar rok naar beneden. Bij het zien van haar strakke slip en de bolling van haar schaamharen, gaat de geile beer in hem helemaal los. Hij tilt haar op de keukentafel en hij spreidt haar benen woest en ongemanierd. Wanneer Sabilla zijn stijve ding ziet, slaakt zij een hoge, geile gil en rukt zij haar slip naar beneden. Meindert trekt haar slip tot over haar voeten weg en daarna trekt hij haar ruw naar zich toe, zodat hij haar staande kan nemen. 'Godver, wat godallemachtig lekker is dit!', roept hij tijdens de neukpartij. 'Meindert toch!', roept Sabilla vermanend, maar ze kreunt al gauw door het allesoverheersende genot. 'Ga door, Meindert, ja sneller, ja dieper, O God, Meindert toch!', krijst ze in diepe extase.

Later op de avond loopt Meindert nog steeds onrustig door het huis. 'Ik ga nog even bij Wijbrand op bezoek, want dat met die rare dominee zit mij niet lekker!', zegt hij tegen Sabilla, die op de canapé ligt na te genieten. 'Tuurlijk, schat, doe je wel rustig als je terugkomt, want dan slaap ik al, denk ik!', mompelt zij met dromerige ogen. Buiten rent Meindert zo snel hij kan naar de Molenstraat. Hij gaat achterom en hij bestijgt de ijzeren trap, die tot hoog naar het oude schoolgebouw gaat. Hij heeft een koevoet bij zich, waarmee hij de hoge ingang forceert. Boven is het donker, maar onder in het mooie trappenhuis ziet hij licht branden. Hij voelt de spanning stijgen. Het is net zo spannend als wanneer hij in de duinen met een verrekijker het naaktstrand bij Strandslag Falga afspeurt. Door de kier van een deur in het atelier ziet hij de rug van Odolphus. 'Geniet er nog maar even van!', denkt Meindert, 'want binnenkort ben ik het, die van haar geniet!'. De spanning is bijna niet meer te verdragen en de koevoet trilt in zijn hand. Als een kalm naderend roofdier betreedt hij het atelier, wat naar alcohol ruikt. Hij zorgt ervoor dat Sabilla hem zolang mogelijk niet kan zien. Eenmaal op de juiste afstand slaat hij Odolphus met de koevoet op zijn hoofd. Odolphus valt meteen op de grond en hij is buiten westen. Eveline begint keihard te gillen en ze wil via een andere ingang vluchten, maar Meindert heeft haar al te pakken. 'Laat me los, engerd, wat heb je met Odolphus gedaan?, kijk dan, zak, hij beweegt niet meer, bel een ambulance, idioot!', krijst Eveline. 'Hou je bek, smerige hoer!, werk mee, want anders lig je straks ook op de grond!', schreeuwt Meindert, die nog even zijn koevoet omhoog houdt. 'Alsjeblieft, niet slaan!', roept zij, 'ik doe alles wat je maar wilt, maar sla me alsjeblieft niet!'. 'Doe je benen dan maar eens zo wijd mogelijk uit elkaar!', bromt hij tiranniek. Zij doet meteen wat hij eist en hij trekt zijn broek naar beneden. 'Die onderbroek moet jij met jouw tenen naar beneden trekken!', commandeert hij. Het gaat haast niet, omdat zijn slurf horizontaal staat. 'Vooruit, domme hoer, klaar die klus!', roept hij bazig. Nadat het haar gelukt is, duikt hij bovenop haar en drukt hij zijn lompe hand keihard tegen haar mond en neusholte. Ze maakt tegenstribbelende geluiden en hij laat zijn hand even los. 'Ik stik bijna!', verzucht zij, waarna hij zijn hand meteen weer tegen haar mond en neusholte drukt. 'Broeder Meindert Mock, wat gebeurt hier in vredesnaam? Laat die ontklede dame met rust en kom met mij naar de kerk om te bidden en te praten!', roept dominee Jeremie, die in de deuropening staat. Jeremie is hem via de ijzeren trap gevolgd. Jeremie zag hem vanuit de pastorie voorbij rennen en hij kreeg daar een slecht gevoel bij. 'Wat heeft de geschiedenis van David en Batseba jou nou geleerd? Volgens mij helemaal niets hé, ga je schamen, broeder Meindert! Niet alleen tegenover je vrouw, maar vooral tegenover God!', zegt Jeremie luid en duidelijk. Meindert staat op en hij loopt met zijn opgeheven koevoet richting Jeremie, maar vlak voordat hij Jeremie wil slaan, zegt Jeremie: 'Heer, vergeef het hem, want hij weet niet wat hij doet!'. Meindert laat zijn koevoet vallen en hij rent de trappen op. Even later klinkt er een oerkreet en een doffe val. Jeremie belt de ambulance voor Odolphus, die al aan het bijkomen is. Meindert heeft zijn nek gebroken en Jeremie prevelt een gebed bij zijn overleden lichaam. Daarna slentert hij verslagen naar het huis van Meindert en Sabilla. Pas bij de vierde keer bellen, wordt Sabilla wakker.

Schrijver: Sir Joanan Rutgers
30 december 2023


Geplaatst in de categorie: misdaad

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 51



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)