Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Zondagskinderen in de Schaaksport

Zojuist lees ik dat het Zondagskind van de Nederlandse Schaaksport Commentator was op de finaledag van het Nederlands kampioenschap. Loek van Wely werd voor de zesde maal op rij kampioen. Proficiat, zeg ik dan.

Wat zegt echter het Zondagskind, inmiddels toch een dikke vijftiger?
"Je weet het natuurlijk nooit maar ik denk dat ik toch wel zes punten bij elkaar had kunnen schrapen.' Hij zal wel zes pinten bedoelen, dacht deze cynicus een moment.
Het Zondagskind heeft namelijk elk jaar 'n andere smoes om zo mogelijk niet mee te doen als Van Wely meedoet. Sinds Van Wely hem verslaat.
Dit jaar was dat een breuk bij in rond de hand. In elke krant stond een andere breuk. Maar op de dag van het breukbericht in de kranten zag ik hem hard trappend in de Amsterdamse Scheldestraat op zijn fiets. Een oud kreng die fiets, dus hard trappen. MET TWEE HANDEN OP ZIJN STUUR!
Iedere fietser weet wat dat betekent: je handen en armen moeten TOP zijn, aan 'n voet mag nog wel iets mankeren. Dat is te compenseren.

Over de schaaktechnische kant hou ik mijn mond. Ik heb destijds de laffe weg gekozen, wijlen mijn vader kon uitstekend schaken. Ik dacht dat wordt te hard werken en met dammen kon ik hem wel pakken. Wel wil ik nog wat kwijt over het Wonderkind.

Het Wonderkind had een oudere broer die volgens het Wonderkind nog beter kon schaken dan het Wonderkind zelf. Sterker, het Wonderkind had schaken van Hem geleerd.
De broer van het Wonderkind bevestigde dat door in een onbewaakt ogenblik toe te stemmen in deelname aan het Hoogovenstoernooi - B-groep Grootmeesters. Ongehoord resultaat: 15 punten uit 16 partijen.
Volgend jaar deed Grote Broer dus mee aan het A-tournooi. De grootste verschutting aller schaaktijden: 0 punten uit 16. Ja zei Grote Broer, Zondagskind en die vreselijke Hans Böhm hebben mij uit mijn concentratie gehaald met mooie vrouwen, drank en liederlijke uitspattingen.

Nu wil het geval dat ik Grote Broer in de winter 1966/67 hielp met het opsporen van zijn brommer, een Puch. In het Westelijk Havengebied van Amsterdam. Het opgespoten maanlandschap van Ome Joop Den Uyl.
Dagen zoeken in oeverloze vlakten met pieken en dalen.
Tot ik zei: "Grote Broer van het Wonderkind, laten wij een kopje thee in je hut op de Caledonia nuttigen en de Puch als vermist opgeven."
Hij antwoordde: "nee geen thee Jos, dat heb ik niet maar Oostenrijkse rum."

Zo geschiedde, echter eenmaal op zijn hut kon ik niet zitten anders dan op kranten en papieren. Ik zei: "Grote Broer van Wonderkind, laten wij kranten ruimen om stoelen te vinden. Of krukken en een tafel."
Dat leek Grote Broer wel.

Wij vonden geen stoelen, geen tafel maar de Puch.

Schrijver: Jos Zuijderwijk, 17 september 2005


Geplaatst in de categorie: sport

4.8 met 5 stemmen 654



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Rina
Datum:
19 september 2005
Email:
Bestelling: Graag één keer per week een verhaal van dit kaliber, dan kom ik de winter wel door. Geen anti-depressiva nodig!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)