Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Mvr Dezoveelste & Mejuffrouw Devolgende.

“Hadden we maar meer kunnen doen!” Zegt mevrouw Dezoveelste. Mvr Dezoveelste heeft drie jaar terug haar zoon verloren. Ze had hem nog zelf naar de trein gebracht.
Mejuffrouw Devolgende gaat met haar de discussie aan. Mejuffrouw is manisch depressief. Zij is in therapie gegaan. Maar dit heeft zij pas gedaan na jaren van depressie, op het moment dat zij niets anders meer zag, dan zichzelf op het eind van haar leven. Nog altijd is zij niet uit deze depressie gekeerd, want ze is pas zes maanden bezig met de therapie. Mejuffrouw is boos. Ze is boos op de mensen die zeggen, “Hadden we maar meer kunnen doen.”

“Ondanks vrienden en familie, die er altijd zijn als ik me in mijn mani bevind, is er maar één persoon die me helpt als ik depressief ben! Mijn eigen vriend! Niet mijn ouders of vrienden, nee, die “zien” het niet.” Zegt ze tegen Mvr Dezoveelste.

“Zo is het maar net! Ik heb het ook niet kunnen zien bij mijn zoon!” zegt Mvr Dezoveelste alsof ze zich niet aangesproken voelt.
“Ik dacht dat u wist dat uw zoon depressief was!”
“Ja, dat wist ik ook wel, maar niet hoe érg het was!”
“Ach ja, depressief zijn heeft niet in alle mate profesionele hulp en broederlijke liefde nodig!”
“Dat heb ik hem ook zeker wel proberen te geven hoor! Wilt u insinueren dat ik het had kunnen voorkomen?”
“Ik weet het niet, is dat dan zo?”
“Onacceptabel! Ik laat me hier niet voor moordenaar uitmaken!” Mvr Dezoveelste wil boos weglopen, maar dan komt Mejuffrouw Devolgende in beweging.
“Luister, ik zeg absoluut niet dat u een moordenaar bent. Ik zeg ook niet dat u uw zoons dood had kunnen voorkomen. Wat ik wil zeggen is dat er altijd meer gedaan kan worden! Mijn eigen vriend wijst me af op het moment dat ik me in een erge depressie-aanval zit, omdat ik dan onredelijk ben! Maar wat mensen over het hoofd zien is dat ik het werkelijk zo zíe op een dergelijk moment. En dan kan misschien niemand iets goeds zeggen, maar je kan iemand altijd troosten! Men moet mensen tegewoordig “verder” kunnen helpen. Maar als je iemand die depressief verder wilt helpen, kan dat maar één kant op gaan en dat is verder de diepte in. Maar troosten kan de gevoelens verlichten!”

“Mejuffrouw, als u dit zegt klinkt het logisch, maar hoe kan je mensen troosten als er niets gebeurd is waarvoor je hem kan troosten? Ik heb mijn zoon niet getroost. Ik heb mijn zoon liefde proberen te geven, ik heb hem alles proberen te geven wat in mijn mars lag, ik heb hem verwend!”

“Dit is ook mooi, maar niet iets waarmee het op te lossen is. Want alles wat mooi is wat een depressief persoon doet, ziet hij waarschijnlijk als laatste gebeurtenis en een mooi eind van zijn leven! Liefde geven is prachtig, maar het wordt opgezogen in een zwart gat en er blijft niets dan leegte van over.”
“Ja, zo voelde het inderdaad wel ja. Alsof ik tegen een muur aan het praten was, alsof het niet op hem over kwam.”
“Horen doen we de dingen wel, maar dat zwarte gat moet je voor ogen houden, want daar verdwijnt het in. En omdat er niets dan leegte overblijft, is het zo goed als onmogelijk om te reageren.”

Mvr Dezoveelste is in tranen en zegt: “Als je het zo zegt valt alles op zijn plaats! Waarom heb ik jou niet eerder ontmoet. Misschien had ik hem dan kunnen redden!”
“Maar dat is wat u waarschijnlijk niet was gelukt. Er is ongelooflijk veel aandacht en liefde voor nodig om iemand te redden. Er is altijd een kans om iemand te “redden”, maar het kan ook “in het bloed” zitten en dan komt het telkens terug. Er zijn reacties die het juist erger maken. Iets moois kan een eind betekenen, maar iets ... daarentegen ook. Er zijn wel dingen die te doen zijn. Je kan een arm om hem heen slaan, zodat hij weet dat hij niet alleen is. Aanrakingen doen zoveel meer dan woorden! Je kan naast hem gaan zitten en daar simpelweg bij blijven zitten. De meest passieve dingen kunnen het meeste effect hebben! Het lijkt alsof je niets voor hem kan doen als je er dan naast zit, maar door alleen daar te zitten doe je een van de belangrijkste dingen, zorgen dat hij niet alleen is!”

“Het is prachtig om je dit te horen zeggen, of eigenlijk frustrerend omdat ik het niet meer kán doen, maar daar kom ik juist op een punt dat ik van jou nog niet heb gehoord. Hoe kon ik het nu herkennen dat hij mij écht nodig had op dat moment? Ik kon namelijk moeilijk bij hem blijven voor weken achter elkaar! Hoe had ik het kunnen weten?”

“Ja, dat is inderdaad dé vraag! Dat zal voor iedere persoon verschillen, ik kan misschien wel tips geven. Ten eerste moet je weten hoe hij “normaal” is. Als je dit constant voor ogen blijft houden kan je signalen eerder opvangen. Het kan teruggetrokkenheid zijn, het kan juist overdreven vrolijkheid zijn, het kan slapeloosheid zijn of juist extreme moeheid zijn. Hij kan verlies voor zijn interesses hebben, onzekerheid over zijn toekomst. Maar echte aanwijzingen voor een “depressie-aanval” hè, het is zo moeilijk te zeggen!”
“Precies! En als je dat niet weet, kan je ook moeilijk al die goede dingen die je eerder hebt gezegd toepassen!”

Nu is het de beurt aan Mejuffrouw Devolgende om tranen in de ogen te krijgen, want ze ziet haar eigen toekomst voor zich.
“Ik ben bang dat u gelijk heeft. Ik kan niets anders meer aanhalen dan te helpen als u weet dat het nodig is, hoewel dit vaak is en zeker veel vaker dan men verwacht!”
“Ja, maar dat is een eindeloze discussie, vindt u ook niet?”
“Ja Mvr, dat is zo.”

En zo eindigen Mvr Dezoveelste en Mejuffrouw Devolgende hun gesprek, vol overtuiging van hun eigen gedachten en gevoelens.

Schrijver: Hilde van Dooren, 20 januari 2006


Geplaatst in de categorie: emoties

2.0 met 4 stemmen 790



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)