Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Kater

Won't someone just kill me?
Put me out of my misery
I'm making deals with god
I'll do anything

Make it stop please!
Make it stop please!

I've got the worst hangover ever
I'm crawling to the bathroom again
It hurts so bad that I'm never gonna drink again

I'll probably never drink again
I may not ever drink again
At least not til next weekend


The Worst Hangover Ever - The Offspring


Godver. Was ik maar niet wakker geworden. Slapen is alles wat ik nu wil. Ik kan me niet herinneren me ooit zo ongelukkig gevoeld te hebben. Ik weet niet wat ik gisteravond heb gedaan. Ik weet niets, behalve van de stekende koppijn die ik voel bij elke beweging die ik maak en het verschrikkelijke besef dat zij er niet meer is. Niet voor mij althans. Ik heb dorst. Heel veel dorst, maar ik ben te misselijk om water te drinken. Ik heb teveel hoofdpijn om te bewegen. Ik heb teveel hoofdpijn om na te denken over hoe ik mijn aspirines weg ga werken. Een doodswens, echt, ik heb een doodswens. Ik kan mezelf nu het leven ontnemen of een dag lang dit miserabele gevoel doorstaan. Beide opties klinken even aantrekkelijk.

Ik ga nooit meer drinken. Nooit meer drinken om mijn verdriet te vergeten, om de sleur te vergeten. Drinken om te denken dat ik een leuk leven heb. Drínken, want het leven is een feest. Een feest waarbij je de ene helft van de tijd kwijt bent aan één of andere kutstudie die je geen hol interesseert en de andere helft van de tijd drink je. Amicaal met vrienden. Grappen van een desastreus laag niveau. Drinken om maar niet te hoeven beseffen dat zij er niet is. Ze is weg en niets is meer de moeite waard.

Teveel hoofdpijn om me te bewegen. Te misselijk om me te bewegen. Was ik maar niet wakker geworden. Waarom ben ik nou wakker geworden? Ik zie mijn telefoon liggen. Heb ik haar weer gebeld vannacht? Heb ik betreurenswaardige sms’jes verstuurd? Zijn er zaken op voicemails geregistreerd die niet geregistreerd dienden te worden? Damn, wat stinkt het hier. Godver, hoeveel geld heb ik uitgegeven?

Hoe deed ik dat vóór ik haar kende? Hoe kon ik ervan genieten om elke week met dezelfde vrienden dezelfde grappen te maken en dezelfde avond te beleven. Dezelfde verhalen weer aanhoren en dezelfde tenten bezoeken waar ook weer dezelfde mensen als de week ervoor zichzelf naar de pleuris zuipen aan dezelfde drankjes. Achter dezelfde meisjes aan en steeds maar weer op dezelfde snoeiharde wijze worden afgewezen om hier dan steeds als elke week weer luchtig om te lachen terwijl het geknaag alleen maar erger en erger wordt. Hoe verschrikkelijk onwetend was ik toen in godsnaam. Wist ik maar niet meer van haar bestaan af, kon ik maar weer zijn zoals toen. Dan zou ik haar niet meer missen. De zaligmakendheid van routine en vastigheid.

Ik heb vannacht een emmer neergezet, zie ik. Overal ligt braaksel. Kots door de hele kamer en zelfs ook een beetje in de emmer. Net binnen handbereik ligt de afstandsbediening. De tv moet aan, ik wil tekenfilmpjes zien. Ik wil niet denken aan mijn hoofdpijn, niet denken aan de zure kotslucht, aan de uren college die ik mis. Niet denken aan de wassen die ik nog moet draaien, aan de kots die ooit van de vloer van de kamer verwijderd dient te worden. Niet denken aan haar, niet aan hoe ze plots uit mijn leven besloot te stappen en mij hulpeloos achterliet. Nee, ik ga tekenfilms kijken. Liever zou ik slapen. Maar er is teveel hoofdpijn, teveel maagzuur. De tv moet uit, want ik wil slapen. Fuck. Hoe ben ik thuisgekomen vannacht? Wat deed de rest? Hoe laat is het nu eigenlijk? Dit nooit meer. Echt niet. Als een klein bergje wanhoop lig ik ineengedoken tussen de dekens, nog hulpelozer dan een schildpad op zijn rug. Ik voel me ellendig.

Douchen! Van douchen knap je altijd op. Ja. Ik moet douchen, maar eerst moet ik uit bed zien te komen. In gedachten ben ik al oneindig keer opgestaan uit bed. Ik denk het zo hard, dat ik het zelf bijna geloof. Het stilliggen in bed maakt me ongelukkig, maar de gedachte aan iets anders doen dan ongelukkig in bed liggen doet me helemaal janken van afgrijzen. De miserabele staat waarin ik me nu bevind, is waarschijnlijk de meest comfortabele situatie waarin ik mij de komende vierentwintig uur zal terugvinden. Daarom wil ik dood. Misschien is dat wel gewoon beter. Zelfmoord is echter nog meer moeite dan douchen en ik ben lui. Dat verweet ze me altijd, dat ik zo verschrikkelijk strontvervelend lui was. O God, wat mis ik haar.

En volgende week lig ik weer hier. Volgende week wil ik weer dood. Lig ik weer jankend te krioelen in mijn bed. Volgende week heb ik weer ellenlange, steeds maar weer in herhaling vallende discussies met mezelf. Ik vraag me dan wéér af hoe ik zo stom kon zijn. Hoe kon ik zo stom zijn zoveel te drinken. Hoe kon ik laten gebeuren dat ze me verliet?

Volgende week troost ik me weer met de gedachte dat de avond ervoor er ongetwijfeld minuscule momenten moeten zijn geweest dat ik níet aan haar heb gedacht. De alcohol, mijn bezopen vrienden met hun betreurenswaardig slechte humor, de opzwepende muziek, de krioelende mensenmassa vol met wulps dansende vrouwen móeten er haast wel voor gezorgd hebben dat ik een moment niet meer met haar bezig was. Dat ik vrij was, of in ieder geval gevangen door iets anders. Ja, volgende week zuip ik mezelf weer totaal naar de klote.

Schrijver: Ornor, 19 januari 2006


Geplaatst in de categorie: ex-liefde

3.3 met 6 stemmen 849



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)