Inloggen
voeg je verhaal toe

Verhalen

We zijn gezond bezig

Dit verhaal is van toepassing op vrijwel alle voetbalkantines die Nederland rijk is. Helaas rijk is, moet ik zeggen, want het wordt een droevig verhaal. Niet alleen droevig eigenlijk, maar ook smerig ... vooral smerig zelfs. Heeft u geen sterke maag, of heeft u geen handig kotszakje of emmertje in de buurt, dan raad ik u aan om nu te stoppen met lezen. U bent dus gewaarschuwd. Gaat u ondanks mijn waarschuwing toch verder, dan is het uiteraard niet mijn schuld als u straks de sterk verzuurde restanten van een met smaak verorberde maaltijd tussen de cijfers en letters van uw toetsenbord vandaan moet peuteren.

Goed, u gaat dus verder. Of u bent dapper, of u bent gewoon eigenwijs. Laat ik het maar op het eerste houden.

Het is een willekeurige zaterdagmiddag bij een willekeurige voetbalclub ergens in dit land. Ik heb zojuist de zeeslag van twee vlaggenschepen mogen aanschouwen en begeef mij dorstig en hongerig naar het etabilissement dat ook wel kantine genoemd wordt. Ik open de deur ... gadver ... een walm van sigarettenrook komt me tegemoet, ontneemt mij bijna het zicht en prikkelt neus en keel. Een hoestbui is het gevolg. Ik ben niet de enige die moet hoesten, want ergens vanuit de giftige dampen hoor ik ook andere medeslachtoffers een piepende en rochelende klaagzang uit hun getergde longen persen. Ben ik te gast bij een sportvereniging, bij een palingrokerij te Pernis, of bij een inrichting voor longlijders? Er zijn tegenwoordig weliswaar clubs die tot 12.00 uur een rookverbod hebben ingevoerd ten einde de allerjongste voetballers tegen te tirannie der nicotineverslaafden te beschermen, maar na genoemd tijdstip is iedereen weer vogelvrij. Dan wordt er weer gepaft dat het een lieve lust is en mag iedereen gratis meegenieten. Aardige lui die rokers, absoluut niet egoïstisch ... absoluut niet.

Ik negeer de piep- en rochelshow en begeef mij naar de bar. Ik ben snel aan de beurt en bestel hoopvol een broodje gezond en een glas melk. De barmedewerker kijkt mij aan alsof ik zojuist uit de diepste kelders van Parnassia ontsnapt ben. Even is het stil, maar dan hoor ik: ‘eh sorry meneer, dat hebben we niet, maar we hebben wel heerlijke broodjes bal, broodjes frikadel, broodjes kroket enz. enz. enz.’ Hij noemt vervolgens een hele tsoenami aan sterk verzadigde vetzuren. En dan te bedenken dat deze vette happen vaak ook nog eens extra vet worden gemaakt met ladingen mayonaise of andere ellende. Verzadigde vetzuren met extra zure vetten dus. Brrr ... ik walg bij de gedachte om mijn tanden in de gefrituurde en minderwaardige restanten te moeten zetten van reeds geruime tijd geleden overleden varkens en koeien. Tussen de golf frituurvet door hoor ik ook nog vaag ‘broodje kaas’ klinken. Ik ken die broodjes kaas in voetbalkantines maar al te goed, niks geen gezond bruin bolletje, maar een klef sneeuwwit puntje (blijft twee weken vers), voorzien van een dikke laag margarine en vervolgens een vierkant plakje volvette 80-plus kaas. Nou ja ... kaas? Eigenlijk mag dit product van een chemische zuivelfabriek de naam kaas niet dragen. Het smaakt niet naar kaas, het smaakt eigenlijk nergens naar, het ligt wanhopig en uitgeput te zweten tussen een doorkliefde weke broodmassa. Je kunt het waarschijnlijk niet alleen alleen als broodbeleg, maar ook als stopverf gebruiken. ‘Ach, laat u maar’, spreek ik vriendelijk tegen de barmedewerker, ‘ik eet thuis wel wat’. Voor de zekerheid kijk ik nog even rond in de voetbalkantine om te zien of er nog ergens een fruitautomaat valt te ontdekken. Nee, niet zo’n eenarmige bandiet die euromunten kotst als je wat fruitplaatjes op een rijtje weet te krijgen, maar een automaat met echte appels, sinaasappels en kiwi’s. Maar van zulke fruitautomaten hebben ze bij voetbalclubs nog nooit gehoord, ook bij deze willekeurige voetbalclub op deze willekeurige zatermiddag ergens in Nederland dus niet.

Tussen de massa rokende, bier slurpende en vetzuren verslindende sportievelingen door, begeef ik mij naar de uitgang. ‘Heb je even voor mij?’ hoor ik Frans Bauer luidkeels via de de veel te luide luidsprekers kwelen. Niet alleen je lichaam wordt bij voetbalclubs vergiftigd, ook je geest krijgt het soms zwaar te verduren. ‘Nee Frans’, mompel ik, ‘ik heb even geen tijd voor jou, ik wil naar huis, ik heb honger’.

Schrijver: Daan de Ligt, 20 oktober 2006


Geplaatst in de categorie: sport

2.7 met 10 stemmen 1.266



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Rina van Dijk
Datum:
22 oktober 2006
Ik heb tussen mijn vingers door gelezen. Soms de ogen dichtgeknepen. Volgens mij is dit voor boven de 18.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)