Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

De Eenzaat.......Zijn hoop.

Al zo vaak dacht hij eraan dit aardse leven te laten voor wat het is. Er gewoon uitstappen en hopen dat er voor eenzaten zoals hem ergens nog een tweede kans voor het grijpen ligt. Die kans zou hij met beide handen aannemen in het volle besef dat hij beter kan en heel wat meer in zijn mars heeft dan enkel de afschuw die hem nu ten dele valt.

Het touw hangt al jaren klaar. De stoel er nog steeds onder, maar het vergt moed om jezelf zo te bevrijden, en daar ontbreekt het hem aan. Hij is een zwakkeling en dat bewijst die wankele, bestofte stoel hem vaak genoeg.
Het zou een hele verademing zijn, en niet in de eerste plaats voor zichzelf. De stemmen in hem zouden eindelijk verstommen. De haatgevoelens neemt hij dan mee.

Hij beseft dat de wereld zonder hem kan, maar hij nog niet zonder deze wereld. Hij is niet klaar met het spuien van hatelijkheden naar alles en iedereen toe. Hij geniet nog ten volle van het negatieve rond zijn persoon en blijft zich wentelen in die poel van zelfmedelijden.

Toch is Tuurke de laatste maanden rustig geworden. Zijn heldere momenten duren langer en ‘de stemmen’ lijken een zachtere toon aan te nemen. Hij negeert ze, met wisselend succes. Gaat er minder vaak op in, tot één of andere gebeurtenis hem weer de pedalen laat verliezen en zijn hoop dat ze ooit helemaal verdwijnen, wordt tenietgedaan.
Maar niet vandaag, hij is er namelijk in geslaagd om een nieuwe afspraak te versieren. Weliswaar op zijn onnavolgbare, geniepige manier, maar dat maakt de ‘eerste-fase’ roes er niet minder om.
Een paar dagen terug had hij haar via het Internet aangeschreven, en al vrij vlug wist hij haar te overhalen een foto en telefoonnummer door te sturen. Hij schrok van de gelijkenis met zijn verdwenen Annemie. Zelfs haar stem klonk even zacht en even flakkerde het vuur van de hoop weer aan.
Stom natuurlijk, dat hij zo gefascineerd blijft door een onbereikbaar droombeeld, maar hij kan er nu eenmaal niet aan weerstaan. Het is hem gewoon te machtig.
De haat liefde verhouding, die hem enerzijds zijn ondergang voor ogen houdt, en aan de andere kant nog een weinig hoop voorspiegelt. Hij baalt ervan.
Het verleidt hem steeds weer, en hij is te zwak om er tegenin te gaan.


Een foto terugsturen durft hij niet, dit heeft hij met een smoes weten af te wimpelen. Hij weigert zich bloot te geven, net omdat hij de haat in zijn ogen niet verbergen kan. Hij vreest dat zijn nieuwe afspraak hem daar weer gaat op afwijzen en hoopt stiekem, dat in het duister van hun eerste ontmoeting, dit te vermijden valt.

Hij wil zo graag bewijzen dat hij anders kan zijn, dat er nog enig goeds in hem schuilen zou.
Als hij dan in de oude spiegel staart die boven zijn bureau hangt, waar de lijnen van het gebarsten glas zijn gezicht netjes in twee verdelen, slaakt hij een zucht en weet dat het wéér gedoemd is om te mislukken. Dat vooruitzicht laat zijn bloed koken en maakt de cirkel gewoon weer rond.
De spiegel geeft perfect zijn persoonlijkheid weer. Gespleten en heel gevaarlijk waar de stukjes ontbreken. De barsten vervormen dan wel het beeld, erachter verscholen ligt nog steeds zijn ware aard.
Nu nog herinnert hij zich het waarom van die barsten.
De avond dat zijn moeder overleed, sloeg hij beide vuisten stuk op zijn eigen spiegelbeeld. Zijn woedeuitbarsting toen, trok een spoor van vernieling door heel de woning, en tot op vandaag is daar nog niets aan veranderd.

Toch wil hij nog éénmaal de uitdaging ondergaan. Hij geeft zich nog die ene kans om zijn leven weer op het juiste spoor te brengen.
De afspraak in ‘Het Pikante Kruid’ is tot in de puntjes geregeld. De duisternis van de kroeg, verscholen achter het lichtspel van theelicht kaarsjes, moeten de waan verschaffen dat aan haar overzijde een man van de wereld zit.
Hij creëert een illusie, dat wel, maar zo is zijn leven ook. Het komt er enkel op aan die levensecht te maken. Dat is zijn enige betrachting nu. Hij denkt daarin te slagen, het moet gewoon!

Zij woont in zijn omgeving, maar ook dit heeft hij haar wijselijk nog even verzwegen. Alle details zou hij op de afspraak vertellen, wist hij te overtuigen.
Het belet hem niet om haar al een paar dagen te schaduwen.
Verdoken in haar buurt, wacht hij tot ze buitenkomt, observeert haar doen en laten.
Hij wil weten waar ze winkelen gaat, of ze kroegen mijdt maar bovenal, of er iemand in haar leven is. Want nog een keertje falen kan hij niet méér aan.

Het is dus nu of nooit, verzinkt Tuurke in gedachten, terwijl hij de stofvod nog een laatste maal over ‘de stoel’ laat gaan.

Hij heeft net een nieuw touw gehangen en het oude als relikwie netjes opgeborgen in de onderste schuif van zijn enig overgebleven kast. Deze keer is het menens voor hem, hij neemt de kamer nog even in zich op, en ziet dat alles er klaar voor is.
Als deze avond voor hem, wéér op een fiasco uitdraait, dan is de wereld morgen van Tuurke verlost.
Vastberaden trekt hij zijn versleten jas aan, opent de deur en trekt met een angstig gevoel de duistere nacht in. Zijn hoop en vertrouwen is even terug maar of dit hem de nacht doorhelpt zal moeten blijken.

Schrijver: danny cant., 8 juli 2005


Geplaatst in de categorie: moraal

3.0 met 3 stemmen 1.112



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)