Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Weerbaar gemaakt

Het was het meest charmante huis dat wij ons maar konden wensen.
Hoog en statig.
‘De makelaar voerde ons er anders wel merkwaardig vlot doorheen,’ zei mijn man sceptisch. ‘Oké, de buitenkant is mooi, maar een wrakke toestand verder. Alle deuren klemmen, om maar iets te noemen.’
‘Dan duw je maar, is gezond voor je,’ zei ik een beetje kribbig. ‘Je was dat forenzen toch zo zat? Jíj wilde verhuizen, ik niet!’
‘Nee, nou zal ie fraai worden, wie zei laatst…’ Hij slikte de rest in.
O, ik ken hem zo goed. Nu denkt hij aan mijn zwangerschap, wist ik. Vrouwlief sparen. Toch schattig bedoeld, al zei ik hem nog zo vaak dat zwangerschap geen ziekte is.
Twee maanden heen was ik toen. Was uitgerekend voor de maand december. Leuk, een Kerstkind!
We betrokken ons huis en richtten het in, sobertjes nog; elke euro telde.

Het werd juli, een broeierige maand. We lagen in bed, ruggelings, bloot, te loom om te vrijen. In de verte hoorde ik af en toe gerommel van naderend onweer.
Mijn man legde even zijn hand op mijn bolle buik en zei: ‘Anne, iets heel vervelends… de zaak zendt me voor zes dagen naar ons filiaal in Londen… de administratie daar… maar denk je… eh… als…’
Ik legde mijn hand op zijn mond. ‘Gek jog, je bent vaker weggeweest en ga nu niet praten over hoogzwangere kwetsbare vrouwen, anders vermoord ik je.’

Zo was ik dus alleen in huis. Of alleen? Vervelend genoeg had ik het idee van niet. O, het was maar een heel vaag gevoel, net zo vaag als de geluidjes die ik ’s nachts meende te horen, maar hoe ik mijn oren ook spitste, lokaliseren kon ik dat onbenoembare niet.
Ik probeerde het van me af te zetten; mijn man was degene met een overmaat aan verbeelding, niet ik, de vleesgeworden nuchterheid.
En toch, toch… ik was eventjes heel eerlijk tegenover mezelf: ik was bang. Bang voor dat onzichtbare dat zich ongewild, ongewenst binnen mijn aandachtsveld drong – ik sliep slecht in die dagen.

Op een nacht werd ik weer eens wakker van dat nauwelijks hoorbare.
Ik vloog overeind en zag nog net een muisje onder onze toilettafel schieten – ach… was het dát. Ik lachte bijna hardop van opluchting.
Maar ik moest er natuurlijk wel iets aan doen, anders zou een muis muizen worden.

De volgende dag ging ik naar een dierenzaak voor mijn gênante aankoop: gif. Maar hoe dat onder woorden te brengen… ik kon moeilijk om een diervriendelijk gif vragen… het een sluit het ander uit, toch?
Ik hernam mezelf, ging naar binnen en vroeg bondig: ‘Verkoopt u snelwerkend muizengif?’
De verkoper pakte een doos van onder de toonbank. Hij liet me bijbehorende lokdoosjes zien. ‘Daar moet u de korrels in schudden, een beetje is genoeg, maar vooral niet aanraken, uw mensenlucht zal ze afschrikken. Toch voor de zekerheid even uw handen wassen wanneer u klaar bent. U moet er wel rekening mee houden, dat het een paar dagen kan duren; muizen zijn slim en voorzichtig.’

Die nacht sliep ik rustig ondanks mijn inwoner; zijn geritsel stoorde me niet.
Na een paar dagen, zoals de verkoper al had voorspeld, hoorde ik niets meer dan de inmiddels vertrouwde kraakgeluidjes van ons oude huis.

Zo’n zes dagen later schrok ik wakker. Iets bij mijn voet, wat, wát… ik rukte laken en dekens van me af… een muis… ‘Wég, wég!!!’… ik schreeuwde en trapte. Trok mijn voeten naar boven, rolde opzij. In een foetushouding fixeerde ik het voeteneinde van mijn bed en zag meteen twee andere muizen. Gewoon op de vloer. Open en bloot. Niets schuws aan. Ogoddogod, ze hadden het huis van me overgenomen. Snikkend van ellende vluchtte ik de slaapkamer uit, sloeg de deur achter me dicht. Keuken. Glas water. Nee, wijn. Kan niet. Ben ik verwachting.

In verwachting.

Nadenkend liet ik me op een keukenstoel zakken. Gekalmeerd nu. Ik begon te begrijpen dat ik een drachtige muis had vergiftigd. Een moedermuis die nog net kans had gekregen haar jonkies te leren om van het gif af te blijven; haar laatste les die zij nog bij machte was te geven.
Och, dacht ik berustend, mijn handen beschermend op mijn bolle buik – ze had gelijk; straks zal ik hetzelfde voor mijn eigen jong, mijn eigen kleintje doen. Weerbaar maken tegen alle gevaren. Dat stond me klaar voor ogen.

Net zo klaar als mijn weten dat ik op dit moment met een probleempje zit.

Schrijver: Femmy, 3 maart 2006


Geplaatst in de categorie: moraal

2.8 met 5 stemmen 849



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)