Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen over toneel

Non-verbale tranen als interactie

Als vierjarig jongetje werd me door mijn pappa al opgedragen niet te wenen om elk wissewasje en ook: geen pappa meer te zeggen, hetgeen voortaan diende te worden verwoord als “vader”. Dat alles (ik schreef er op deze site in het verleden al eens over) als gevolg van de vermoedelijke invloed van door een dictator door nieuwe ideologieën verziekte cultuur van mijn geboorteland.
Tóch heb ik tranen gelaten bij de begrafenis van een klasgenootje van zes jaren oud, die door een tragische gebeurtenis op de plaatselijke kermis met één van haar tot het middel reikende vlechten tussen de wielas van een z.g. rupsvoertuig kwam en ter plekke werd gescalpeerd. – Week zijn was in die tijd eigenlijk alleen maar voorbehouden aan meisjes en vrouwelijke volwassenen – “grote jongens huilen niet, anders zijn het kleinzielige persoontjes", zo werd mij ingeprent. Eerlijk gezegd heb ik met deze regels tot aan de volwassenheid steeds geworsteld.

PANTOMIME

We schrijven het jaar 1963, ik ben 28 jaar oud, getrouwd en we hebben twee kinderen. In mijn vrije tijd maak ik me nuttig in één van de toen nog actieve speeltuinverenigingen, gewoon als kaderlid voor de activiteiten en later ook nog eens als penningmeester. Het was een speeltuin in Rotterdam-Zuid in de Tarwebuurt, genaamd: ‘Speeltuinvereniging Tarwewijk’. We hebben zelfs, als één van de weinigen in Nederland, een muziekgroepje, bestaande uit accordeonisten en blokfluitspelers en we noemen ons: “De Tarwekorrels”. Meestal twee of ook wel eens drie keer per jaar gaat een afvaardiging van de “leiding” naar een z.g. Kaderweekeinde in een congrescentrum of een groot hotel in Nederland. Hier krijgen we voorlichtingen over nieuwe inzichten op het gebied van besturen van en vergaderingen in een vereniging of oefenen wij voor ons nieuwe spelletjes en activiteiten om deze later weer te kunnen toepassen op de groepen van kinderen in onze verenigingen.

In het in het vorige alinea genoemde jaar waren we ergens in een groot congrescentrum van een politieke partij, waarvan ik de locatie niet meer weet, met meer dan 60 personen, onder wie niet alleen het merendeel leiding van kindergroepjes maar ook vele bestuursleden en alle voorzitters. Het thema van dat weekeinde was: Expressie in de ruimste zin van het woord.
Op de eerste dag werden de personen in drie groepen verdeeld: Dans, Verhaal met maskers en Pantomime. Op dezelfde middag werden door de deelnemers ondersteunende attributen van papier, karton en stof in elkaar gefröbeld, geniet en gelijmd. Deze waren nodig voor de opdrachten aan elke groep voor de volgende dag:
- 1) Lees een verhaal voor en laat dit verhaal tegelijkertijd door de deelnemers met de maskers gestalte geven.
– 2) Dans naar eigen gevoel en passie je eigen dans (of in groepjes) op muziek die voor deze deelnemers nog onbekend was en
– 3) Verzin een een verhaal en breng dit door pantomime tot leven. Iedere groep had ruim drie uur om een en ander voor te bereiden.

De volgende dag was, na de koffie, de uitvoering. Ik zat in het groepje dat een verhaal tijdens het voorlezen gestalte moest geven. Ondanks mijn mooie koningsmasker, al zeg ik het zelf, werden wij derde. De dansgroep behaalde de tweede plaats. De pantomimegroep had het verhaal zo goed bedacht en uitmuntend qua lichaamstaal en gelaatsexpressie weten over te brengen, dat de eerste plaats zeer terecht was. Ook aan randverschijnselen in het imaginaire decor was aandacht besteed. Hierna beknopt de inhoudelijke uitvoering van een aangrijpend verhaal.

Op het lege toneel, een ruim en verhoogd platform van een meter hoog zonder voorhang, staat alleen een verhoging van 70x40x40, voorstellende een sokkel waarop vanaf begin al een dame staat in een karakteristieke houding van een klassiek standbeeld. Aan een zijkant staan 26 houten stoeltjes zo gegroepeerd, dat het makkelijk als reisbus is te herkennen. De bus vult zich geanimeerd met toeristen en na korte tijd is de plaats van het beeldhouwwerk van de bevallige dame bereikt. Iedereen stapt uit en men begeeft zich naar imaginaire souvenir-kraampjes, velen lopen, bewonderend kijkend, kris kras door elkaar. Eén persoon, een man van middelbare leeftijd en een bril met dik montuur dragend, loopt met zijn fototoestel in de aanslag hier en daar foto’s te nemen. Aangekomen bij het standbeeld maakt hij er ook eentje en loopt door. Het vrouwelijke standbeeld komt tot leven, stapt van de sokkel en tikt hem op zijn schouder.

Verbluft maar ook verrast kijkt hij beurtelings naar haar en naar zijn toestel, wijzend dat zij erop staat. Al snel wordt er zichtbaar dat beiden elkaar mogen doordat zij deels huppelend, af en toe zoenend over het plein lopen (zij bleek in werkelijkheid de echtgenote van de acteur te zijn). Na even aan de zijkant enkele symbolische koophandelingen te hebben gepleegd keert hij terug en gaat, te midden van alle toeristen op zijn knieën, haar ten huwelijk vragen. Zij zegt ja en beiden dansen van blijdschap. Een aan de rand van het podium spelende scène was wel heel erg knap gedaan. Er stond, enigszins wiebelend, een man naast het podium, voor de kijker dus slechts half zichtbaar. Het jonge paar stapte, onzekerheid veinzend, bij hem omlaag en wiebelde synchroon met de man mee. Blijkbaar een gondelier die hen een rondvaart bezorgde. Waarschijnlijk door slepend te lopen en te wiebelen wekte het de indruk alsof de gondelier hen door zijn roerbewegingen over water voer.

ONTKNOPING

Iedereen komt langzaam en ongeregeld weer terug naar de imaginaire reisbus en neemt plaats. Het wachten is op het aanstaande bruidspaar. Het komt uit de hoek van het podium weer tevoorschijn. Bijna bij de bus roept de bruidegom zijn liefje weer terug voor een laatste foto op de sokkel. Zij stapt erop en neemt de houding aan die hij aanwijst en hoe ze bij begin van het spel al stond. Hij klikt een foto en loopt richting bus, kijkt om en ziet haar nog steeds in dezelfde verstarde houding staan. Alle zichtbare pogingen om haar weer tot leven te wekken halen niets uit. Zijn hele belevenis had zich voltrokken gedurende de korte sluitertijd van pakweg een honderdste seconde van zijn nog analoge camera.

Men stelle zich voor: alle aandacht, van de medespelers als ook van ons, het publiek zijn plots alleen op hém gericht. Hij staat er, licht gebogen, met een écht ontredderd gezicht. Zij hele lichaamstaal straalt schok, onbegrip, treurnis, verdriet, ontreddering en alles nog méér uit wat in het gemoed opwelde. Zijn gelaatstuitdrukking was zo écht en intens triest, dat mij de tranen over het gezicht liepen. Ik zag, om me heen kijkend, op vele gezichten glinsterende sporen van traanvocht, terwijl het pantomimeteam met een staand applaus langdurig werd bedankt.

Naschrift: Ik dacht uren later in de échte bus naar onze woonplaats weer even aan mijn jeugd: ”Waar blijf je nou, PAPPA met ‘een jonge mag niet huilen’"!

Schrijver: Günter Schulz, 15 september 2024


Geplaatst in de categorie: toneel

4.8 met 4 stemmen aantal keer bekeken 124

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)