Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

Het geheimzinnige gebeuren

Zij kwam het laantje naar het oude huisje op fietsen dat verscholen lag tussen de oude knotwilgen, eiken – en lindebomen die hier al eeuwen stonden. Het leek alsof de tijd hier had stil gestaan, het geheel ademde een sfeer van geheimzinnigheid uit.
Het leek wel een surrealistisch landschap, er doemden vreemde schaduwen op te voorschijn getoverd door de bomen in het licht van de ondergaande zon.
Ergens krijste een vogel, ze schrok.
Ze werd zich bewust van het feit dat ze van haar fiets afgestapt was. Hoe lang ze daar al stond wist ze niet maar het schemerde reeds en maakte het geheel nog geheimzinniger.
Ze zette haar fiets tegen een boom en bleef minuten lang staan om het tafereel in zich op te nemen.
Het huisje was klein met witte muren en rode kozijntjes en langs de muren groeiden klimrozen in allerlei kleuren er naast zag zij een oude waterput.
Een smal grind paadje leidde naar de ingang van het huisje.
Het huisje zag er goed onderhouden uit dus zou er iemand moeten wonen of op zijn minst moest er iemand zijn die er regelmatig kwam.
De tuin zag er netjes uit en werd omgeven door een buxushaagje, in de tuin stonden diverse planten, enkele stonden in bloei, weer anderen hadden reeds gebloeid of moesten nog gaan bloeien.
Omgeven door al die eeuwenoude bomen die het zonlicht filterden.
Ineens besefte zij dat de duisternis was ingevallen: ze rilde niet wetend of dit nu kwam doordat het begon af te koelen of omdat haar een onbestendig gevoel bekroop.
Ze richtte haar blik opnieuw op het huisje en zag door de raampjes een zwak flakkerend licht waarschijnlijk afkomstig van kaarsen.
Ze verviel weer in overpeinzingen waardoor fictie en realiteit in elkaar gaan overlopen.
Er kraakte iets op het grindpad achter haar, ze draaide zich om en zag een man aan komen lopen. Hij was gehuld in een grote zwarte cape met capuchon waardoor zijn uiterlijk verscholen bleef. Hij liep met grote trage passen richting het huisje.
Ze bleef staan waar ze stond, durfde zich niet te verroeren ze hield zelfs haar adem in.
In haar hoofd speelden allerlei gedachten en vragen, zou hij hier wonen, waarom droeg hij zo’n grote zwarte cape met capuchon, had hij iets te verbergen, woonde hij hier alleen of had hij een vrouw en misschien kinderen. Ze was zo in gedachten verzonken geweest dat ze daardoor helemaal vergeten was om te kijken of de man ook daadwerkelijk het huisje was binnen gegaan. Wat zou ze doen, zou zij gaan kijken of deze man werkelijk in het huisje woonde.
Langzaam liep zij diezelfde richting op als dat die vreemde man was gegaan, alleen zorgde zij er wel voor dat zij niet op het grind paadje liep dat zou immers te veel lawaai hebben gemaakt waardoor de man haar zou kunnen horen.
Dit wilde zij koste wat kost vermijden en dus sloop zij op haar tenen over het gras, dat reeds nat was van de dauw.
Zij zag de rood-blauwe deur waarboven een klein lampje hing in de vorm van een halve maan; dit lampje moest diegenen die binnen waren een goed uitzicht bieden op diegenen die voor de deur stonden.
Zij bleef bij de deur staan en probeerde de geluiden in het huis te horen, het was akelig stil in en rond om het huis. Het enige wat zij hoorde was haar eigen hartslag en haar jagende ademhaling, haar eigen geluid was in deze overweldigende stilte als een kanonskogel in oorlog hoorbaar.
“Wat wilt u hier,” klonk een zware basstem.
Zij was zo geschrokken doordat ze ineens oog in oog stond met die man dat zij niet wist hoe te antwoorden, zij was met stomheid geslagen. Zij wilde weg rennen maar haar voeten weigerden dienst, zij stond net zo verankerd als ware zij een boom die met zijn wortels houvast in de grond gezocht heeft.
Hij pakte haar bij de hand en leidde haar zijn huisje binnen, ze kwamen in een klein keukentje waarin het midden een grote, ronde zwarte kachel stond met daarboven op een keteltje. Voor een van de ramen stond een kleine eethoek met twee stoelen, hij liet haar op een daarvan plaats nemen en ging toen tegenover haar zitten.
Zij had haar hoofd nog steeds voorover gebogen en de ogen neergeslagen.
Het was vrij donker in het kleine keukentje, er was slechts licht van drie kaarsjes.
Ineens was daar zijn hand onder haar kin en heel voorzichtig tilde hij haar hoofd omhoog. Zij moest hem nu wel aankijken of ze wilde of niet.
Het eerste wat zij zag was een mooie zwarte baard, volle lippen, een snorretje en een mooi gevormde neus en twee hele mooie donkerbruine ogen waarin ze zo zou kunnen verdrinken. Zijn voorhoofd, ja wat was er met zijn voorhoofd, zij had er moeite mee om hem te blijven aankijken, op zijn voorhoofd zat een heel groot litteken. Het begon boven zijn linkeroog en eindigde boven zijn rechteroog en het was zeker wel twee centimeter breed. Daarboven sierde een wilde zwarte haardos zijn hoofd. Terwijl hij langzaam haar hoofd had opgetild had hij haar de hele tijd nauwkeurig geobserveerd, hij wilde haar reactie van haar gezicht aflezen.
Uiteindelijk liet hij haar los en tranen rolden over haar wangen, zij wist niets te zeggen.
Plotseling vloog de deur open en kwamen er twee kinderen naar buiten hollen.
"Hé wat doet u hier," riepen de kinderen haar toe, "wij wonen hier hoor".
"Kan ik u helpen," hoorde zij een vriendelijke vrouwenstem vragen.
Zij antwoordde: "Ja misschien, ziet u ik ben aan het fietsen en ineens is alle lucht uit mijn fietsbanden verdwenen, dus vroeg ik me af of u even een fietspomp voor mij heeft".
Nadat zij de banden heeft op gepompt kon zij haar weg vervolgen, vreemd denkt zij terug kijkend op wat er gebeurd is.
Ineens waren mijn beide fietsbanden tegelijkertijd leeg en leek ik wel verzeild geraakt in een andere wereld.

Schrijver: Meta Oost, 1 juli 2006


Geplaatst in de categorie: overig

2.3 met 7 stemmen 649



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
ed van den bergen
Datum:
4 juli 2006
Email:
edvdborange
Wanneer ik jouw verhaal vluchtig lees, dan bekruipt mij het gevoel dat jij in een tussenwereld bezig bent. Het doet mij ook denken aan de geleide fantasie, welke op gestalt-therapieën-opleiding werd gebruikt. Het geeft mij mooie beelden over het gebied tussen Groningen en Rolde. Daar kan je tussen wat hangende takken de mooie golvende velden zien.
Ik heb jou dus toch bereikt.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)