De ontmoeting
Vrijdagmiddag. Het is druk onderweg, nog even en dan begint de spits. Peter realiseert zich dat hij te laat van huis is vertrokken. Het verkeer voor hem begint langzamer te rijden, het teken van een aankomende file. En dat is wel het laatste, dat hij momenteel kan gebruiken. De uitnodiging voor de try-out van de platenmaatschappij ligt op de bijrijderstoel naast zijn gitaar. Wat was hij blij toen de manager van Country Records hem opbelde om te vertellen dat er brief naar hem onderweg was. Eindelijk een kans om te laten zien waar hij al jaren dag en nacht aan heeft gewerkt. Niets liever zou hij wat meer bekendheid krijgen, in grotere zalen kunnen optreden om zijn muziek te laten horen. Hij speelt wel eens op een open podium in een café bij hem in de buurt, maar dat is toch anders. Als jongetje droomde hij er al van om beroemd te worden, applaus te ontvangen en zijn platen in de winkel op het schap te zien liggen. Zou het misschien dan toch allemaal werkelijkheid gaan worden?
Zijn gedachten dwalen af. Om zijn zenuwen wat te onderdrukken, zet hij de radio aan. Rustige muziek vult de kleine ruimte. Uit het dashboardkastje haalt hij een pakje shag tevoorschijn, goede zware. Wat onhandig rolt hij een sigaret. Deze valt uit zijn hand voor zijn voeten op de mat. Als hij bukt om hem op te raken, gaat alles heel snel. Met een doffe klap slaat hij met zijn voorhoofd tegen het stuur. Airbags ontbreken in zijn oude Volvo 240. Hij voelt een stevige hoofdpijn opkomen. Zijn auto staat nu stil midden op de weg. Het ontbreekt Peter aan kracht om op te staan. Hij denkt nog even aan zijn afspraak bij de platenmaatschappij, maar er gaan teveel gedachten door zijn hoofd om zich daar druk over te kunnen maken. Wat is er eigenlijk precies gebeurd?
Gelaten tuurt hij door de voorruit naar buiten. Het verkeer is langzaam weer opgang gekomen. Alleen de auto voor hem rijdt nog niet. Hij ziet dat de bestuurder, een dame van hooguit veertig, gekleed in een groen mantelpak zijn kant op komt. Even later gaat zijn portier open. De vrouw met de veel te grote zonnehoed haalt uit haar laklederen handtas een mobiele telefoon tevoorschijn. ‘Ik bel de politie’, schreeuwt ze. Peter ziet hoe ze het alarmnummer intoetst. Haar rechtervoet beweegt onrustig op en neer. Met haar handen maakt ze ongecontroleerde gebaren als ze praat. ‘Ja, ik wacht!’, zucht ze. ‘Schiet nou maar op. Ik heb nog meer te doen vandaag!’ De blik in haar ogen wordt steeds feller. Je zou bijna verwachten dat er stoom uit haar oren zou komen. Al die tijd heeft de vrouw Peter niet een keer aangekeken. ‘A2 richting Amsterdam. Hoe lang gaat het nog duren?’ Ongeduldig friemelt ze aan het koordje van haar zonnebril dat om haar nek hangt. Een zweetdruppel glijdt langs haar neus naar beneden. ‘Nou, kom nou maar gewoon! Ja, botsing. Afslag Amstel.’ Ze beëindigt het gesprek.
Pas nadat ze haar mobiele telefoon weer netjes in haar tas heeft opgeborgen, kijkt ze Peter aan. Haar felblauwe ogen worden groter bij het zien van de man achter te stuur. Het lijkt alsof ze iets wil gaan zeggen, maar het kost haar moeite om de woorden over haar lippen te krijgen. ‘Ik ... ik ... ’, stamelt ze. ‘Ik wist niet dat jij het was.’ Peter kijkt haar onbegrijpelijk aan. ‘Neem me niet kwalijk dat ik net zo overdreven reageerde. Mijn auto heeft alleen wat blikschade. En met mij is alles wel oké.’ Peter knikt, maar zijn blik geeft te kennen dat hij er nog steeds niks van begrijpt. ‘Ik had haast moet je weten. Wilde op tijd bij een belangrijke afspraak zijn. En dan gebeurt er zoiets!’
‘Ik ken het gevoel’, zegt Peter. ‘Had vanmiddag een try-out bij een platenmaatschappij. Maar mijn contract kan ik door dit hele gedoe wel vergeten. Heel mijn carrière naar de knoppen.’ De vrouw neemt nu even de tijd en zegt dan kalm: ‘Klopt. Om kwart over vier aan de industrieweg bij Country Records.’ Peter gaat even verzitten, schuift wat onrustig heen en weer op zijn stoel. Hij voelt hoe de pijn in zijn nek zich verder uitbreidt richting zijn hoofd. Ongelovig kijkt hij naar de vrouw, die nog steeds zijn portierdeur in haar hand houdt. ‘Hoe weet jij dat nou?’, vraagt hij enigszins geërgerd. De vrouw antwoordt niet, maar buigt zich naar voren toe om hem een hand te kunnen geven. ‘Monica Thomassen, manager. Aangenaam kennis te maken.’
Inzender: Marianne Pepels, 4 oktober 2006
Geplaatst in de categorie: emoties