Beroofd
Ze hebben haar beroofd. Wanneer is niet bekend. Wie het was evenmin, of waar hij heenging met de buit. Niemand die wist wat het was, het geroofde, dus opsporen was onbegonnen werk. Hij had een stukje genomen en kwam later terug. Voor nog een stukje, een heel kleintje maar. En zij voelde zich een beetje vreemd. Maar wat het was, dat gevoel, dat wist ze niet. Het leek alsof ze wat kwijt was. En het werd wazig voor haar ogen. Ze zou hem nu niet eens meer kunnen zien aankomen, die dief.
Dus kwam hij terug, wat brutaler nu, want herkennen deed ze hem toch niet. En hij nam de rest. Gewoon in één keer nam hij de rest. Ze keek en keek en wreef in haar ogen totdat de tranen over haar wangen liepen. Ze was echt iets kwijt. Het was iets heel belangrijks. Iets ontzettend vreselijk belangrijks. Iets wat wezenlijk was. Voor haar, voor haar bestaan! Het was verschrikkelijk, een ramp! Ze traande en kneep haar ogen dicht. Sperde ze weer open en zag het niet. Niks, helemaal niks, dan een zwarte wolk die haar omsloot. Ze stond erin, het omhulde haar, het kneep haar keel dicht. Adem in, adem in, adem in, hoest. En brakend een stinkzwarte modderbrij. Ze braakte en braakte en de brijspiegel steeg. Haar levengevende schat was haar ontroofd en ze wist niet wat het was. Waar het was. Ze braakte en zakte, zakte heel diep. En de brij steeg. Snoerde haar keel dicht, klemde haar luchtpijp af. Ze zakte in gebraakte puin. Het zat in haar, kwam uit haar; zij zat erin.
En stikkend in haar puin wist ze; het was haar hoop.
Geplaatst in de categorie: emoties