Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Moppen over Lazen, in 'Er waren een Marokkaan, een Turk en een Nederlander' 2001 IISG

Zijn Zwartezeedialect is niet de enige factor die de Laz zo veelvuldig doet figureren in de Turkse ethnische mop. Minstens even belangrijk is dat Lazen, als over het algemeen loyale burger van de Turkse staat, een weinig controversieel en daardoor veilig onderwerp zijn. Het zijn moppen die buitenstaanders makkelijk te horen krijgen, een onderdeel van het ‘bovengrondse’ repertoire.

De Lazenmop heeft dan misschien nog niet de officiële status van de veel beschreven en gecompileerde Nasreddin Hodja en Bektasji-moppen bereikt, maar er bestaan toch diverse Lazenmoppenboekjes. En de teneur van de Lazenmop is over het algemeen tamelijk goedmoedig, zoals het een salonfähige mop betaamt. De hoofdrol in de Lazenmoppen is meestal weggelegd voor Temel, de archetypische Laz.

Temel werkt in de bouw als metselaar. Op een dag staat hij in de mortel te roeren terwijl er boven hem een steigerbouwer bezig is. Plotseling laat de steigerbouwer per ongeluk zijn mes vallen. Het mes scheert langs Temels hoofd en snijdt in zijn vaart Temel zijn oor af. Hevig bloedend ligt Temel op de grond. Zijn collega’s groepen bezorgd om hem heen. Gelukkig vindt één van hen een eindje verderop het oor.
‘Kom gauw, Temel, naar het ziekenhuis! Ik heb je oor gevonden, misschien kunnen ze het er nog aannaaien.’
Temel licht zijn hoofd een eindje van de grond om het oor goed te kunnen bekijken. Teleurgesteld laat hij zijn hoofd weer zakken. ‘Dat is mijn oor niet’. ‘Ach kom nou man en of dat jouw oor is! Kom snel mee, anders is het misschien te laat!’
‘Nee, dat is mijn oor niet.’ ‘Hoe weet je dat zo zeker?’ ‘Nou, achter mijn oor zat een potlood.’

Koud had Temel zich in Istanbul gevestigd of hij kreeg het al aan de stok met deze en gene, trok zijn pistool en schoot… Na de vechtpartij werd hij gearresteerd en naar de rechtbank gebracht.
De rechter begon aan het verhoor: ‘Vertel eens op, hoe heb je die man neergeschoten?’
Temel begint te vertellen: ‘We gingen scheeps in Hopa(= de meest oostelijke plaats aan de Zwartezeekust), we voeren het zeegat uit, plotseling pakten wolken zich samen, toen voeren we weer terug naar Hopa… Het weer knapte op, we gingen weer scheeps, we voeren het scheepsgat uit, we voeren en voeren, wolken pakten zich samen, toen voeren we weer terug naar Hopa, het weer knapte weer op… wolken pakten zich weer samen… het zeegat uit… weer terug naar Hopa…’
Na een tijdje viel de rechter hem in de rede: ‘nou is het wel mooi geweest met dat Hopa van je! Kom nu maar naar Istanbul!’
‘Dat kan ik niet, meneer de rechter,’ zei Temel, nederig, met gebogen hoofd.
‘Waarom niet?’
‘Als ik in Istanbul kom, gooit u me immers in de gevangenis?’

Schrijver: Margreet Dorleijn
7 april 2005


Geplaatst in de categorie: humor

1.7 met 7 stemmen 1.436



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)